20 april 1966.
het voorstel van de heer Korte inzake verhoging van de wethouderssalarissen
tot het maximum, het voorstel van hemzelf en het voorstel van de heer Westra.
De heer WESTRA: Ik heb geen voorstel gedaan.'
De VOORZITTER: Neen, u doet geen concreet voorstel maar bent in
de eerste plaats tegen het maximum en voorts tegen het voorstel van mij
zoals dat voorligt.
Voortgaande zegt spreker dat het hem het beste lijkt thans het
voorstel van de heer Korte in stemming te brengen, omdat dat voorstel het
verst gaat. Wanneer dat voorstel de meerderheid haalt, dan zal dienovereen
komstig aan gedeputeerde staten worden geadviseerd; behaalt dat voorstel
de meerderheid niet, dan zal wederom sprekers voorstel aan de orde komen,
waarvan hij nu dus reeds weet, dat de V.V.D.-fractie zich er niet mee zal
verenigen. Hij meent dat deze procedure het zuiverste beeld van de in de
raad bestaande meningen zal geven.
Hierna wordt het voorstel van de heer Korte in stemming gebracht
en aangenomen met 13 tegen 8 stemmen.
Voor hebben gestemd de leden; Mevrouw Walter-van der Togtde
heer van Poppelen, mevrouw van Kleef-Beck, de heren Dijkstra, Korte, Verheus
en Pieren, mevrouw Polet-Muslerde heren Grift, Elbertse, van den Berg,
Oldenboom en van Vloten.
Tegen hebben gestemd de leden: de Haan, Hilhorst, van den Arend,
Westra, Oranje, Berkelbach van der Sprenkel, de Bruin en Hom.
De VOORZITTER stelt vast dat bij gedeputeerde staten naar voren
zal worden gebracht, dat de raad van de gemeente Soest van mening is, dat
de wedden van de wethouders van deze gemeente op het maximum moeten worden
vastgesteld
76(3) Voorstel inzake de aanleg van een waterleiding ten behoeve van het perceel
Molenweg 28 op grond van de regeling bijdragen in de drinkwatervoorziening
van super-onrendabele percelen.
77(4) Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de verbetering
van de terreinen rondom de r.k. u1o-school en de r.k. Bonifaciusschool
voor g.l.o. aan de Steenhoffstraat alhier.
78(5) Voorstel tot het weigeren van ontheffing als bedoeld in artikel 1 van de
"Zoneverordening Hinderwet" voor het oprichten van een benzine-installatie
aan de Laanstraat.
79(6) Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de bouw van gara
ges en schaftlokaaltje voor gemeentewerken nabij de Vinkenweg.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zon
der hoofdelijke stemming aangenomen.
80(7) Voorstel tot voorlopige vaststelling van de gemeenterekening en de bedrijfs-
rekeningen over 1962 en tot goedkeuring van de rekeningen maatschappelijk
hulpbetoon en de stichting openluchttheater over dat jaar.
De VOORZTTTER deelt mede dat de financiële commissie een brief
over dit voorstel tot de raad heeft gericht. Deze brief, die de raadsleden;!
waarschijnlijk nog niet heeft bereikt en waarop Wethouder van den Arend
dadelijk namens het college zal antwoorden, luidt als volgt:
"De door burgemeester en wethouders aan uw raad aangeboden gemeenterekening
én bedrijfsrekeningen over 1962 werden voor onderzoek in handen van onze
commissie gesteld. Op 28 maart 1966 is door onze commissie hiervoor een
vergadering gehouden, waarin door de leden van onze commissie verschillën-
de onderdelen van de gemeenterekening en van de bedrijfsrekeningen zijn on
derzocht. Op grond van het ingestelde onderzoek, waarbij haar op verschil
lende vragen inlichtingen zijn verstrekt, en gelet op de door het verifi
catiebureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten overgelegde rappor
ten adviseert onze commissie de aangeboden rekening en bedrijfsrekeningen
voorlopig vast te stellen, de rekeningen van het maatschappelijk hulpbetoon
en de stichting openluchttheater goed te keuren en de rekening van de stich-
- 88-