19 juni 1968, nieuwen of veranderen daarvan, mag alleen geschieden indien het terrein, waarop gebouwd wordt, grenst aan een weg, die voldoet aan het bepaalde in artikel 290 en een uitweg verzekerd is, die doeltreffend is in ver band met de bestemming van het gebouw en met betrekking tot de ligging in verband met verkeerssituaties". 32. Het bepaalde in artikel 37, lid 4, onder a, sub 1, wordt gelezen als volgt "1. Voor wat betreft het grenzen van het terrein aan een weg, die vol doet aan het bepaalde in artikel 290, mits de totstandkoming van de weg voldoende is verzekerd.". 33. In artikel 37, 4e lid, onder a, sub 3, wordt voor "3A" gelezen "3".". Het college kan zich met de door de commissie openbare werken voorgestelde wijziging verenigen. Het voorstel wordt, met inachtneming van de aangebrachte wijzi gingen zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 131(6) Voorstel tot vaststelling van een instructie voor de ambtenaren van bouw en woningtoezicht. De VOORZITTER deelt mede dat van de commissie openbare werken het volgende advies is ingekomen: "De commissie openbare werken verenigt zich met dit voorstel. De daarin aangebrachte wijzigingen in artikel 2 dienen h.i. echter niet te worden overgenomen". Het college kan zich met het voorstel van de commissie openbare werken verenigen. Het voorstel wordt, met inachtneming van de aangebrachte wijzi ging. zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 132(7) Voorstel tot het weigeren van de ontheffing als bedoeld in artikel 1 van de Zoneverordening Hinderwet voor een herstelinrichting annex spuiterij aan de Amersfoortsestraat te Soesterberg. De heer VERHEUS meent dat de vergunning is aangevraagd door een bestaand bedrijf, dat reeds volop werkt. Het betrokken perceel heeft in het bestemmingsplan Amersfoortsestraat een woonbestemming gekregen, waardoor het niet toelaatbaar is een herstelinrichting annex spuiterij in dit perceel te vestigen. Het perceel waarvoor de vergunning is aangevraagd, bevindt zich aan de Amersfoortsestraat nummer 108a. Het vreemde is nu dat er ter hoogte van nummer 70 aan de Amers-foortsestraat sedert kort een steenhouwerij met loodsen en een kantoorgebouw is gevestigd. Het is spreker onbekend of dit bedrijf hinderwetplichtig is. Vaststaat dat er een vreselijk lawaai wordt gemaakt. De vraag rijst echter waarom de een ter plaatse wel een bedrijf mag vestigen en de ander niet. Bovendien bevindt zich tussen het perceel van de aanvrager en de steenhouwerij een autohandel. Het gehele terrein staat vol met auto's. Aan beide zijden van de Amersfoortsestraat worden thans auto's verkocht. Het ene bedrijf heeft nog meer auto's staan dan het andere bedrijf. Thans wordt voorgesteld de door de heer J.W.M. van Beek aangevraag de ontheffing als bedoeld in artikel 1 van de Zoneverordening Hinderwet niet te verlenen. Het bedrijf draait echter reeds geruime tijd. Het niet ver lenen van de vergunning betekent dat het betrokken bedrijf enorm wordt ge hinderd, terwijl een ander rustig - wellicht clandestien - diens gang gaat Waarom kunnen de bedrijven die een paar honderd meter verder dan de heer van Beek zijn gevestigd rustig hun gang gaan? Ligt dat aan het bestemmingsplan? Spreker heeft een en ander niet uit de stukken kunnen destilleren. De heer ELBERTSE acht het met het oog op de woonbestemming van het betrokken perceel begrijpelijk, dat burgemeester en wethouders voorstellen de aangevraagde ontheffing niet te verlenen. Is het wellicht mogelijk om in overleg met de gegadigde te zoeken naar een terrein dat wel geschikt is voor diens bedrijf? Het jonge gezin van de heer van Beek verkeert reeds enige

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1968 | | pagina 112