21 februari 1968.
35(15c) Voorstel tot het verlenen van voorschotten als bedoeld in artikel 75,
4e lid van de Kleuteronderwijswet aan diverse schoolbesturen voor het jaar
1968,
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zon
der hoofdelijke stemming aangenomen.
36(16) Voorstel om voorshands niet over te gaan tot verkoop van het gemeentelijk
bezit aan premie- en woningwetwoningen.
De VOORZITTER merkt op dat uit de toevoeging van het woordje
voorshands blijkt, dat het college niet op het standpunt staat, dat men nooit
wil overgaan tot de verkoop van het gemeentelijk bezit aan premie- en wo
ningwetwoningen. Op het ogenblik willen burgemeester en wethouders echter
niet tot een dergelijke verkoop overgaan.
De heer DE BRUIN zegt dat uit het preadvies blijkt, dat de ge
meente op het ogenblik beschikt over 1432 premie- en woningwetwoningen. In
aanbouw zijn 48 normale en 48 bejaardenwoningwetwoningen, die in de loop
van 1968 zullen gereedkomen. Aangenomen mag worden dat er in 1968 van de
340 flatwoningen die in het Soesterveen in aanbouw zijn een honderdtal klaar
komt. Bovendien komt dit jaar Molenschot klaar. Aangenomen mag worden dat ook
dit bejaardencentrum voor enige ruimte op de woningmarkt zal zorgen.
Het heeft de VVD-fractie ten zeerste verwonderd, dat het col
lege het verzoek van de minister van volkshuisvesting en ruimtelijke orde
ning om bekend te maken dat premie- en woningwetwoningen kunnen worden ge
kocht door de bewoners, volkomen heeft genegeerd. Dat valt te betreuren,
want aangenomen mag worden dat burgemeester en wethouders niet weten hoeveel
bewoners eventueel bereid zijn om de door hen bewoonde woning te kopen (af
gezien van acht personen die inmiddels een aanvrage hebben ingediend).
Op pagina 2 van het preadvies schrijven burgemeester en wethouders
onder meer:
"Het rijk heeft grote financiële voordelen bij de verkoop van wo
ningwetwoningen; het ontvangt immers o.a. de verstrekte voorschotten terug".
Dat het rijk het grootste financiële voordeel bij verkoop van
woningwetwoningen heeft valt toe te juichen, want uiteindelijk zijn de be
trokken woningen met belastinggelden gebouwd. Wanneer de woningwetwoningen
worden verkocht dan vloeien deze belastinggelden weer naar het rijk terug.
Bij verschillende gelegenheden is de VVD-fractie wel eens verweten, dat
zij vele dingen te eng bekijkt en dat zij alles in een veel groter verband
moet zien. Met betrekking tot de verkoop van premie- en woningwetwoningen
ziet sprekers fractie de dingen in een veel groter verband.
De vraag rijst of er geen andere motieven zijn dan alleen maar
de financiële. Dat de woningwetwoning, meer moet kosten naarmate het inkomen
hoger is, is juist. Maar daar tegenover staat dat er momenteel in Soest
veel gemeentelijk bezit is verhuurd aan personen, die daarin in wezen niet
thuishoren.
Verschillende keren spreken burgemeester en wethouders in hun pre
advies over "toevallige huurders". Voor het college is het echter een klein
kunstje om bij de afdeling bevolking na te gaan hoelang de bij verkoop van
woningwetwoningen geïnteresseerden reeds in Soest wonen, zodat men tot op
zekere hoogte weet of er sprake is van een "toevallige huurder".
Wanneer zij spreken over doorstroming, dan zien burgemeester en
wethouders een belangrijk feit helemaal over het hoofd.
Aangenomen mag worden dat de bewoners die eventueel bereid zijn
de door hen bewoonde woning te kopen, tevreden zijn met hun woning. Van deze
bewoners is dan ook geen doorstroming te verwachten.
Op pagina 3 van het preadvies schrijven burgemeester en wethouders
o.a.
"Indien uit deze blokken uniform gebouwde woningen incidenteel
woningen zullen worden verkocht dan zal na verloop van tijd het aanzien van
deze complexen woningen als geheel worden geschaad."
- 38 -