21 augustus 1968. wijze. In Soest en omgeving komt slechts sporadisch een landbouwbedrijf vrij. Wanneer de gemeente over een jaar of drie genoodzaakt zou zijn de heer P R. Hilhorst van diens bedrijf te doen verwijderen en dan maar zou zien wat hij zou moeten doen, dan zou deze zaak voor de gemeente veel pijnlijker zijn dan ze thans is, nu de heer P.R Hilhorst vrijwil ig aan de voorgestelde oplossing van deze aangelegenheid medewerking verleent. Spreker vindt het jammer, dat lang over deze zaak moet worden gepraat. Het in dit voorstel genoemde bedrag van 81.060,lijkt nu misschien een groot voordeel voor de heer P.R. Hilhorst, maar spreker kan de heer Westra verzekeren, dat de stap die de heer P.R Hilhorst nu, weliswaar vrijwil lig, maar mede in het belang van de gemeente wil doen, voor de heer P.R Hilhorst een grote aderlating betekent. Toen de gemeente het onderhavige bedrijf kocht is, vooral door degenen die verstand van landbouw hebben, gezegd: Dit is een koopje voor de gemeente. Toen had men ook al duidelijk voor ogen, dat de onderhavige pachtschaderegeling een keer zou komen. De heer DE GROOT zegt zich graag aan te sluiten bij de woorden van de heer Van Poppelen. Door de heer Westra wordt de indruk gewekt alsof in dit geval de gemeente zou worden benadeeld en een pachter zou worden bevoordeeld, maar. De heer WESTRA: Dat heb ik niet gezegd.' De heer DE GROOT: ...dat is beslist niet waar. Indertijd is deze boerderij, met pacht, gekocht voor 200.000,--. Wanneer deze boerderij vrij van pacht was aangekocht, dan had zij minstens 285.000,gekost. Dit betekent dat er een ruimte van 85.000,-- voor pachtschadevergoeding is. De gemeente komt er met het in dit voorstel genoemde bedrag van 81.060,met een koopje af. Spreker begrijpt dan ook niet waarom hier over drukte moet worden gemaakt. De gemeente kan via het onderhavige voor stel een man helpen en hij zou dan ook willen zeggen: Laat de gemeente dit in vredesnaam doen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, waarbij op hun verzoek wordt aangetekend, dat de leden van de V.V D.- fractie geacht wensen te worden te hebben tegengestemd. Op voorstel van de VOORZITTER wordt aan de agenda toegevoegd: 213(34) Voorstel tot het aangaan van een geldlening, groot 718.000, De VOORZITTER deelt mede dat deze lening, waarvoor een rente van 6f% geldt, de gemeente zeer onlangs is aangeboden, zo kort geleden dat het het college niet mogelijk was de raad tijdig een desbetreffend voor stel te doen toekomen. De raad verleent nu en dan kredieten voor werken die niet kunnen worden uitgevoerd dan nadat een vaste geldlening is verkregen. Het aangaan van de onderhavige geldlening maakt het mogelijk om weer enige van zulke werken uit te voeren en is derhalve in het belang van de gemeente. Dit voorstel bevat een paar vage punten: het bedrag van de kosten en het bedrag van de koers zijn nog niet bekend. Mevrouw POLET-MuslerDat is inderdaad wel vaag.' De VOORZITTER: Deze zaken worden op aanwijzing van de minister door de N.V. Bank van Nederlandsche Gemeenten vastgesteld. Wij kunnen er wel een woordje over zeggen, maar wij kunnen er niets aan veranderen. C'est prendre ou k laisser. De wethouder DE HAAN: Het is slikken of stikken.' De heer DE GROOT vraagt of het college al bij benadering kan mede delen, welke werken met deze lening zullen worden gefinancierd. De VOORZITTER zegt dat met deze lening zullen worden gefinancierd de uitbreiding van het gasbuizennet ad 385.000,de riolering Plasweg Foekenlaan ad 205.000,en de ruiling van grond in Soesterberg voor het Dorpsplein en achter de Sterrenbergweg ad 127.000, - 163 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1968 | | pagina 164