kingsorgaan Eemland is dus van zeer lichte orde en
kan de deelnemende gemeenten niet binden, noch in
het positieve, noch in het negatieve.
In de maanden waarin het Samenwerkingsorgaan
Eemland nu inmiddels werkzaam is geweest, is geble
ken dat het enige waaraan men wat houvast heeft
een werkstuk is dat al tot stand is gekomen in de
voorbereidingsperiode van het orgaan, namelijk de
structuurnota van de gemeenten die samen het orgaan
vormen. Dat is een studie die is gemaakt vooruitlopen
de op het tot stand komen van het orgaan. Dat is het
enige vaste punt dat men op het ogenblik heeft. Dit
samenwerkingsorgaan bestaat uit levende gemeenten,
die bezig zijn met het maken van plannen, die bezig
zijn zich te ontwikkelen en daarover ook bepaalde
ideeën hebben. Die plannen, ideeën en activiteiten
komen naar voren uit de plaatselijke bevolking en
krijgen daar gestalte in. Het is dus niet ondenkbaar dat
doordat dat in die verschillende afzonderlijke gemeen
ten gebeurt, bij het naast elkaar leggen van plannen en
ideeën wordt gezegd: Het is jammer dat het zo is ge
beurd, want het past niet meer in elkaar en het moet
dus meer worden gecoördineerd. Het woord „integra
tie" is bij de raad van Soest in ongenade gevallen.
Maar men kan ook zeggen: gecoördineerd. Sommige
zaken kunnen beter geintegreerd dan gecoördineerd
worden.
Deze twee begrippen dekken elkaar niet helemaal.
Om tot coördinatie van plannen te komen kan men te
gen de deskundigen zeggen: Gaat u bij elkaar aan tafel
zitten en tracht de zaken recht te breien en er één ge
heel van te maken. Dat is mogelijk, maar het is wel ge
bleken dat het dan belangrijk is, dat daarboven een
neutrale figuur staat die daaraan leiding geeft. Wat ste-
debouwkundige plannen betreft is dat de stedebouw-
kundige-coördinator. Daarvoor is uitgezocht de heer
De Ranitz, die de structuurnota heeft gemaakt, alle
desbetreffende voorstudies heeft gemaakt en daardoor
de betrokken streek en de problematiek van deze streek
heel goed kent. Er wordt alleen maar gesproken van
een stedebouwkundige-coördinator en niet van een
stedebouwkundige-integrator. Dat is een van de coör
dinatoren waaraan het Samenwerkingsorgaan Eemland
bepaald behoefte gevoelt. Dat is ook reëel. Want het
opborrelen uit de betrokken gemeenten gaat voort;
dan komt er dit plan, vervolgens komt er dat plan enz.
en iedereen gaat door. Naar sprekers mening wordt
door het aanstellen van zo'n coördinator voorkomen,
dat Eemland zelf te veel als supergemeente gaat fun
geren en zelf detailplannen gaat maken. Wat dit be
treft heeft spreker vanavond bij de raad enige vrees on
derkend.
De structuurnota is een soort van plan. Het is eigen
lijk een gedachte en betreft alleen maar de grote lijnen.
In die gedachte is alles wat Soest zelf tot op dat mo
ment had ontwikkeld, gerespecteerd en opgenomen.
De problemen liggen in Soest nogal gemakkelijk.
Soest behoort wel tot de gemeenten om Amersfoort
en het hoort dus ook wel in het samenwerkingsorgaan
van het agglomeraat Amersfoort. Maar aan de andere
kant heeft het een geheel eigen ontwikkeling en be
hoort het ook wel tot andere streken, waar het ook
heel nauwe relaties heeft, op sommige gebieden veel
nauwere relaties dan de relaties met Amersfoort.
Daarom, omdat deze gemeente toch een beetje los en
apart staat, zal de bemoeienis van Eemland met Soest
nooit zo intensief zijn en behoeven te zijn als met an
dere gemeenten die vlak tegen Amersfoort aan liggen
en waar de aanrakingspunten dus veel intensiever zijn.
Maar het is mogelijk dat het Samenwerkingsorgaan
Eemland zou gaan optreden als een soort van super
gemeente en een plan zou gaan vaststellen voor de
hele regio en dus ook voor een stuk van Soest en dat
van de kant van Soest zou worden gezegd: Daar gaan
wij helemaal niet mee akkoord, want dat is helemaal
niet overeenkomstig onze wensen; het Samenwer
kingsorgaan Eemland kan dit nu wel zeggen, maar wij
leggen dit naast ons neer.
Spreker meent dat het niet zo ver zal komen en dat
het ook niet zo ver behoeft te komen wanneer die co
ördinator er is, omdat juist door de coördinator de
plannen die overal opborrelen, goed in het geheel kun
nen worden gepast. Toen onlangs in het Samenwer
kingsorgaan Eemland een deelplannetje van Amers
foort werd behandeld, bleek dat enige gemeenten op
een bepaald onderdeel daarvan aanmerkingen hadden.
Amersfoort heeft dat plannetje toen teruggetrokken
en in nader beraad gehouden, omdat dat plannetje in
de ontwikkeling van de hele streek toch wel bepaalde
problemen opriep die nog nader zouden moeten wor
den bekeken. Dat was een heel nuttige vergadering van
het orgaan, want er was inderdaad een bepaald punt
over het hoofd gezien, dat, niet voor Amersfoort,
maar wel voor de omringende gemeenten, van belang
was. Naar sprekers mening is het hebben van een ste
debouwkundige-coördinator juist goed om datgene
wat uit de verschillende gemeenten opborrelt tot
zijn recht te laten komen en te kunnen laten opborre
len zonder dat er ongelukken gebeuren. Als die coör
dinator er niet zou zijn, zou blijken dat het niet
klopt. De stedebouwkundigen zouden dan misschien
ruzie met elkaar kunnen krijgen. Spreker weet niet
hoe dat collegiaal ligt. Wel weet hij dat dan veel eer
der de behoefte zou ontstaan om te zeggen: Nu moe
ten wij, gelet op al dat gerommel, toch trachten een
plan voor de streek te laten maken.
Het is de bedoeling dat in het coördinatieteam nog
een coördinator wordt opgenomen, namelijk de ver-
keersdeskundige-coördinator. Spreker gelooft dat
ten aanzien daarvan de situatie misschien nog duide
lijker is. Het verkeer waarmede de gemeenten hebben
te maken, schuiven ze elkaar toe; het rijdt Soest uit en
het rijdt Amersfoort binnen, het rijdt Amersfoort uit
en het rijdt Leusden en Hoogland binnen enz. Dat is
een gegeven. Wil men voor de regio Amersfoort tot
een behoorlijke oplossing van de verkeersproblematiek
komen, dan moet men op dit gebied intensief met el
kaar voeling houden en samenwerken en waarschijn
lijk zelfs ook wel samen ontwerpen.
Alle betrokken gemeenten hebben hun eigen verkeers-
deskundige. Het zou gemakkelijk zijn geweest als de
ze gemeenten allemaal dezelfde verkeersdeskundige
hadden ingeschakeld, maar dat is niet zo. De verschil
lende verkeersdeskundigen van die gemeenten moeten
worden samengebracht. Dat moet gebeuren door een
onafhankelijke verkeersdeskundige. Spreker kan zich
voorstellen dat men vanuit de raad van Soest deze
onafhankelijke verkeersdeskundige gaat wraken, zeg
gende: Hij is ook de verkeersdeskundige van Amers
foort en daardoor krijgt de gemeente Amersfoort een
te grote vinger in de pap op verkeersgebied via haar
verkeersdeskundige. Dat is in theorie natuurlijk wel
waar, maar aan de andere kant zal men moeten besef
fen, dat de verkeersproblemen van Amersfoort de pro
blemen van het inkomende, het uitgaande en het door
gaande verkeer zijn en dat de verkeersdeskundige van
Amersfoort derhalve ook al heeft te maken met het
134