26 juli 1967.
Wil het college bezien of het mogelijk is de gemeente Soest in wijken te
verdelen? In deze wijken zou dan een regelmatige dienst voor het ophalen
van grof huisvuil kunnen worden ingesteld.
De wethouder HILHORST zegt dat men bij de methode-Westra niet
weet hoeveel grof huisvuil zal worden aangeboden.
Het risico is dan aanwezig dat de auto niet in een bepaalde wijk
kan komen, omdat het ophalen door een groot aanbod elders wordt vertraagd.
Het gevaar is dan aanwezig dat het vuil achterblijft op de plaats
waar het door de bewoners is neergezet. Dit zal fatale gevolgen hebben.
De heer WESTRAMaar de wagens die boombladeren ophalen rijden
toch ook heen en weer? Wanneer een wagen vol is wordt deze gelost en ver
volgt daarna zijn route.
De wethouder HILHORST zegt dat het ophalen van bladeren is afge
stemd op de capaciteit van de wagens. Maar wanneer men de inwoners van
Soest in de gelegenheid stelt om grof huisvuil op een bepaalde dag neer
te zetten weet men nooit hoeveel wagens en hoeveel mankracht nodig zijn.
Dit kan tot gevolg hebben, dat in een week niet alles kan worden opge
haald. Dan loopt de gehele ophaaldienst spaak. Juist in het belang van
orde en netheid is het veel beter dat de dienst van tevoren weet wat moet
worden opgehaald, zodat er een dienstregeling kan worden opgemaakt.
Mevrouw POLET-Musier voelt evenals de heer Westra meer voor het
ophalen op een vaste dag in de maand in een bepaalde wijk. Een dergelijke
regeling is veel handiger dan de huidige regeling.
De wethouder HILHORST zegt dat zo'n rpgeling wel veel handiger
kan zijn voor de inwoners, maar niet voor de dienst die het ophalen moet<
organiseren. Men weet immers nooit wat moet worden opgehaald?
De heer EBBERSHet is toch te proberen.' Op het ogenblik weet de
dienst ook niet hoeveel grof huisvuil moet worden opgehaald. Degenen die
een briefkaart sturen geven immers niet op over hoeveel kubieke meter grof
huisvuil zij beschikken?
De wethouder HILHORST: Juist wel.' Het vervelende is dat het
volume van het grove huisvuil altijd zo groot is.
De heer EBBERS: Maar degenen die een briefkaart schrijven geven
toch niet op over hoeveel grof huisvuil zij beschikken?
De heer DE BRUIN: Men moet het juist opgeven.'
De heer OLDENBOOM zegt dat het een bekend verschijnsel is, dat
in Soest (en overal elders in het land) als gevolg van de grote bevolkings
dichtheid een voortgaande vervuiling van de onbebouwde percelen en straten
optreedt. Men kan natuurlijk allerlei psychologische campagnes voeren om
deze vervuiling te bestrijden. Het is echter de taak van de overheid om,
voor zover het mogelijk is, tegemoet te komen aan de wensen van de bevolking.
De bevolking zal in staat moeten zijn op gemakkelijke wijze grof huisvuil
kwijt te raken.
De thans in Soest bestaande regeling is beslist niet de gemakke
lijkste. Er is sprake van een vrij ingewikkelde gang van zaken en er is maar
weinig voor nodig om de mensen te doen besluiten grof huisvuil maar ergens
weg te smijten. De auto die grof huisvuil ophaalt rijdt op het ogenblik
niet elke maandfen spreker heeft wel eens twee maanden moeten wachten. Boven
dien mag men pas een week voor het ophalen plaatsvindt een kaartje schrijven.
Men moet derhalve de datum in de gaten houden om precies op het juiste mo
ment het kaartje te kunnen schrijven.
Het verdient inderdaad aanbevelingom na te gaan in hoeverre de
methode-Westra kan worden ingevoerd. Een dergelijke regeling werkt in andere
gemeenten goed en het gevolg is, dat men elders veel meer grof huisvuil op
haalt dan in Soest.
De heer WESTRA is het volkomen eens met hetgeen de heer Oldenboom
heeft opgemerkt. De gemeente moet dienstverlenend optreden.