17 februari 1967. leiden. Er rijden op deze straat dikwijls tractoren en dat zou wanneer hier een inhaalverbod van kracht zou zijn, leiden tot de vorming van zeer grote files van auto's die het degenen die aan deze straat een bedrijf heb ben, onmogelijk zouden maken deze weg nog met hun landbouwvoertuigen over te steken. Spreker gelooft dat men toch wel de nodige voorzichtigheid moet betrachten bij het doen van suggesties inzake verkeersmaatregelen. De situa tie ten aanzien van de gehele Birkstraat is hopeloos. Aan weerszijden van deze straat liggen landbouwbedrijven. Degenen die op die bedrijven werkzaam zijn, moeten dikwijls met landbouwvoertuigen de Birkstraat oversteken. Dat leidt vaak tot zeer gevaarlijke situaties. Zij moeten daarbij namelijk niet alleen het verkeer op deze weg, maar ook het vetkeer op het langs deze weg gelegen rijwielpad voorrang verlenen en daardoor komt het dikwijls voor, dat een automobilist die daarop helemaal niet had gerekend, plotseling een gedeelte van de weg geblokkeerd ziet door het achterste deel van een land bouwvoertuig waarvan de bestuurder voorrang moet geven aan een wielrijder of een bromfietser. Men kan nu wel praten over het instellen van een inhaal verbod of een snelheidsbeperking voor de Birkstraat, maar alvorens aan de rijkswaterstaat om desbetreffende maatregelen wordt gevraagd, zal eerst moeten worden bestudeerd, welke maatregelen ten aanzien van deze straat moeten worden getroffen. De heer VAN POPPELEN is het niet geheel met wethouder Hilhorst eens. Hij meent namelijk dat het oversteken van de Birkstraat voor de aan deze straat gevestigde landbouwers extra gevaarlijk is zolang over deze straat nog met een snelheid van meer dan 100 km per uur wordt gereden. Hij gelooft dat de gevaren voor deze mensen aanmerkelijk zouden worden vermin derd, wanneer voor deze straat een maximumsnelheid werd vastgesteld. Door het invoeren van zo'n beperking zou z.i. de situatie ter plaatse ook voor de automobilisten veiliger worden. Hij meent dat met het instellen van deze beperking niet te lang moet worden gewacht. Als zij eenmaal is ingesteld, kan men altijd nog zoeken naar andere maatregelen ter bevordering van de veiligheid ter plaatse. De heer DE GROOT heeft de indruk, dat wethouder Hilhorst hem weer verkeerd heeft begrepen. Hij merkt op dat hij niet heeft gesproken over het invoeren van een inhaalverbod voor de gehele Birkstraat, doch dat hij het heeft gehad over het invoeren van zo'n verbod voor een gedeelte van deze straat De wethouder HILHORST: Welk gedeelte? De heer DE GROOT: Ik dacht aan het gedeelte in de buurt van garage Tensen. Wat het resterende gedeelte in de richting Amersfoort betreft, ben ik het met u eens, dat een inhaalverbod beslist niet wenselijk is. Een be tere verlichting en .een snelheidsbeperking acht ik echter wel wenselijk. De wethouder HILHORST: Waarom wel bij garage Tensen en verder deze kant op niet? De heer DE GROOTOm het bezwaar dat u zoëven heeft genoemd en ten aanzien waarvan ik het volkomen met u eens ben. Juist daar waar die boer derijen zijn en waar vele tractoren de weg oversteken zou een inhaalverbod schadelijk zijn. Voor het gedeelte van deze straat waaraan op het ogenblik werkzaamheden worden verricht geldt thans een inhaalverbod, maar dat zal waarschijnlijk een tijdelijk verbod zijn. De wethouder HILHORST betwijfelt in sterke mate of een verbetering van de verlichting langs de rijkswegen zou leiden tot een grotere veiligheid voor het autoverkeer. De gemeente Baarn heeft ten aanzien van de verlichting van rijkswegen een voorbeeld gegeven voor wat betreft het rijksweggedeelte bij het paleis, maar heeft het verdere gedeelte van die weg helemaal niet verlicht. In Soest is er langs de rijksweggedeelten tenminste nog een straat verlichting. Het aanbrengen van een betere verlichting langs die weggedeel ten zou veel geld kosten en zou in verkeerstechnische opzicht waarschijnlijk

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1967 | | pagina 32