17 februari 1967.
Gemeenten.
De heer DE GROOT zegt dat het aanbod tot het verstrekken van deze
geldleningen geldig was voor lening a. tot 1 februari voor lening b. tot
10 februari en Vóór lening c. eveneens tot 1 februari. Hebben burgemeester
en wethouders inmiddels uitstel gevraagd? Als er namelijk geen uitstel is
gevraagd, heeft het op het ogenblik weinig zin om over deze geldleningen
te spreken.
De VOORZITTER zegt dat het college aan de Bank voor Nederlandsche
Gemeenten heeft medegedeeld, dat werd aangenomen, dat de raad met de voor
stellen akkoord zou gaan.
De heer DE GROOT: Dus wij zitten hier alleen maar om ja te knikken;
wij zitten hier eigenlijk zo'n beetje voor piet Snot.'
De VOORZITTER: Er zijn liefhebbers genoeg voor het geld.'
De heer DE GROOT zegt dat hij geen enkel bezwaar heeft tegen het
aangaan van geldleningen, maar wat heeft het voor zin om dit raadsvoorstel
te behandelen als burgemeester en wethouders het toch al hebben besloten
de leningen aan te gaan.
De wethouder HILHORST: U kunt tegen stemmen.'
De wethouder VAN DEN AREND zegt dat deze leningen zijn geaccepteerd
behoudens goedkeuring van de raad.
De heer DE GROOT merkt op dat als dat voorbehoud is gemaakt, de
fractie van de Boerenpartij geen enkel bezwaar tegen de voorgestelde lenin
gen heeft. Maar spreker heeft er bezwaar tegen wanneer de raad alleen maar
behoeft ja te knikken.
De wethouder VAN DEN AREND zegt dat het college de lening onder
voorbehoud heeft geaccepteerd, in de overtuiging dat de raad akkoord zou
gaan. Er is geen andere weg om aan geld te komen.
De heer DE GROOT zegt dat hij akkoord gaat met het accepteren van
de lening onder voorbehoud. Dat voorbehoud maakt voor hem de zaak aanneme
lijk.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
32(13) Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de aanschaf van
een vrachtwagen voor gemeentewerken.
De heer DE GROOT zegt dat in veel gemeenten voor verschillende
takken van dienst een wagen wordt gehuurd. Wil het college onderzoeken wat
de kosten voor de gemeente zijn bij aanschaf van een nieuwe vrachtwagen en
het huren van een vrachtwagen? Bij de fractie van de Boerenpartij bestaat
de indruk, dat het huren van een vrachtwagen bij een particuliere onder
neming wel eens goedkoper kan uitkomen dan het kopen van een nieuwe auto.
De heer EBBERS zegt dat thans een wagen die in 1955 is aangekocht,
buiten gebruik moet worden gesteld. Is de afschrijvingstermijn van de
vrachtwagen niet te lang?
De wethouder HILHORST gelooft niet dat moet worden besloten tot
het huren van wagens.
De heer DE GROOT: Dat heb ik ook niet gevraagd.'
De wethouder HILHORST zegt dat hij niet kan beoordelen wat het
voordeligst is. Er worden van gemeentewege in bepaalde gevallen wel eens
wagens gehuurd, maar dit voorstel betreft een wagen die men iedere dag
nodig heeft en spreker gelooft dat ieder bedrijf dat een wagen dagelijks
nodig heeft, die wagen zal kopen in plaats van hem te huren. Maar als dat
op prijs wordt gesteld, zou wel eens een calculatie kunnen worden opgemaakt
van de kosten van enerzijds het gebruik van een huurwagen en anderzijds het
gebruik van een wagen die de gemeente in eigendom heeft.
De heer DE GROOT: Dat zou ik willen voorstellen.
De wethouder HILHORST zegt als antwoord aan de heer Ebbers, dat
de in 1955 in gebruik gestelde auto allang is afgeschreven. Spreker heeft
begrepen dat de heer Ebbers heeft gezegd: Als een wagen is afgeschreven,
- 40 -