15 maart 1967.
nemen met het bureau voor verificatie, opdat deze onjuiste voorstelling van
zaken wordt hersteld.
De VOORZITTER merkt op dat "en dergelijke" een heel ruim begrip
is. Er zou ook kunnen staan: bedrijven, woningbouwverenigingen en dergelijke
Het heeft geen enkele principiële waarde. Het is gewoon een gemakkelijke
manier om een hele groep van zeer diverse instellingen aan te duiden. Er
staat trouwens niet: gemeentebedrijven en dergelijke. Maar misschien kan
het verificatiebureau nog iets bedenken om te dezen eventuele gevoeligheden
te omzeilen.
De rapporten worden voor kennisgeving aangenomen,
d. nota d.d. 8 maart inzake het al of niet toekennen van presentiegeld
aan ambtenaren voor het verplicht bijwonen van avondvergaderingen van
raadscommissies etc. met voorstel deze voor kennisgeving aan te nemen.
De heer VAN DEN BERG gelooft niet dat deze nota een afspiegeling
vormt van de intensiteit, waarmede het college zich met deze materie heeft
bemoeid
In deze nota wordt aangegeven, dat artikel 19 van het Algemeen
Ambtenarenreglement van toepassing zou zijn. Het is bijzonder spijtig dat
het Algemeen Ambtenarenreglement niet aan de stukken is toegevoegd. Was
dat wel gebeurd, dan hadden de raadsleden kunnen zien, dat artikel 19 zes
leden omvat. In het eerste lid wordt aangegeven, dat onder overwerk niet
wordt verstaan werk dat in aansluiting op de normale werktijd wordt ver
richt, alsmede werk dat geen regelmatig karakter draagt.
Bij de begrotingsbehandeling heeft spreker gevraagd ambtenaren
die de vergadering van het college voor de verlening van bijstand bijwonen,
een tegemoetkoming te verlenen ter hoogte van het presentiegeld dat de
overige leden van dat college genieten. In de onderhavige nota vindt hij
alleen maar een versterking van het destijds door hem aangevoerde argument
om bedoelde ambtenaren een vergoeding te geven. In lid 2 van artikel 19 van
het Algemeen Ambtenarenreglement wordt namelijk bepaald, dat vergoeding voor
overwerk bestaat: a. extra verlof gelijk aan het aantal uren van het over
werk en b. een vergoeding in geld. Bedoelde ambtenaren hebben in 1965 en
1966 in totaal 37 avondvergaderingen van het college voor de verlening van
bijstand bijgewoond.
In de nota wordt voorts aangegeven dat de omliggende gemeenten,
behoudens Baarn, een stelsel voor het toekennen van presentiegeld kennen.
Spreker stelt voor alsnog te beslissen de ambtenaren die avondvergaderingen
bijwonen, een presentiegeld toe te kennen, gelijk aan het bedrag dat de
overige leden genieten.
De heer HOM zegt dat men het in de K.V.P.-fractie niet geheel
eens is over deze zaak. Hij zou een ander voorstel willen doen dan dat van
de heer van den Berg. De betrokken ambtenaren hebben een groot gedeelte van
de avondvergaderingen moeten bijwonen in verband met de nieuwe Algemene Bij
standswet en misschien ook om de in het college voor de verlening van bij
stand zittende mensen in te werken. Spreker stelt voor dat het college van
burgemeester en wethouders intern bekijkt, of het mogelijk is de betrokkenen
voor dit extra werk b.v. een uitkering ineens te geven. Hij is het name
lijk niet geheel eens met het voorstel van de heer van den Berg om de betrok
ken ambtenaren voor het bijwonen van alle avondvergaderingen te betalen.
De wethouder DE HAAN merkt op dat de meeste van de betrokken ambte
naren het verlof waar ze recht op hadden, hebben opgenomen.
De heer VAN DEN BERG: Dat moet ik toch wel ontkennen. Ik weet per
tinent zeker dat dit niet is gebeurd.
De wethouder DE HAAN: Misschien is niet precies het volledige aan
tal uren als verlof opgenomen, maar er is van deze regeling gebruik ge
maakt
Na de begrotingsbehandeling heeft het college de betrokken ambte-
- 65 -