17 april 1968.
gesteld van de consequenties.
Men dient zich ervan bewust te zijn, dat het slechts gaat om een
verzoek want gedeputeerde staten stellen vast.
Er wordt thans derhalve tevens voorgesteld om burgemeester en wet
houders op te dragen gedeputeerde staten namens de raad te verzoeken de
presentiegelden met een gemiddeld bedrag te verhogen, indien toch zou
blijken dat de presentiegelden niet mogen worden uitbetaald.
De heer DE GROOT zegt dat hij niet kan instemmen met de suggestie
van de heer Van Poppelen.
De VOORZITTER: Het is duidelijk dat dat de consequentie is van uw
reeds eerder ingenomen standpunt.
De heer OLDENBOOMNeen, de heer De Groot is niet consequent.
De VOORZITTER: De heer De Groot is wel consequent. Hij vindt de
wedden thans reeds te hoog Alles wat eraf gaat is derhalve goed.
De heer DE GROOT: U begrijpt mij verkeerd. Ik kan niet instemmen
met het voorstel om een en ander over te laten aan het college.
Het voorstel van burgemeester en wethouders en het voorstel van
de heer Van Poppelen worden zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De heren De Groot, Stam en Veldhuijsen krijgen op hun verzoek
aantekening in de notulen dat zij zich met de genomen beslissing niet heb
ben verenigd.
De VOORZITTER deelt mede dat op 29 mei een excursie zal plaatsvin
den naar Dronten en Emmen
Vervolgens sluit hij te 21 00 uur de vergadering.
Vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Soest op 19
juni 1968
De secretaris,
De voorzitter,
- 89 -
/tttUCcu-T