17 februari 1967. Voortgaande zegt spreker dat aanneming van het onderhavige voor stel kan betekenen dat - wanneer rijkswaterstaat over twee jaar met zijn plannen komt - de plannen van rijkswaterstaat het plan van thans weer hele maal doorkruisen. De heer DE BRUIN zegt dat de VVD-fractie de woorden van de heer Verheus ondersteunt en hoofdelijke stemming vraagt over het tweede deel van het voorstel van burgemeester en wethouders. De VOORZITTER stelt hierna voor, dit punt aan te houden tot de raadsvergadering van 15 maart a.s. Als de raad hiermede instemt, dan zal het college trachten vódr die datum enige klaarheid te verkrijgen ten aan zien van de plannen van de rijkswaterstaat, waaromtrent het thans nog in het ongewisse verkeert. Spreker weet niet of dit zal gelukken, maar dat merkt men dan wel op 15 maart. Als het het college niet gelukt bedoelde informaties te verkrijgen, dan zal men alsdan net zover zijn als men nu is en zal over het voorstel van het college hoofdelijk worden gestemd. Maar misschien zal het college alsdan over enige informatie beschikken die het voor de raad wel wat gemakkelijker kan maken om tot een besluit te komen. Aanhouding van dit agendapunt tot 15 maart betekent een uitstel 3 van bijna vier weken. De heer PIEREN vraagt of de eigenaresse door zo'n uitstel zou worden gedupeerd. De VOORZITTER stelt hierna voor, de gevraagde ontheffing voor het verplaatsen van de ondergrondse tank en het pompeiland thans te verle nen eni.het punt betreffende de ontheffing voor het uitbreiden van de installatie met een mengsmeerpomp aan te houden. Laatstbedoeld punt komt dan op de agenda voor de vergadering van 15 maart a.s. Misschien zal het dah mogelijk zijn iets naders mede te delen. Het college zal daar zijn best voor doen. De heer VAN DEN BERG vraagt of aan de eigenaresse zal worden mede- 4 gedeeld, dat het punt betreffende de mengsmeerpomp is aangehouden. De VOORZITTER beantwoordt deze vraag bevestigend. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel van de voorzitter be sloten. b. het vestigen van een werkplaats tot fabricage van stalen meubelen aan de Postweg 46 te Soesterberg. Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. 37(18) Voorstel tot beëindiging overeenkomst inzake de huur van opslagruimte voor inboedels De heer VAN DEN BERG vraagt of met de heer van Asch vooroverleg is gepleegd over deze beëindiging. De wethouder DE HAAN beantwoordt deze vraag bevestigend. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 38(19) Voorstel tot verkoop van grond: a. gelegen aan de Vosseveldlaan hoek van Beuningenlaan aan Mr. S.P. Baron Bentinck Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. b. gelegen aan de Prins Bernhardlaan aan P.A. Waals. De heer WESTRA merkt op dat dit voorstel betreft de verkoop van grond tegen ongeweer 24,per m2 en dat de vanavond behandelde voorstel len 10c en lOd betrekking hebben op de aankoop van gronden die volgens het desbetreffende taxatierapport zijn gewaardeerd op 25,per m2. Hij vraagt of er wel van een juiste verhouding kan worden gesproken als de gemeente aan de Prins Bernhardlaan gelegen grond verkoopt tegen 24,per m2 en aan de Smitsweg gelegen grond aankoopt tegen 25,per m2. De wethouder HILHORST zegt dat het collgge zich heeft gehouden - 52 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1967 | | pagina 53