19 januari 1966. voorbij zullen rijden om elders hun inkopen te doen, als zij hun auto niet vlak voor die winkels kunnen parkeren)daartoe niet overge gaan. Spreker vreest dat een deel der middenstanders inderdaad zou wor den gedupeerd als het parkeren in de Torenstraat zou worden verboden. Het zou natuurlijk prettig zijn wanneer het parkeren hier werd verboden, anderzijds moet worden opgemerkt, dat deze straat een behoorlijke breedte heeft De witte strepen die hier op enige afstand van het voetpad op het wegdek zijn aangebracht, zijn een beetje verwarrend. Spreker gelooft dat de rijkswaterstaat deze strepen beter niet kan aanbrengen. Sommige automobilisten denken dat het gedeelte ter rechterzijde van zo'n streep fietspad is (maar het is eigenlijk geen fietspad, het betreft hier hoogstens een aanduiding voor de wielrijders) en zetten hun auto ter linkerzijde van de streep; anderei zetten hun auto ter rechterzijde van de streep, hetgeen is toegestaan. Spreker gelooft dat het door mevrouw Polet tot uitdrukking gebrachte bezwaar het best zou kunnen worden on dervangen door het verwijderen van deze zinloze, verwarrend werkende strepen Mevrouw POLET-Musier meent te mogen concluderen, dat de voor zitter met haar van mening is, dat de huidige situatie in de Torenstraat voor de fietsers erg moeilijk en erg gevaarlijk is. Doordat de fietsers een deel van de in deze straat geparkeerde auto's links en een ander deel rechts moeten passeren, komen zij telkens plotseling op de rijweg, waardoor zij gevaar opleveren en, vooral, gevaar lopen, omdat het achter opkomende verkeer hierop niet steeds rekent. De VOORZITTER stemt in met deze opmerking, maar merkt hierbij op dat de Torenstraat niet de straat is waar de meeste ongelukken ge beuren. Hij gelooft dat zolang dat redelijkerwijze mogelijk is, het par keren in de Torenstraat moet worden nagelaten. Hij vreest dat anders de middenstanders zich gedupeerd zullen gevoelen. De heer HOM wijst erop dat de middenstanders in de Torenstraat zich indertijd een opoffering hebben getroost - daarmede wellicht tevens eigen belang dienende - om het mogelijk te maken, dat deze straat de breedte kreeg die zij thans heeft. Spreker is tegen het instellen van een jbarkeerverbod in de Torenstraat. Wel zou hij gaarne zien, dat de witte strepen die het voor de wielrijders bestemde weggedeelte aanduiden, worden verwijderd. Dan kan ten volle worden geprofiteerd van de breedte van deze straat, die breder is dan menig ander gedeelte van de rijksweg door de gemeente. De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL vraagt of er ter zake van het in dit voorstel genoemde voetpad al' contact is geweest met het college van kerkvoogden. De VOORZITTER weet dit niet, maar vermoedt dat dit contact nog niet heeft plaatsgehad. De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL kan zich enerzijds voor stellen dat het college van kerkvoogden geheel accoord zal gaan met de aanleg van het voetpad. Anderzijds meent hij dat bepaalde facetten van deze zaak eerst zullen moeten worden doorgepraat. De VOORZITTER zegt dat het uiteraard in het voornemen ligt, na aanneming van dit voorstel in overleg te treden met de kerkvoogdij. Spreker meent dat het goed zou zijn dat er, teneinde misbruik van het voetpad te voorkomen, een hek wordt geplaatst waarmede dit voetpad kan worden afgesloten als er in de kerk niets te doen is. De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL acht het niet uitgesloten dat er met betrekking tot dit punt ook nog enige interessante juri dische vragen aan de orde kunnen komen, aangezien het, voor zover hem - 8 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1966 | | pagina 9