20 maart 1968.
dat burgemeester en wethouders hebben gezocht naar de beste oplossing. Er
is echt gestreefd naar het volledig ingeschakeld houden van het particulier
initiatief. Dat zou ook logisch zijn geweest. Maar toen dat niet lukte, is
er gestreefd naar een oplossing, om het tot stand komen van de sporthal als
nog mogelijk te maken.
De heer Elberste wil het aankopen van de grond door de Stichting
voor lichamelijke opvoeding en sport makkelijker mogelijk maken.
De heer ELBERTSEIn artikel 2 lid b wordt gesproken over "het
tot stand brengen". Dit kan ook gebeuren op de grond van een ander. Dan is
de Stichting voor lichamelijke opvoeding en sport niet volledig eigenaresse
van de grond. Bij de sporthal wordt er juist naar gestreefd om de grond vol
ledig in eigendom te krijgen.
De wethouder DE HAAN zegt dat de notaris meent dat uit de woorden
"het tot stand brengen" blijkt, dat men als regel eigenaar van de betrokken
grond is of dat men een zodanige erfpachtsovereenkomst heeft, dat men gerech
tigd is om te bouwen. Er is, in verband met een eventuele lease-overeenkomst,
ook gedacht aan erfpacht. Bij nader inzien heeft men het verstandiger ge
vonden om geen lease-overeenkomst aan te gaan. De gemeente zou veel moeten
investeren, maar in de eerste ronde weinig terugkrijgen.
Spreker meent dat uit de woorden "het tot stand brengen" blijkt,
dat de grond en het op deze grond te bouwen object eigendom zijn van de
Stichting voor lichamelijke opvoeding en sport.
De heer ELBERTSE: Ik kan dat niet beoordelen, maar ik betwijfel
of het standpunt van de wethouder juist is.
De wethouder DE HAAN: De provinciale griffie niet. En de mensen
die daar zitten hebben wel enig juridisch inzicht, juist in zaken als de on
derhavige
De heer ELBERTSE: Als deze zaak juridisch in orde is, ga ik ermee
akkoord. Ik was juist bang dat de zaak niet in orde was.
De wethouder DE HAAN zegt dat burgemeester en wethouders 'juist
in verband met de principiële verandering van de Stichting voor lichamelijke
opvoeding en sport van beheersstichting in oprichtings- en beheersstichting,
de moeite hebben genomen om over de door de heer Elbertse bedoelde kwestie
vooroverleg te plegen. Men heeft burgemeester en wethouders medegedeeld,
dat de opzet goed is.
De heer ELBERTSE: Als wij hier geen gevaar mee lopen, dan ga ik
volledig akkoord met het voorliggende voorstel. Maar mochten er toch bezwa
ren rijzen, dat zou ik graag zien, dat u alsnog het woord "verwerven" in de
tekst van artikel 2 lid b opneemt.
De heer DE BRUIN vraagt of het juist is dat de rijks- en provinciale
subsidie zou zijn verspeeld, wanneer de geldgever een leni'ng was aangegaan
met de Stichting sportgebouwen Soest en de gemeente het exploitatietekort
voor haar rekening zou hebben genomen.
De wethouder DE HAAN zegt dat er geen geldgever te vinden was
die het geld wilde lenen zonder rechtstreeksegemeentelijke garantie. En de
gemeente kon geen garantie meer geven, omdat Soest de voor haar bestemde
portie reeds had overschreden. De zaak ligt derhalve iets anders dan de
heer De Bruin in diens vraag veronderstelt. De geldgevers waren niet bereid
geld te geven tegen een dergelijke rente, anders dan met inbegrip van een
gemeentelijke garantie. Er was sprake van een conditio sine qua non. Een an
dere geldgever wilde alleen een lease-overeenkomst sluiten. En dan vervallen
de subsidies van rijk, provincie en N.S.F. Deze subsidies zijn aan elkaar
gekoppeld.
De heer 0LDENB00M meent dat men er ondanks alle juridische spits
vondigheden toch bijzonder dankbaar voor moet zijn, dat het particulier ini
tiatief als katalysator heeft gewerkt. Hij wil de actie van de gemeente
uiteraard niet onderschatten.
- 68 -