12 december 1967. De heer DE BRUIN: Wat hebben wij daar nu mee te maken? De wethouder VAN DEN AREND: Daar hebben wij zeker mee te maken. Dit is een zaak die in andere plaatsen op dezelfde wijze wordt geregeld. Onder de oude toonkamerovereenkomst vond er later altijd controle plaats door het gasbedrijf wanneer installateurs toestellen hadden geplaatst. De heer DE BRUIN: Dat is heel iets anders, dat doet de P.U.E.M. nu nog De wethouder VAN DEN AREND: Maar dat komt ook op deskundigheid neer. Vandaar dat burgemeester en wethouders de installateurs in het zadel willen helpen en willen trachten de G.A.S.O. op de in de circulaire ver melde wijze goed te doen functioneren. In de voorwaarden ziet men waarop de abonnees recht hebben, of men nu een duur of een goedkoop toestel heeft. Overigens gelooft spreker niet dat men mag stellen, dat een goedkoop toestel meer reparatie behoeft dan een duur toestel. Hetzelfde geldt voor een automobiel. Wanneer ik, aldus spreker, zuinig ben op mijn Fordje, dan heb ik daaraan nooit onderhoud. Maar een ander kan aan een Mercedes veel meer kosten hebben. De burgemeester heeft mevrouw Polet reeds geantwoord op haar vraag met betrekking tot het mogelijk informeren van de financiële commis sie over werken waarmede in juni nog niet is begonnen. De raad zij er op gewezen dat men in de leesportefeuille een overzicht zal vinden van hetgeen tijdens de laatste vergadering van de financiële commissie is toegezegd. Het college vindt de gasverliezen helemaal niet verontrustend. In zijn totaliteit gaat er natuurlijk een hoop gas verloren, maar er is altijd gasverlies geweest. Er wordt natuurlijk naar gestreefd om dat gas- verlies zoveel mogelijk te beperken. Dat lukt ook aardig. Zoveel mogelijk worden de lekken en de oorzaken van deze lekken opgespoord. Er is voor burgemeester en wethouders geen reden om verontrust te zijn. Het gasverlies in Soest heeft geen buitengewoon nadeligp invloed op de natuur (met name de bomen) De heer DE BRUIN vraagt of thans verder kan worden gegaan over de kwestie van de^.A.S.O. of dat deze kwestie bij het gasbedrijf moet wor den behandeld. Met uitleg van wethouder van den Arend neemt spreker nog steeds geen genoegen. Mevrouw POLET-MuslerIk neem ook geen genoegen met de uitleg van de wethouder.' De heer DIJKSTRA: Wij moeten deze kwestie in de gascommissie be spreken. De VOORZITTER: Wij kunnen natuurlijk ook weer bij de behandeling van het hoofdstuk gasbedrijf over deze kwestie gaan praten, maar ik vrees dat wij er ook dan niet helemaal uit zullen komen. Ik stel u voor om deze kwestie nog eens. in de gascommissie te bespreken en daarna in de raad. De heer DE BRUIN: Deze zaak is de leden van de gascommissie niet bekend De wethouder VAN DEN AREND: Jawel, tot deze zaak is in principe in de gascommissie besloten. De tarieven zijn alleen een zaak van de instal lateurs zelf. De ontwerp-overeenkomst is echter besproken in de gascommis sie. De heer DE BRUIN: Al is dat zo, dan nog behoort het tot de compe tentie van de raad om de tarieven vast te stellen.' De wethouder VAN DEN AREND: Neen, het is een zaak van de instal lateurs, waarmede wij niets te maken hebben. De heer DE BRUIN: Het gasbedrijf is niet autonoom, het is de gemeenteraad die deze dingen vaststelt enniet het gasbedrijf.' De VOORZITTER: Wanneer ik u bij het hoofdstuk gasbedrijf opnieuw de gelegenheid geef over deze kwestie te spreken, dan zullen wij eigenlijk nog niet verder zijn gekomen. Het is m.i. veel beter om deze gehele materie - 339 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1967 | | pagina 340