20 november 1968
De heer DIJKSTRA is verheugd over dit voorstel tot weigering
van de gevraagde ontheffing. Van nabij weet hij dat het vuil storten en
het periodiek branden van de zaak in hoge mate hinderlijk zijn.
De heer DE GROOT zegt dat door velen wordt beweerd, dat op de
onderhavige plaats en op diverse andere plaatsen door of vanwege de ge
meente vuil wordt gestort. Is dit juist?
De wethouder mevrouw WALTER-van der TogtDat betreft het veeg-
zand van de straat. Dat is het enige dat de gemeente daar zelf brengt.
In een zandgat mag je zand teruggooien.
De heer DE GROOT: Men beweert dat ook de gemeente daar stort.
De wethouder mevrouw WALTER-van der Togt
Neen. Ik heb daarnaar geïnformeerd. Mij is medegedeeld dat alleen wordt
gestort het zand, dat de straatveegmachine opveegt. Daar zit misschien
wel eens een blad of iets dergelijks tussen.
De heer DE GROOT: Dat zal dus van nu af ook niet meer mogen
gebeuren?
De wethouder mevrouw WALTER-van der Togt: Het storten van der
gelijk materiaal is niet hinderwetplichtig
De heer VERHEUS vraagt of wanneer beroep op de Kroon wordt in
gesteld, de betrokkene hangende de uitspraak van de Kroon rustig kan
doorgaan met het bedrijf.
De VOORZITTER: Ja.
De heer VERHEUS: Kan de Kroon in een dergelijk geval niet een
uitspraak bij voorbaat geven? Moet hier de normale procedure worden ge
volgd?
De VOORZITTER: Ja.
De heer VERHEUS: Dan ziet het er duister uit.
De VOORZITTER: Laten wij hopen dat de Kroon snel beslist.
De heer 0LDENB00M: Maar zolang de ontheffing niet is verleend,
kan er toch ter plaatse niets gebeuren? Dan kunnen wij het storten toch
tegenhouden?
De VOORZITTER zegt dat wanneer een hinderwetplichtig bedrijf
zonder vergunning werkt, de gemeente dat bedrijf een bericht van voor
genomen sluiting moet zenden. Dit om de betrokkene de gelegenheid te
geven de zaak te legaliseren. Hier gaat het om een zandgat, maar het
kan ook om een groot bedrijf gaan. Er kunnen heel grote belangen mee
gemoeid zijn. De betrokkene heeft nu de raad ontheffing gevraagd van het
bepaalde in de Hinderwet. Die ontheffing wordt geweigerd. Daardoor zul
len burgemeester en wethouders gedwongen zijn de hinderwetvergunning te
weigeren. De betrokkene kan nu zowel tegen de voorgenomen sluiting als
tegen de weigering van de vergunning in beroep gaan. Een dergelijke zaak
is in Soest al een paar keer voorgekomen en de procedure heeft daarbij
nooit zo lang geduurd. Het gaat hierbij nlalleen maar om een juridische
aangelegenheid. Feitelijkheden komen er niet bij te pas.
De heer WESTRA: Biedt de Hinderwet niet de mogelijkheid om
naast administratiefrechtelijk ook strafrechtelijk op te treden.'
De VOORZITTER merkt op dat de door de wet voorgeschreven pro
cedure is zoals hij zojuist heeft aangegeven. De zaak is nu sub judice
Pas wanneer de Kroon een uitspraak heeft gedaan, kan er opgetreden wor
den.
De heer 0LDENB00M meent dat uit hoofde van de zoneverordening
strafmaatregelen mogelijk zijn.
De VOORZITTER merkt op dat de betrokkene thans ontheffing
vraagt van de zoneverordening. Deze ontheffing is nodig, omdat het bedrijf
ligt in een gebied waar geen hinderwetplichtige bedrijven mogen zijn, ten
zij de raad ontheffing verleent. Wanneer de ontheffing niet is verleend,
kunnen burgemeester en wethouders nooit de hinderwetvergunning afgeven.
- 246 -