18 december 1968. Utrecht 1968, met voorstel dit schrijven voor kennisgeving aan te ne men. De VOORZITTER wil naar aanleiding van dit stuk - waarover ken nelijk enkele misverstanden en enige spraakverwarring bestaat - een en kel woord zeggen. In de vergadering van 24 september is over deze mate rie gesproken. Daarbij heeft spreker gezegd dat er z.i. geen aanleiding was een bezwaarschrift in te dienen. Bij de mondelinge toelichting van het plan door gedeputeerde staten en de provinciale waterstaat is door spreker gevraagd, of het op de tekening aangegeven tracé voor de nieuwe Birkstraat slechts beschouwd diende te worden als aanduiding van het feit, dat daar een tertiaire weg moet komen, zonder dat de op de kaart aange geven lijn als het nieuwe tracé moet worden beschouwd. Daarop is een volmondig bevestigend antwoord gekomen. Daarbij is medegedeeld dat in het geheel nog niet was bekeken, waar de weg moet komen. In de raadsvergadering van 24 september heeft de heer Van Poppelen gesuggereerd over deze zaak nog eens een brief te schrijven. Daar stond spreker toen niet afwijzend tegenover. Uiteindelijk is die brief echter niet geschreven. Spreker gelooft ook niet dat het nodig was die brief te schrijven. Thans heeft men echter in het antwoord van gedeputeerde staten naar aanleiding van het bezwaarschrift van de afdelingen Soest van de A.B.T.B. en de C.B.T.B. kunnen lezen: "Het globaal tracé voor de secundaire weg 5 ten noorden van de Birkstraat is ontleend aan een structuurstudie van de gemeente Soest" (ons niet bekend, aldus spreker), "de daarin uitgesproken voorkeur voor een noordelijk beloop vindt zijn oorzaak in het ten zuiden van de Birk straat gelegen sportveldencomplex, dat door een zuidelijk tracé door sneden zou worden. Over de exacte tracering kan uiteraard nog overleg plaatsvinden. Dit is dus een ander geluid dan in de bijeenkomst met het pro vinciaal bestuur naar voren is gebracht. Het college stelt daarom voor om ter vermijding van misverstand alsnog een brief aan gedeputeerde staten te schrijven, waarin wordt gewezen op het door spreker in de bijeenkomst met het provinciaal bestuur naar voren gebrachte en het daarop gekomen antwoord, alsmede op het feit dat het hiervoor geciteer de antwoord daarmede niet in overeenstemming is. Naar sprekers oordeel is deze zaak nog in het geheel niet be studeerd. Het ten zuiden van de Birkstraat gelegen sportveldencomplex is slechts een van de aspecten die ter zake een rol spelen. Maar er zijn nog vele andere en veelsoortige problemen. Het gaat niet aan om bij een totaal van problemen daar één uit te lichten om op grond daar van tot een bepaalde conclusie te komen. Momenteel gaan de aanvankelijke gedachten van het college uit naar een weg ten zuiden van de BirkstraatMaar ook dat oordeel is nog niet voldoende gefundeerd. De zaak is nlnog niet aan alle kanten bestudeerd. Iedere uitspraak over deze kwestie is derhalve prematuur. Nogmaals: spreker stelt voor een brief in de hiervoor be doelde zin te schrijven aan gedeputeerde staten en daarin dan tevens te vermelden, dat het gemeentebestuur het helemaal niet eens is met het door gedeputeerde staten gegeven antwoord naar aanleiding van het adres van de A.B.T.B. en de C.B.T.B. Het is nlveel te vroeg om een dermate positieve uitspraak te doen. De heer VAN POPPELEN stelt voorop overtuigd te zijn van de goede bedoelingen, die het college tijdens de raadsvergadering van 24 september had. Thans blijkt echter dat de fracties van de V.V.D. en de K.V.P. toen terecht zorgen hadden. Beide fracties hebben er daarbij op aangedrongen de zaak in een aparte vergadering te behandelen. - 264 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1968 | | pagina 265