20 december 1968. sprekers wijze van zien kunnen volstaan met een financiële ondersteuning van de plannen, zonder al te veel inmenging van de zijde van de gemeente. Het gemeentebestuur dient de betrokkenen een zeker vertrouwen te schen ken, opdat dezen in staat zijn de voorgenomen activiteiten verder op gang te brengen. De vereniging Arti-shock heeft bijv. gevraagd of zij ter ge legenheid van de officiële opening van de nieuwe bibliotheek een tentoon stelling mag organiseren. Het is alleszins waard om dit initiatief in overweging te nemen. De vereniging Arti-shock denkt ook aan het scheppen van ruimte voor kunstenaars die gebrek hebben aan behoorlijke ateliers. De door de vereniging georganiseerde cursussen worden zeer druk bezocht en zijn vaak overtekend. Een en ander wijst erop dat de belangstelling in Soest groeiende is. Het werk van Arti-shock dient te worden begeleid zonder dat de overheid, vaak uit noodzaak, een te sterke inspraak krijgt, waardoor de kans bestaat dat de zaak iets te ambtelijk wordt. Dat zou zeker op het onderhavige terrein niet wenselijk zijn. Een rapport over de jeugdzorg zal spoedig worden uitgebracht. De heer De Bruin zij eraan herinnerd dat in het voorjaar tame lijk uitvoerig is gediscussieerd over de al dan niet wenselijkheid van het instellen van een commissie voor sport en recreatie. De raad ging destijds in grote meerderheid met het standpunt van het college akkoord. Men dient niet in herhalingen te vervallen. Er zijn goed functionerende organen op het door de heer De Bruin bedoelde terrein. De gemeenteraad is duidelijk vertegenwoordigd in deze organen. De begroting en verslag geving van deze organen bereiken de raad regelmatig. Het heeft dan ook geen zin een commissie in het leven te roepen die moet gaan herkauwen hetgeen in andere organen wordt klaargemaakt De heer De Bruin, die heeft voorgesteld de verenigingen die gemeentelijke sportvelden in huur hebben de reële huur in rekening te brengen, zij erop gewezen dat er op dit terrein nog niets verstandigs kan worden uitgewerkt. Zelfs op landelijk niveau is men nog niet zo ver. Onlangs is er een landelijke conferentie gehouden over dit probleem. De gehele dag is over deze kwestie gediscussieerd, maar men is er niet uit gekomen. Wanneer men realiseert hetgeen de heer De Bruin wil, dan ont staat er onmiddellijk een enorme bemoeizucht van de gemeente met be trekking tot de interne zaken van de clubs. En dat is een kwalijke zaak. Omdat er landelijk nog geen goede oplossing is gevonden, zal het voor barig zijn om thans reeds in Soest volledig van systeem te veranderen. Wanneer men van een bepaald onderdeel op dit terrein iets meer gegevens wil hebben, dan is dat vrij gemakkelijk uit te rekenen. De heer De Groot heeft nog eens gewezen op het vorig jaar ge dane verzoek om een vertegenwoordiging in de onderwijscommissie. De kwestie is voor het college nog iets moeilijker geworden omdat de frac tie van de heer De Groot is ingekrompen. Deze inkrimping heeft tot ge volg dat het aandeel in het aantal commissiezetels ook is afgenomen. Het lijkt burgemeester en wethouders moeilijk om alsnog een voorziening te treffen. De zaak zal echter nogmaals onder de loep worden genomen. De wethouder VAN DEN AREND zegt dat gebleken is dat de raad in zijn algemeenheid instemt met de wijze waarop burgemeester en wethouders voorstellen het geraamde tekort weg te werken. Dit gebeurt door een ge ringe belastingverhoging en door het beschikken over een bedrag van 250.000,uit de saldireserve De heer De Groot blijkt echter wat de financiële toekomst van Soest betreft alle mogelijke leeuwen en beren te zien. Daarvoor is naar sprekers wijze van zien in zijn algemeenheid geen reden. Door de heer De Groot zijn drie wegen aangegeven die kunnen leiden tot gezondmaking van de financiën. Een van de door de heer De Groot aangegeven wegen is de verhoging van de belastingen. Dat is op - 307 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1968 | | pagina 308