12 december 1967. Middelwijk en Langeindsche Maten is klaar. Dit wegenplan gaat thans naar de cultuur-technische dienst en gedeputeerde staten met het verzoek om akkoordverklaring en financiële bijdragen. Op de vraag waarom de kwestie van de hoogspanningsleiding niet is behandeld in de commissie openbare werken, kan spreker geen antwoord geven. Deze kwestie heeft eind september-begin oktober gespeeld. Over deze aan te brengen hoogspanningsleiding had het college reeds lang contact. Het was aanvankelijk de bedoeling dat deze leiding helemaal door de duinen zou lopen (door de lange duinen én de korte duinen). Na verschillende besprekin gen is het tracé verschoven. De thans gevonden oplossing is wel beter. Het is bijzonder jammer dat het tracé thans over de Zoom gaat. Daartegen hebben burgemeester en wethouders geprotesteerd. Ook is het college het nog niet eens over het tracé aan het einde van de gemeente bij de grens met Amersfoort. Het college wil het tracé nog verder opschuiven in de richting van Amersfoort. Aan de andere kant zijn er nogal wat bezwaren van de bewo ners aan de Birkstraat bij het Witte Huis. Na de openbare hoorzitting'heeft spreker er voor gepleit om althans dat stukje te verkabelen. Het overleg over deze zaak is nog gaande. Het is zelfs mogelijk dat over dat stukje nog weer eens een nieuwe hoorzitting zal plaatsvinden. Men zal dan opnieuw de gelegenheid hebben bezwaren in te dienen. Het college staat op het standpunt dat de leiding zoveel mogelijk in de richting van Amersfoort (ongeveer op de grens) moet worden aangelegd. Het natuurterrein en de bebouwing (aan de Birkstraat) zullen daardoor zo weinig mogelijk worden gehinderd. Dit punt is nog in studie. Over deze kwestie heeft het college geen contact gehad met landbouworganisaties. Iedereen heeft op de gehouden hoorzitting zijn bezwaren naar voren kunnen brengen. Dit is wellicht ook gebeurd door de land bouworganisatiesDe gemeente heeft haar bezwaren naar voren gebracht als eigenaresse van de grond en als hoedster van het algemeen belang (het natuur en landbouwschapsschoon) De paden in de bossen zijn door enige sprekers ter sprake gebracht Het college rheent dat het markeren van de wandelroutes door de bossen dient te geschieden door de V.V.V. De V.V.V. wil dit werk ook wel doen en heeft daartoe een initiatief genomen. Spreker meent dat de V.V.V. ook nog contact heeft gehad met de natuurwachtHet college acht het een gelukkige omstan digheid wanneer particulieren wandelroutes uitzoeken en bebakenen. Hij meent niet dat er behoefte is aan nog meer paden door de bossen. Er zijn nogal behoorlijk wat paden. Misschien zijn ze niet allemaal even gemakkelijk te belopen, maar wanneer men in natuurterrein loopt (b.v. bos of duinen), dan loopt men niet in een stadspark. Men zal zich voor het wandelen in de bos sen iets meer moeite moeten getroosten. Het is bekend dat de bosbouw in Nederland heel sterk verliesgevend is. Uiteraard is de bosbouw op de slechte gronden het meest verliesgevend, omdat op deze gronden de houtopbrengst in verhouding tot de arbeidskosten het slechtst is. Het is dan ook geen wonder dat de uitkomsten heel slecht zijn op de bijzonder slechte gronden in Soest. Daarbij komt nog dat op de betrokken post ook nog drukken de kosten die in verband met de recreatie worden gemaakt (b.v. het onderhouden van de paden en het legen van de papier manden). Het gaat in dit geval om kosten die met de bosbouw niets te maken hebben, maar die toch op de betrokken post drukken. Gezien in het licht van de enorme verliezen die momenteel in de bosbouw worden geleden, is er dan ook niet eens sprake van een buitensporig hoge verliespost op de begroting. Spreker is het niet eens met de veronderstelling van de heer Ber- kelbach van der Sprenkel, dat de groei van Soest enigszins tot staan is ge komen. Het aantal inwoners is in 1967 heel weinig toegenomen. Dat was ook wel te verwachten, omdat er dit jaar practisch geen huizen zijn klaargekomen De bestaande huizen zijn over het algemeen al aardig vol, zodat er gewoon geen ruimte is voor een bevolkingsgroei. Maar daarnaast moet men het aantal - 316 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1967 | | pagina 317