20 december 1968. aangelegenheid grotendeels hebben bekeken uit het oogpunt van de woning zoekenden. Tot nu toe hebben burgemeester en wethouders geen spijt van deze wijze van handelen. Zij weten toch wel aardig waar zich de knelpun ten bevinden en wat de inkomens zijn. Weliswaar beschikken burgemeester en wethouders niet over het perfecte inzicht dat de heer Westra wenst, maar zij beschikken over voldoende inzicht om te kunnen werken en om fouten bij dat werken te kunnen voorkomen. Wanneer de woningnood minder wordt, dan is het gemakkelijker de door de heer Westra gewenste informa tie te vragen aan de woningzoekenden. Maar tot nu toe moest de gemeente zich beperken tot het opheffen van de meest schrijnende gevallen. En die meest schrijnende gevallen waren wel bekend bij het college. En het col lege weet ook wel dat er meer behoefte is aan goedkope woningen dan aan dure woningen. Maar spreker kan niet zeggen hoeveel goedkope woningen er nodig zijn. Voor het eerste beleid beschikken burgemeester en wethou ders echter over voldoende gegevens. Het college heeft geen bezwaar tegen het door de heer Westra gevraagde onderzoek. Het is voor burgemeester en wethouders alleen maar gemakkelijk om te beschikken over de gevraagde gegevens. De personen dienen echter zoveel mogelijk te worden ontzien. Er dienen geen ver wachtingen te worden gewekt, die niet kunnen worden gehonoreerd. Daar naast moet men de mensen niet nodeloos prikkelen, want de betrokkenen zijn door de woningnood natuurlijk toch al geprikkeld. De heer 0LDENB00M sluit zich geheel aan bij de woorden van de voorzitter. Iedere overbodige benadering van de woningzoekenden, ook al wordt een verzoek om inlichtingen in de meest duidelijke bewoordingen gesteld, geeft een enorme kans op misverstanden. De heer WESTRA geeft de voorzitter in overweging de notulen van 12 december 1967 na te lezen. Tijdens deze vergadering heeft de voor zitter iets gezegd over de thans door spreker naar voren gebrachte aan gelegenheid. Bovendien bevindt zich in het archief een briefje, gericht aan de heer de Bruin. Het briefje is geschreven naar aanleiding van een schriftelijke vraag van de V.V.D-fractieBurgemeester en wethouders doen in dit briefje de toezegging de gevraagde gegevens te verstrekken. De heer Oldenboom zij erop gewezen dat spreker meent dat het geen hij vraagt niet overbodig is. Van de redactie van het aan de wo ningzoekenden te zenden briefje hangt heel veel af. De heer ELBERTSE merkt naar aanleiding van volgnummer 5.34 (bladzijde 61) op dat een bedrag wordt geraamd voor huurbijdrage voor bejaarden. Het eigenaardige is dat in de kolom "werkelijke uitgaven volgens de laatst vastgestelde rekening" geen bedrag wordt vermeld. Men krijgt de indruk dat deze zaak nog niet eerder heeft gespeeld. Is dat zo? Is er nog nooit een bedrag gedeclareerd? De wethouder DE HAAN antwoordt dat deze zaak pas in 1968 is gaan lopen, zodat er over 1967 niets kan worden gedeclareerd. Hoofdstuk V wordt, voor wat de uitgaven betreft, zonder hoof delijke stemming voorlopig vastgesteld. Hoofdstuk VI. Openbare werken. De heer OLDENBOOM merkt op dat reeds een jaar geleden een op zetje is toegezegd inzake het park Colenso. De wethouder mevrouw WALTER-van der Togt antwoordt dat dit opzetje - met plannen voor een kinderspeelplaats en een nieuw bruggetje - in de raad is geweest, de raad heeft een krediet verleend. Voor het schoonmaken van de vijver in het park is een berekening gemaakt. Dat schoonmaken is bijzonder duur (omstreeks 80.000,Burgemeester en wethouders hebben nog geen voorstel voorbereid, omdat zij het schoonmaken te duur vinden. - 350 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1968 | | pagina 351