17 februari 1967. De wethouder HILHORST gelooft dat het - wanneer er een nieuw plan is - voordeliger is dat gemeentewerken de plannen uitwerkt in plaats van de Koninklijke Nederlandse Heidemaatschappij. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 28(9) Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het aanbrengen van verbeteringen en vernieuwingen ten behoeve van het Soester Natuurbad. De heer HOM zegt dat punt 2 in het preadvies bij het onderhavige voorstel van burgemeester en wethouders een zeer naar geval betreft. Uit het preadvies blijkt, dat de gehele houten voorpui van het filtergebouw binnen 5 jaar grotendeels is vergaan, doordat het gebruikte houtwerk te jong en te slecht gewaterd was en dat zuinigheidsoverwegingen ertoe zouden hebben geleid, dit houtwerk toch te gebruiken. Spreker heeft niet gemerkt, dat een der raadsleden destijds om zuinigheid heeft gevraagd. De thans door het college gebruikte zinsnede is eigenlijk een blamage voor de raad, die een bezuiniging zou hebben aan gebracht. Het is jammer dat binnen vijf jaar moet worden geconstateerd, dat de pui van het filtergebouw helemaal is verrot. Als oorzaken worden ge noemd de vochtigheidsgraad in het filtergebouw en het feit dat het hout te slecht is gewaterd. Spreker meent dat tegenwoordig hout helemaal niet meer wordt gewaterd. De heer VERHEUS zegt dat het hem bevreemdt, dat nu, vijf jaar na dat ten behoeve van het Soester Natuurbad een behoorlijk bedrag is geïnves teerd, blijkt dat materialen van mindere kwaliteit zijn gebruikt voor de voorpui van het filtergebouw. Hij zou graag vernemen of hiervoor iemand verantwoordelijk kan worden gesteld. Spreker zal zo mogelijk ook graag vernemen, welk bedrag zal zijn gemoeid met de op pagina 2 van dit voorstel genoemde werkzaamheden. In de brief van het bestuur van de Stichting Soester Natuurbad staat een zin die hierop neerkomt:Wij menen dat ten aanzien van de voorpui van het filtergebouw een constructiefout is gemaakt; laat de kosten van vernieuwing van die pui alstublieft niet ten laste van onze exploitatie ko men; anders worden wij waarschijnlijk weer te zwaar belast. Uit het voorstel van het college kan spreker niet opmaken of deze visie van 'dit bestuur door het college is of wordt overgenomen. De heer DE BRUIN zegt dat zijn fractie niet zo gelukkig is met punt 2 van dit voorsteldoch dat zij beseft dat de desbetreffende vernieu wing moet gebeuren en dat zij daarom gaarne bereid is, mede te werken aan de beschikbaarstelling van het ter zake benodigde krediet, opdat de zaak zo vlug mogelijk in het reine zal kunnen worden gebracht. Spreker vermoedt dat het feit dat het college nog geen krediet heeft gevraagd ten behoeve van de op pagina 2 van dit voorstel genoemde werkzaamheden, verband houdt met de limiet die de laatste tijd zo'n beetje wordt aangelegd. Hij zal graag vernemen of op korte termijn kan worden onderzocht of het in verband met de verruiming van de arbeidsmarkt en het feit dat maatregelen op het gebied van de aanvullende werken zijn getroffen (o.a. de bouw van 16 a 18 zwembaden betreffende) niet mogelijk zou zijn, alle ten behoeve van het Soester Natuurbad aan te brengen verbeteringen en vernieuwingen in een keer uit te voeren. De heer OLDENBOOM zegt dat hij het als lid van het bestuur van de Stichting Soester Natuurbad in zeker opzicht natuurlijk van ganser harte eens is met dit voorstel, doch dat dit voorstel hem anderzijds noopt enige opmerkingen te maken. Het schijnt tegenwoordig verschrikkelijk moeilijk te zijn om wanneer er een fout is gemaaktde dader te vinden. Men neemt allerlei dure instanties, b.v. de Nederlandse Heidemaatschappij, in de arm en toch gaat het fout. Wat het Soester Natuurbad betreft kunnen, voor zover spreker be kend is, in dit opzicht drie punten worden genoemd: de tegels, het dak van het garderobegebouw en de voorpui van het filtergebouw. De ten aanzien van

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1967 | | pagina 36