15 december 1966.
Uit een en ander zal duidelijk zijn geworden, dat het college
alles heeft gedaan om de verleden jaar ontstane stagnatie (ten gevolge van
het feit dat men met een andere bouwcombinatie is gaan werken) zoveel
mogelijk op te vangen.
Het zal in hoge mate zijn te betreuren, indien de raad zou be
sluiten tot de bouw van noodwoningen over te gaan. Over noodwoningen werd
20 jaar geleden gedacht. Een "vooruitstrevende" politieke partij kan
echter wel eens 20 jaar achterlopen.' Het is niet alleen belangrijk dat
het verzorgingspeil van de bestaande wegen goed is. Nog urgenter en be
langrijker is dat aandacht wordt geschonken aan het verkeer in zijn alge
meenheid. Iedereen is het erover eens - al komt er dan een zebrapad voor
het raadhuis - dat de rijksweg, rekeninghoudend met de intensiteit van
het verkeer, een weg is die eigenlijk geen dag langer kan worden gehandhaafd
Hetzelfde geldt voor de Beukenlaan. Daar is de situatie in wezen nog ge
vaarlijker. Het college betreurt het in hoge mate dat, alhoewel alle acti
viteiten worden ontplooid die nodig zijn om ook daar de nodige grondaanko
pen te doen, de bewoners van die laan - die zelf zo overtuigd zijn van
het grote gevaar dat daar aanwezig is - niet meer bereidheid tonen om de
gemeenschap te dienen. De financiële afwikkeling met betrekking tot grond
aankopen in Soest is behoorlijk. Als de grondaankopen vlotter zouden ver
lopen, zou het college niets liever willen dan ook daar zo spoedig mogelijk
een wandel- en fietspad aan te leggen. En bovendien, en dat is ook een
omstandigheid waar men op het ogenblik mee te maken heeft, zou een riole
ring kunnen worden aangelegd. Op deze weg zou men zich dan in ieder geval
zonder levensgevaar kunnen begeven. Maar zelfs wanneer dat gelukt, blijft
het feit dat èr in Soest op het gebied van het verkeer nog wel het een en
ander moet gebeuren. Het college prijst zich bijzonder gelukkig, dat op
grond daarvan reeds aankopen konden worden gedaan. Zo spoedig mogelijk zal
een verkeersdeskundige worden ingeschakeld om de rijksweg ter hand te
kunnen nemen. Niemand zal kunnen betwisten dat de grote noodzaak daarvan
wel degelijk aanwezig is.
Het structuurplan in: zijn algemeenheid wordt in maart de raad
voorgelegd en zal spoedig daarna worden behandeld. Dat is van het allergroot
ste belang, omdat het college op het ogenblik vaak geconfronteerd wordt
met moeilijkheden, waarvoor het zelf geen oplossing weet. Nog niet van ie
der gebied is immers de uiteindelijke bestemming bekend. In dat opzicht
zal het structuurplan enige verlichting geven.
De heer de Groot heeft zich gelukkig geprezen, dat hij in een
ontwikkeld gebied leeft. Zou dat niet het geval zijn, dan zou er waarschijn
lijk geen Boerenpartij zijn. Spreker wil echt niet aan politiek doen, maar
men zou een analfabeet op politiek gebied moeten zijn om vandaag nog iets
van die Boerenpartij te kunnen verwachten. Maar dat is voor de verantwoor
ding van de heer de Groot. Spreker hoopt dat de heer de Groot er zelf ge
lukkig mee is, al is het alleen maar om het feit dat hij hierdoor raadslid
is geworden. Het is alleen jammer en betreurenswaardig dat de heer de
Groot op grond daarvan andere politieke partijen aanvalt.
De heer de Groot heeft nogal wat bezwaren geuit tegen het be
leid van de gemeente op het gebied van de volksgezondheid. Als argument
is de rattenbestrijding aangevoerd. Weet de heer de Groot wel wat de ge
meente met betrekking tot de rattenbestrijding doet? De gemeente stelt
alle mogelijke middelen die tot verdelging van de ratten kunnen leiden,
gratis beschikbaar. Bovendien is de gemeente bereid - dat is goed en uit
voerig gepubliceerd - om de betrokkenen bij de rattenbestrijding assisten
tie te verlenen. Spreker zou niet weten wat de gemeente meer zou moeten
doen. Eén man staat ter beschikking om alle mogelijke hulp te verlenen en
de gemeente beschikt ook over de noodzakelijke middelen. Op het gebied van
de volksgezondheid kan de gemeente dan ook geen enkel verwijt worden ge
maakt. Bepaalde groeperingen verzetten zich, zo merkt spreker nog op, met
hand en tand tegen de rattenbestrijding, die in het belang van de volks-