19 april 1967. maar te hopen zij dat de raad in het belang van de gemeente een derge lijke beslissing niet zal nemen. Voor de gemeente is het beslist aanmerke lijk voordeliger om onderhands aan te besteden, omdat de gemeente zich door de keuze van de aannemer kan verzekeren van de wetenschap dat er solide werk zal worden geleverd. Het college zal de suggestie van de heer Elbertse gaarne over nemen. De heer GRIFT zegt dat de heer Hilhorst terecht heeft gesteld dat de commissie openbare werken volledig op de hoogte is gehouden wat de ontwikkelingen met betrekking tot de brandweergarage betreft. Maar in de vergadering van de commissie openbare werken waarin de bouw van 96 woningen op de Eng is behandeld, is gesteld dat de gunning van de 96 woningen niet zou betekenen dat dezelfde aannemer de brandweergarage zou bouwen en aange nomen mag worden dat deze koppeling niet heeft plaatsgevonden. De wethouder HILHORST: Inderdaad.' De heer GRIFT zegt dat de gehele commissie akkoord ging met het feit dat deze koppeling niet zou bestaan. Daarom zou het prettiger zijn geweest wanneer het college zijn beslissing in een extra vergadering van de commissie openbare werken had medegedeeld, want nu moeten de commissie leden in het preadvies bij het voorstel lezen dat het college zich heeft gehaast om de opdracht tot het bouwen van de brandweergarage te gunnen aan een plaatselijke aannemer. Bovendien sluit spreker zich aan bij de door de heren Ebbers en van den Berg gemaakte opmerkingen over het feit dat er geen vergadering van de brandweercommissie over de onderhavige voordracht heeft plaatsgevonden. De VOORZITTER zegt begrip te hebben voor hetgeen naar voren is gebracht De wethouder HILHORST: Inderdaad.' Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 96(23) Voorstel tot aankoop van grond gelegen: a. aan de Soesterbergsestraat van Chr. Uyland; b. aan de Molenstraat van E.C. Higler; c. aan de Soesterengweg van H. van Logtestijn c.s. Deze voorstellen worden, met vaststelling van de desbetreffende begrotingswijzigingen, zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 97(24) Voorstel tot verkoop van grond, gelegen nabij de Ossendamweg aan de P.U.E.M. N.V. De heer WESTRA zegt dat in de financiële commissie is gevraagd of het juist is dat aan de P.U.E.M. N.V. het recht van erfdienstbaarheid van weg en het recht van kabellegging wordt verleend over een perceeltje grond dat verder uitsluitend wordt gebruikt ten behoeve van het P.U.E.M.- gebouwtje. Ten laste van wie komt het onderhoud van de weg? Mevrouw POLET-Musier zegt dat zij hetzelfde had willen vragen. De VOORZITTER zegt dat de P.U.E.M. N.V. het recht krijgt om gebruik te maken van een stukje gemeentegrond dat wordt gevormd door een toegangs weggetje en een deel van een speelterreintjede rest van de grond blijft echter het eigendom van de gemeente die voor het onderhoud zal moeten zorgen. De P.U.E.M. N.V. krijgt ook het recht kabels te leggen in de betrokken strook grond. Aan het terrein is niet te zien waar het recht betrekking op heeft, maar de P.U.E.M. N.V. moet nu eenmaal het recht krijgen om in het huisje te komen en de P.U.E.M. N.V. moet ook in staat zijn materialen op te slaan; meer dan het recht van overpad en het recht van kabellegging krijgt de P.U.E.M. N.V. echter niet. De kosten verbonden aan het leggen van de kabels moeten uiteraard door de P.U.E.M. N.V. worden betaald. De heer WESTRA is natuurlijk bekend met het recht van erfdienst baarheid, maar het criterium is dat een gedeelte van een weg uitsluitend wordt gebruikt ten behoeve van het achterliggende gebouw. Dat waren de - 103 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1967 | | pagina 104