l.
in grote
heer Ber-
2 vraag of
;aan Eem-
■teld dat
imenwer-
iet zou
tent te
fstandig-
omen.
ta „Oog
reekplan
)lan voor
:er inzage
agd: Wat
atie? Hij
lid van
gsorgaan
iep zou in
deel uit
land duide-
orgaan
n gerezen,
dit voor-
zen moment
komt? Be
ier een bin-
rheid, en
eenten wor-
;rond wor-
ooral meer
>f denkt het
jemeenten?
nwerkings-
jeverre de
ligen van
zouden
eskundigen
igal vrij
1 zal wor-
king. Zij
odig ter
een nade-
ng tot de
e stemmen
crediet.
;t de kritiek
eeft gele-
j denkt
sordvoer-
oord „inte-
stukken die
verkingsor-
;ezonden.
i dat orgaan
eeft men in
geval
ng, maar
is toen
drongen op
opdat men
rn doen.
dat tussen-
iken welke
Als dat rapportier sprake komt, aldus spreker, weten
wij in elk geval wat ons te doen staat, met andere
woorden: dan weten wij of wij wel of niet verder
moeten gaan. Daarom spijt het hem, dat het college
aan de raadsleden niet heeft doorgegeven de in de
brief van het Samenwerkingsorgaan Eemland aan het
college van burgemeester en wethouders van Soest
voorkomende duidelijke mededeling dat is toege
zegd, dat er een tussentijds rapport zou komen. Wat
dit betreft schrijft het Samenwerkingsorgaan Eem
land:
„Wij tekenen hierbij nog aan, dat het Samenwerkings
orgaan te kennen heeft gegeven een eventueel verzoek
tot verhoging van het krediet van f. 150 000,- eerst
in overweging te willen nemen na kennis te hebben
kunnen nemen van de dan inmiddels bereikte resulta
ten."
Vanuit de Soester afvaardiging is in het Samenwer
kingsorgaan Eemland gesteld, dat als het verlenen van
het krediet van f. 150.000,- in de raden van de deel
nemende gemeenten op weerstand mocht stuiten, het
voor degenen die menen het verlenen van dit krediet
te moeten verdedigen, een belangrijke ruggesteun kan
zijn te kunnen wijzen op de mogelijkheid om, als dat
nodig mocht zijn, hiermede bijtijds te stoppen.
Spreker is van mening dat coördinatie zeker nodig en
in deze tijd zelfs een gebiedende eis is. Het verheugt
hem dat de voorgaande woordvoerders deze mening
delen. Het zou hem bijzonder spijten als de raad van
Soest niet akkoord zou kunnen gaan met het verstrek
ken van het nu gevraagde krediet. Hij acht het van bij
zonder groot belang dat alles wat mogelijk is wordt
gedaan om te komen tot een goede coördinatie.
De heer DE BRUIN vestigt er de aandacht op dat eni
ge leden van de gemeenteraad van Soest in het Samen
werkingsorgaan Eemland zitten en dat het feit dat het
onderhavige voorstel aan deze gemeenteraad is voor
gelegd z.i. betekent, dat het desbetreffende besluit in
dat samenwerkingsorgaan al is gevallen. Vervolgens
vestigt hij er de aandacht op dat de bij dit voorstel ter
inzage gelegde brief niet van het gemeentebestuur van
Amersfoort, maar van het Samenwerkingsorgaan Eem
land afkomstig is. Met het oog op dit alles vindt spre
ker het niet juist, dat in deze discussie steeds Amers
foort wordt genoemd.
De heer DIJKSTRA zegt dat hij als lid van de financi
ële commissie graag even de bezwaren van deze com
missie tegen dit voorstel wil toelichten.
Alle leden van de financiële commissie hadden bezwa
ren tegen dit voorstel, omdat zij vreesden voor een
overwoekering door deskundigen van het beleid. Men
treft het eigenlijk telkens aan, dat het gezag van advi
seurs, met name van stedebouwkundigen, zo groot en
zo gespecialiseerd wordt, dat degenen die de beleids
beslissingen moeten nemen, de desbetreffende zaken
nauwelijks kunnen overzien en het gevaar lopen indi
rect aan de leiband te lopen. Dat is een bezwaar en
dat bezwaar werd naar sprekers mening in de financi
ële commissie heel duidelijk gevoeld
Verder werd in de financiële commissie gevreesd voor
een uiteentrekken van de verhoudingen door Amers
foort. In het bijzonder wat de financiën betreft, nam
de commissie er aanstoot aan dat er eigenlijk sprake
is van een doublure. Elke gemeente heeft haar eigen
stedebouwkundige. Deze stedebouwkundigen maken
bestemmingsplannen en structuurplannen en vervol
gens gaan deze heren of aanverwante heren bijeenko
men om die plannen om te smeden en in een coördi
natiekeurs te gieten. Er is wat dit betreft eigenlijk spra
ke van dubbel werk. Naar sprekers mening dient men
dit aspect bijzonder helder voor ogen te houden bij
alles wat het Samenwerkingsorgaan Eemland betreft.
Op grond van deze bezwaren heeft de financiële com
missie geconcludeerd, dat het wijzer zou zijn het aan
de orde zijnde voorstel anders te motiveren alvorens
het in stemming zou worden gebracht.
De VOORZITTER zegt te geloven dat het heel nuttig
is dat er nu eens een aanleiding is om in de raad te
praten over het Samenwerkingsorgaan Eemland. Dit
orgaan werkt nog geen jaar en het werk van dit orgaan
begint zich nu tastenderwijze, langzamerhand af te te
kenen. Spreker gelooft dat het ook heel goed is dat
men eens bij dit orgaan en bij de gehele desbetreffen
de problematiek stilstaat. Hij acht het nuttig en goed
dat men nu in de gelegenheid is om zich bezig te hou
den met vragen als: Hoe staan wij hiertegenover? In
hoeverre staan wij hierachter? In hoeverre hebben
wij hier wat voor over? In hoeverre moeten wij er
gens een rood lichtje laten branden? Hij meent al deze
vragen nu in de raad te hebben beluisterd en wil
graag proberen zijn eigen visie hierop naar voren te
brengen.
Spreker vestigt er de aandacht op dat men zich als ge
meentebestuur van Soest moet realiseren, dat Soest
met een paar andere gemeenten een samenwerking is
aangegaan voor het coördineren van werkzaamheden
en taken. Dit is uitdrukkelijk gedaan met de bedoe
ling, dat de betrokken gemeentebesturen samenwer
ken, hun plannen op elkaar afstemmen en rekening
met elkaar houden. Er zijn in Nederland vele vormen
van samenwerking. Er zijn hier samenwerkingsorga
nen die praktisch neerkomen op een vierde bestuurs
laag; die organen hebben bepaalde bevoegdheden ge
kregen, die door de betrokken gemeenteraden aan die
organen zijn overgedragen. Er zijn hier ook vormen
van samenwerking die veel lichter zijn, zodanig dat de
samenwerking alleen maar bestaat uit het elkaar op de
hoogte houden en het elkaar consulteren. De samen
werking in de regio Amersfoort is de allerlichtste vorm
van samenwerking. Het Samenwerkingsorgaan Eem
land kan nooit een besluit nemen dat de deelnemende
gemeenten bindt. Wanneer het onderhavige team van
deskundigen een plan opmaakt, dan kan dat door het
bestuur van het Samenwerkingsorgaan Eemland wor
den aanvaard en dan zal het naar de betrokken ge
meentebesturen worden gestuurd, maar dat kan niet
anders dan alleen maar met het verzoek om daarme
de rekening te houden Ieder gemeentebestuur kan
dat plan dan naast zich neerleggen. Of dat zo in de
praktijk zal gebeuren, is een tweede. Maar men is niet
gebonden door een besluit van het Samenwerkingsor
gaan Eemland. De samenwerkende gemeenten hebben
zich verbonden om de diverse plannen en zelfs ook
ontwerpen van plannen op allerlei gebieden aan het Sa
menwerkingsorgaan Eemland te sturen, zodat men
van eikaars plannen kan kennis nemen. Het Samenwer
kingsorgaan Eemland kan verklaren dat zo'n plan niet
in het belang van de samenwerking of niet in het be
lang van de ontwikkeling van de regio is. Maar als het
orgaan zich tegen zo'n plan uitspreekt, kan dat het be
trokken gemeentebestuur niet verhinderen om dat
plan toch tot uitvoering te brengen. Dan wordt natuur
lijk wel een morele druk op dat gemeentebestuur gelegd
en dan zal dat gemeentebestuur uiteraard worden ge
vraagd zich nog eens nader op dat plan te bezinnen,
maar men kan het niet tegenhouden. Het Samenwer-
133