15 december 1966,
t
n
zindelijkheid. Het betreft hier een probleem dat niet ineens kan worden
opgelost. Het is een kwestie van opvoeding. Men zal de mensen zover moeten
brengen, dat zij een zekere zelfdiscipline betrachten (hetgeen bij het
Nederlandse volk een heel moeilijke zaak is). Legt men zich deze zelf
discipline niet op, dan zullen de woonbuurten zich ontwikkelen tot mistroos
tige vuilnisbelten.
Gevoelig is spreker voor de waarderende woorden van de heer Ber-
kelbach van der Sprenkel aan het adres van de politie. De politie heeft
een zeer moeilijke en gevoelige taak. De politie van Soest doet haar uiter
ste best om te doen hetgeen zij moet doen, namelijk enerzijds de burgers
een gevoel van veiligheid en rust te verschaffen en anderzijds daarbij niet
zodanige middelen te hanteren, dat daardoor weer elders een zeker gevoel
van onbehagen en onrust ontstaat.
De heer de Bruin heeft kritiek geuit op de gang van zaken op het
gemeentehuis, met name wat betreft het te laat verschijnen van stukken en
het in stukken voorkomen van fouten. Bij het leveren van kritiek moet men
zich wel voor ogen stellen, dat er weliswaar naar een ideaal en feilloos
werkend administratief apparaat moet worden gestreefd, maar dat er toch al
tijd foutjes gemaakt zullen blijven worden. Er wordt naar gestreefd die
foutjes tot een minimum te beperken. Van het late verschijnen van stukken
is overigens de secretarie dikwijls niet de schuldige. Het gaat daarbij meesta
om zaken die laat aan de orde komen, maar die men vanwege hun belang toch
nog in de raadsvergadering wil brengen. Dat is dan een offer ten behoeve
van het gemeentebelang en soms particuliere belangen.
Het college is verweten dat zonder overleg een rookverbod is
ingevoerd. Over deze zaak is echter wel eens een balletje opgeworpen en er
volgde, van iedereen, een geweldige instemming.
De heer DIJKSTRA: Ja, van de niet-rokers
De VOORZITTER: Ik dacht eerst dat hier een probleem was, maar
er bleek helemaal geen probleem te zijn. Iedereen vond het rookverbod
eigenlijk een heel goede oplossing. Daarom is het seniorenconvent niet
over deze kwestie bij elkaar geroepen. Als het vermoeden had bestaan dat
bij sommigen uwer andere gedachten bestonden, dan zou het college het seni
orenconvent bijeen geroepen hebben. Maar het college kreeg zo een algemeen
begrip voor zijn maatregel, dat de indruk bestond dat hier helemaal geen
probleem was. Waarom de fractievoorzitters dan nog lastig vallen voor een
vergadering?
Kunnen investeringen die op het ogenblik gebruikt worden om aan
kopen te doen ten behoeve van een ontwikkeling die over 10 jaar pas plaats
vindt, beter achterwege gelaten worden?
De heer DE BRUIN: Dat heb ik niet gezegd, ik heb gezegd: Tempori
seren.
De VOORZITTER: Ja, temporiseren, maar ten behoeve van andere
doeleinden. U hebt gevraagd: Kunnen wij het geld dat wij hiervoor gebruiken,
niet beter gebruiken voor andere doeleinden. Dit afwegen zou kunnen gebeu
ren, wanneer er gezegd werd: Gemeente Soest, u hebt over 1967 5 miljoen gul
den te investeren. Nu moet u maar zeggen waar dat voor is. Dan zou de heer
de Bruin b.v. zeggen: Laten wij nu niet die grond kopen die wij pas over
10 jaar nodig hebben, maar laten wij wat anders doen. En een ander zou
misschien tegengesteld kunnen antwoorden. Maar zo is het niet. De gemeente
krijgt voor de diverse voorstellen die de raad doet, de vaste financierings
middelen en nu dreigde de hele ontwikkeling van de gemeente - de grondaan
kopen, het bouwrijpmaken etc. - vast te lopen op het feit, dat er geen
vaste financieringen waren. Nu is bij gedeputeerde staten zoveel begrip
gevonden voor de noodzaak om de plannen doorgang te doen vinden, dat als
het enigszins mogelijk is, de gemeente daarvoor de financieringsmiddelen
zal krijgen. In het Soesterveen kon worden doorgewerkt. Maar in verband
met de riolering moeten nog geweldige investeringen plaatsvinden, want als
- 235 -
