20 december 1968
worden immers eerst de duimschroeven van de belasting tot het uiterste
aangedraaid)Als op de schouders van onze gemeente de taak wordt gelegd
om woon- en leefruimte te scheppen voor duizenden (dit is in andere ge
bieden niet meer goed mogelijk), dan dient onze gemeente voor het uit
voeren daarvan op ruime wijze van geld te worden voorzien.
De derde en vooreerst meest noodzakelijke weg is die van de
verantwoorde besteding van het beschikbare geld. Verantwoord in die zin,
dat wij steeds nagaan of de bestede bedragen ook het grootst mogelijke
rendement opleveren. Dit geldt met name vooral voor personeelskosten,
kosten van bedrijven en instellingen. Het is van tijd tot tijd nodig dat,
ook in elk particulier bedrijf, nauwgezet wordt nagegaan of elk onderdeel
optimaal functioneert, of wel overal de juiste man op de juiste plaats is
gesteld, of voldoende gebruik wordt gemaakt van nieuwe inzichten en vin
dingen, of er niet meer kan worden gecentraliseerd, of de samenwerking
tussen de verschillende bedrijfsonderdelen wel is zoals het behoort. Onze
gemeente is in veel opzichten ook een grootbedrijf. Ook daarvoor is een
efficiëncy-onderzoek van tijd tot tijd dringend nodig. In de eerste afde
ling heb ik hierop reeds gewezen. Het college zegt in het Antwoord dat
mijn stelling niet wordt gestaafd door concrete gegevens. Inderdaad, mijn
heer de voorzitter, als ik deze concrete gegevens kon verstrekken, als ik
precies zou kunnen aantonen waar in ons gemeentelijk apparaat de zaken
niet naar behoren functioneren, dan hadden burgemeester en wethouders
daarvoor geen deskundige nodig. Dan zouden \zij reeds kunnen volstaan met
mijn aanwijzingen. Ik ben echter allerminst deskundig. Trouwens, niemand
van ons zal wellicht all-round deskundig zijn op dit gebied. Daarom is
het ook nodig dat hiervoor terdege vakbekwame mensen worden aangetrokken,
evenals dit destijds bij de K.L.M. is gebeurd. Het college heeft het
grootste gelijk, als het stelt dat in eerste instantie het tekort door
een efficiency-onderzoek zal worden vergroot, de kost gaat nu eenmaal al
tijd voor de baat uit. Maar wij zien het tekort voor 1969 liever met
100.000,vergroot, wanneer als gevolg van het onderzoek voor 1970 een
sluitende begroting kan worden aangeboden. Dat is beter dan voortsukkelen
en volgend jaar geconfronteerd worden met een tekort van een half miljoen
of meer.
Maar het gaat niet alleen om de financiële kant van deze zaak.
Wanneer na een misschien noodzakelijke herstructurering van het gemeente
lijk apparaat, de verhouding tussen overheid en burgerij kan worden ver
beterd, dan betekent ook dat een niet te onderschatten winstpunt. Legio
zijn onder de bevolking de klachten dat er, als men zich tot een of ande
re gemeentelijke instantie wendt, dikwijls een minder vlotte behandeling
van de zaken plaatsvindt. De bekende klacht van het kastje naar de muur
gestuurd te worden, wordt maar al te dikwijls gehoord. Wij zijn ervan
overtuigd dat de oorzaak daarvan eerder te vinden is in een teveel dan
in een te weinig aan personeel. Een goede teamgeest en een goede arbeids
verdeling zijn van meer belang dan het aantal beschikbare krachten.
Over het algemeen is de burgerij niet voldoende bekend met de
wijze waarop het gemeentelijk apparaat functioneert. Onjuiste adressering
van aan het gemeentebestuur gerichte correspondentie is daarvan een symp
toom. Wat door het college onder het hoofdstuk bevordering burgerzin wordt
toegezegd, juichen wij dan ook van harte toe. Wij hopen dat een samen te
stellen boekje met diverse gegevens over de gemeente wat betreft inhoud
en oplage zodanig zal zijn, dat het de verhouding tussen overheid en bur
gerij aanmerkelijk zal verbeteren. Het spreekwoord zegt niet voor niets
"onbekend maakt onbemind".
In een van de afdelingen hebben wij kritiek geuit op de accom
modatie in de raadzaal. De situatie is volkomen onhoudbaar geworden. In
de tijd dat het raadhuis werd gesticht was men met negen, elf of dertien
- 291 -