19 april 1967. missie en met algemene stemmen werd een gunstig advies gegeven. In het ge ding was echter ook nog een derde oversteekplaats, namelijk aan de Soester- bergsestraat ter hoogte van de woning van dokter Rip. De verkeerscommissie bracht ook met betrekking tot deze oversteekplaats een gunstig advies uit maar dit geschiedde met de kleinst mogelijke meerderheid. Spreker verwondert zich nu over het feit dat thans niet wordt voorgesteld de voetgangersover steekplaats op de Soesterbergsestraat aan te brengen, het is juist deze over steekplaats die het meest dringend noodzakelijk is. De wethouder HILHORST zegt dat hij geen deel uitmaakt van de ver keerscommi ssie in de commissie openbare werken heerste nogal wat verdeeld heid over het aanbrengen van een oversteekplaats voor het huis van dokter Rip. Het college meent nu dat de oversteekplaatsen op de Dalweg en de Koninginnelaan vast moeten worden aangebrachtopdat kan worden bezien of zich inderdaad gevaren voordoen. Als in praktijk blijkt dat de oversteek plaatsen op de Dalweg en de Koninginnelaan goed voldoen zal een volgende keer een oversteekplaats op de Soesterbergsestraat worden aangebracht. Het college heeft rekening willen houden met de tegenargumenten die in de commissie openbare werken naar voren zijn gebracht. De praktijk zal nu een antwoord moeten geven op de argumenten die voor- en tegenstanders van de oversteekplaatsen hebben gebruikt. De heer DE BRUIN: Ik maak u er op attent dat u hebt gezorgd voor de kleinst mogelijke meerderheid.' De wethouder HILHORST: Dat kan best, maar er waren voor- en tegen argumenten.' De heer DE BRUIN: Er waren 3 voor- en 3 tegenstanders en de stem van de heer Hilhorst als voorzitter van de commissie was doorslaggevend. De VOORZITTER: Dat mag toch wel?.' De wethouder HILHORST: Wat voor bezwaar is daartegen? De heer DE BRUIN: Ik moet nu uw argumenten wel accepteren, maar het is niet bevredigend.' De wethouder HILHORST: Ik heb zojuist gezegd dat een belangrijk deel van de commissieleden tegen het voorstel was en het college heeft daar op besloten de beide oversteekplaatsen op de Dalweg en de Koninginnelaan aan de praktijk te toetsen. Mocht blijken dat deze beide oversteekplaatsen een oplossing van het oversteekprobleem betekenen, dan zal ook op de Soes terbergsestraat een oversteekplaats komen. De VOORZITTER zegt dat men in Soest nog geen enkele ervaring heeft opgedaan met een voetgangersoversteekplaats. Thans wordt voorge steld twee oversteekplaatsen aan te leggen op punten die duidelijker zijn dan het punt aan de Soesterbergsestraat. De plaats voor een oversteekplaats aan de Soesterbergsestraat moet vrij willekeurig worden gekozen. De erva ringen opgedaan met de logischer te situeren oversteekplaatsen aan de Dalweg en de Koninginnelaan zullen tot richtsnoer dienen bij een eventuele aanleg van een oversteekplaats aan de Soesterbergsestraat, terwijl de ambtelijke verkeerscommissie door deze handelwijze in staat wordt ge steld advies uit te brengen. De aanleg van oversteekplaatsen kost nogal wat geld en men dient derhalve zeker te weten dat het geld goed wordt besteed. De heer DIJKSTRA vraagt hoe Rijkswaterstaat uitvoering denkt te geven aan het aan te leggen zeebrapad tussen het raadhuis en het post kantoor. Ongeveer een jaar geleden heeft het gemeentebestuur bericht ont vangen dat Rijkswaterstaat een oversteekplaats zou aanleggen, bekend is dat het geruime tijd duurt vooraleer Rijkswaterstaat met werkzaamheden begint, maar men mag aannemen dat het werk zal worden uitgevoerd. Is het het college bekend hoe de oversteekplaats wordt uitgevoerd? Wordt ter plaatse een licht bak ter beveiliging aangebracht? De VOORZITTER: Ik kan u niet inlichten, want ik heb nog geen en kele tekening gezien. - 98 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1967 | | pagina 99