20 september 1967 wordt bepaald hoe de normen worden vastgesteld. De heer WESTRA zegt dat hij dat niet uit het voorliggende ontwerp besluit kan opmaken. De Wethouder DE HAAN zegt dat er een algemene maatregel van bestuur met minimumnormen is waaraan geen mens wat heeft, omdat ze betrekking heeft op bedragen waarvan zelfs iemand die op het platteland in een heel goedkoop huisje woont, niet in leven kan blijven. In de Algemene Bijstandswet is een methodiek van normstelling genoemd en daarop wordt in het voorliggende ont- werp-besluit gedoeld. De in Soest geldende normen zijn gerelateerd aan het minimumloon en steken in het algemeen uit boven de in de omringende gemeen ten geldende normen. Hierbij zij te bedenken dat het hier normen betreft die niet absoluut, maar van geval tot geval worden toegepast, waarbij rekening wordt gehouden met alle bijzondere elementen die een rol spelen. De heer WESTRA: Maar niet boven die basis uitgaan.' De wethouder DE HAAN: Natuurlijk wel. In de Algemene Bijstandswet staat omschreven op welke wijze er toepassingen komen. De toepassing is zeer simpel. In de Algemene Bijstandswet wordt juist die mogelijkheid open gehouden. Want er staat duidelijk in omschreven, dat er sprake moet blijven van individuele toepassing met de gebruikmaking van normen. Dit gebeurt hier Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De VOORZITTER sluit hierna, te 23.10 uur, de vergadering, die op woensdag 27 september 1967, te 19.30 uur, zal worden voortgezet. Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op 20 december 1967. De voorzitter 209 210 - 238 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1967 | | pagina 239