26 juli 1967. voor een bepaalde vorm van lijkbezorging die eventueel meer kosten met zich meebrengt. Een crematie is altijd veel duurder. In het geding is de vrije keuze van de betrokkenen. De Wet schrijft in dit verband bepaalde handelin gen voor die door de gemeente moeten worden ver-richt. Deze handelingen kos ten geld en het college meent dat deze kosten moeten worden verhaald. De heer WESTRA zegt dat hij het niet eens is met de uitleg die de heer Oldenboom heeft gegeven. Er is thans alleen over crematie gesproken. In eerste instantie heeft spreker echter ook over de lijkschouwing gespro ken. Wanneer iemand zonder geneeskundige behandeling op straat over lijdt, dan moet een lijkschouwing plaatsvinden. Dat kost 2pDaaraan kan niemand iets doen, dat eist de Wet. Wanneer dezelfde persoon thuis over lijdt en er een medische behandeling heeft plaatsgehad behoeft er geen lijk schouwing te geschieden. Wanneer er een geweldadige dood plaatsheeftdan mag er geen verlof worden gegeven tot begraven. De officier van justitie te Utrecht zal dan eerst toestemming moeten verlenen. Deze officier van jus titie berekent voor het geven van de toestemming tot begraven hoegenaamd geen griffierechten, omdat het geven van de toestemming een wettelijke ver eiste is. Wanneer normaal begraven anders wordt belast dan een crematie, dan is er ten aanzien van de tweede handeling sprake van discriminatie. Ook anderen zijn dezelfde gedachten toegedaan. De heer Oldenboom zij daartoe o.a. gewezen op raadsverslagen van vergaderingen in de gemeentelBussum en Rotterdam. De heer DE BRUIN: In deze plaatsen zijn dergelijke leges afgeschaft.' De heer HOM zegt dat in artikel 21 onder meer staat: "a. voor het van gemeentewege schouwen van een lijk, al of niet bestemd om te worden gecremeerd 20, Er staat derhalve niets in artikel 21 wat er moet gebeuren wanneer iemand op straat overlijdt. De heer WESTRA: Dat staat er wel.' De heer HOM: Neen.' De heer WESTRA: Er wordt gesproken over "al of niet bestemd om te worden gecremeerd". Dat betekent dat wanneer een lijk niet is bestemd voor crematie er toch een lijkschouwing moet plaatsvinden. De VOORZITTER zegt dat wanneer iemand op straat overlijdt zonder dat een dokter aanwezig is er kosten moeten worden gemaakt. Aan een derge lijk ongeval zijn vele kosten verbonden, o.a. te maken door particulieren. Deze kosten worden in rekening gebracht. Waarom zouden de van gemeentewege te maken kosten niet in rekening mogen worden gebracht? De kosten die de gemeente in een overlijdensgeval moet maken zijn een onderdeel van een hele serie kosten die nu eenmaal onlosmakelijk aan overlijden is verbonden. Tegen deze soort van onkosten kan men zich verzekeren. Mevrouw POLET-Musier zegt dat de lijkschouwing een gevolg is van een wettelijke bepaling. Wanneer de Wet niet zou vermelden dat er schouwing moet plaatsvinden, dan zal deze schouwing ook niet geschieden. De VOORZITTER zegt dat er sprake is van een gehele serie kosten, waaronder kosten te maken voor lijkschouwing ingevolge een wettelijk voor schrift in verband met de volksgezondheid, de rechtszekerheid e.d. Mevrouw POLET-MusierDat is het punt waar het omgaat.' De VOORZITTER meent dat er geen reden is om overheidskosten niet in rekening te brengen, terwijl alle andere kosten wel in rekening worden gebracht De heer WESTRA: Dat is vrijwillig.' De VOORZITTER: Neen.' De heer OLDENBOOM: Neen, men gaat immers niet vrijwillig dood.' De VOORZITTER: Begraven is verplicht. De nabestaanden kunnen niet zeggen, dat zij geen zin hebben om een begrafenisonderneming te betalen. - 186 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1967 | | pagina 187