gehoord, deze zaak niet vóór de begrotingsbehande
ling behoeft te zijn afgehandeld, en omdat de flatbe
woners waarschijnlijk langzamerhand wel enige trai
ning hebben ondergaan) aan de raad een nieuw voor
stel voorlegt dat wel goed is gemotiveerd, In dat
nieuwe voorstel zou dan zijns inziens de tariefverho
ging toch wel een beetje redelijker moeten worden ge
steld dan in het nu aan de orde zijnde voorstel is ge
beurd, Ook wanneer een verhoging wordt voorgesteld
zuiver en alleen om te proberen het hondenbestand in
Soest onder controle te houden, vindt hij het ineens
toepassen van een verhoging als de nu voorgestelde toch
wel wat kras Hij stelt het college voor om in het
nieuwe voorstel te mikken ergens tussen de thans gelden
de tarieven en de tarieven die worden genoemd in het
nu aan de orde zijnde voorstel, dat hij een monstrum
zou willen noemen
De VOORZITTER zegt dat hij het voorstel van de heer
Berkelbach van der Sprenkel wel wil overnemen, in
die zin dat hij bereid is dit voorstel van het college aan
te houden en het college in de gelegenheid te stellen
om zich na beraad met hetzij een nieuw voorstel, het
zij hetzelfde voorstel opnieuw tot de raad te wenden.
Mevrouw POLET-MUSLER zegt dat haar toch nog
wel iets van het hart moet.
Het is naar spreeksters mening buiten kijf, dat wan
neer men het ene bedoelt, het geen stijl is om het an
dere te zeggen. De gedachte om op de voorgestelde
manier het hondenbestand drastisch te beperken,vindt
zij eigenlijk nog lelijker,
Op deze manier worden de mensen die het gemakke
lijk kunnen betalen, in het genot van een hond gesteld
en wordt de mensen die het moeilijk kunnen betalen
dit genot ontnomen.
Spreekster ziet hiervoor geen reden. Er is haar niets
van bekend, dat er met betrekking tot de galerijwonin
gen op de Eng klachten zijn geweest over overlast
door honden in de door de heer Van den Arend aange
duide zin
De heer DIJKSTRA: Jawel.'
Mevrouw POLET-MUSLER merkt op dat wanneer
blijkt dat de overlast van honden zich speicaal tot de
flatgebouwen beperkt, men zou kunnen overwegen of
men niet een verhod om honden te houden in het
huurcontract voor de flatwoningen kan opnemen. Dat
is dan een argument. Maar zij vindt het een helemaal
scheve gedachte, wanneer men meent een heel dorp te
moeten laten lijden alleen vanwege het feit dat de
mensen in de flats eigenlijk nog moeten worden opge
voed ten aanzien van het houden van een hond.
De heer OLDENBOOM: Dan kunt u tot discrimina
tie van flatbewoners.
Mevrouw POLET MUSLER: Neen. Wanneer de flatbe
woners niet goed op hun hond passen, dan doen zij
het zelf. Het gaat mij dan te ver om met het oog daar
op de gehele bevolking van de gemeente te straffen.
Overigens betreft het natuurlijk bepaalde flatbewo
ners Het is helemaal niet zo, dat iedere flatbewoner
die een hond heeft, het niet goed zou doen,
De heer OLDENBOOM is het helemaal oneens met
mevrouw Polet. Wanneer men op deze wijze de flat
bewoners zou aanpakken, dan discrimineert men in
hoge mate. Hij heeft de ervaring dat ook niet-flatbe-
woners op dezelfde manier handelen Alleen is zijn
tuin toevallig iets groter dan het balkonnetje van een
flatbewoner. Wanneer een hond z'n behoeften in
sprekers tuin doet en hij klopt tegen het raam, dan
wordt de hondebezitter meestal vreselijk boos. Het is
kennelijk normaal dat men zijn hond diens behoeften
in andermans tuin laat doen,
Mevrouw POLET-MUSLER: Dat is niet normaal hoor!
De heer OLDENBOOM merkt op dat een dergelijke
handelwijze in ieder geval regelmatig voorkomt bij
mensen die niet in een flat wonen, Hij voelt er daarom
niet voor om juist de mensen die in een flat opeenge
pakt wonen, te grijpen alleen vanwege het feit dat het
bedoelde euvel daar wat harder aankomt dan in ande
re wijken, waar de mensen precies dezelfde ondeugden
hebben als de flatbewoners. Ik dacht dat wij zó demo
cratisch waren - aldus spreker - dat wij dat niet moes
ten doen,
De heer VAN POPPELEN is het met de heer Berkel
bach van der Sprenkel eens, dat het er na de toelich
ting van wethouder Van den Arend helemaal niet meer
op lijkt. De heer Van den Arend heeft thans een gehe
andere toelichting gegeven dan die welke in het stuk
staat. Waarom is deze toelichting niet in het stuk ver
meld?
Spreker dringt er op aan een hogere opbrengst uit de
hondenbelasting op een andere manier te bewerkstel
ligen dan door de belasting te verhogen. Hij zou wil
len dat met name aandacht werd geschonken aan de
loslopende honden.
Spreker moet mevrouw Polet teleurstellen. Hij heeft
wél klachten vernomen over door loslopende honden
veroorzaakte bevuiling zowel van galerijen van flats
als van particuliere tuinen,
Mevrouw POLET MUSLER: Daar leg ik mij dan bij
neer,
De heer VAN POPPELEN merkt op dat wethouder
Van den Arend heeft gezegd, dat het voor de politie
moeilijk is na te gaan voor welke honden wel en voor
welke honden geen belasting is betaald. Naar sprekers
oordeel is daar echter wel wat op te vinden.
De heer DE GROOT zegt dat hij, nu eindelijk duide
lijk is geworden welk motief het college tot dit voor
stel heeft geleid, nog meer dan te voren tegen dit
voorstel is. Hetgeen de wethouder heeft gezegd, komt
er op neer dat als een strafmaatregel belastingverho
ging wordt toegepast. Daardoor zouden de goeden
met de kwaden lijden. Dat mag nooit de bedoeling
van een belastingmaatregel zijn. Daarom voelt spreker
meer voor de in eerste instantie door de heer Van Pop
pelen gedane suggestie om zo nodig de Algemene Po
litieverordening aan te vullen, zodat kan worden op
getreden tegen degenen die last veroorzaken.
De heer DE BRUIN: Het staat er al in.
De heer DE GROOT: Ik zeg ook zo nodig. Wanneer dt
Algemene Politieverordening hiervoor geen aanvulling
behoeft, dan zal er een verscherpte controle moeten
worden uitgeoefend,
De heer WESTRA vindt het niet plezierig dat hij eerst
nu het woord krijgt, terwijl hij dit al geruime tijd ge
leden - namelijk tegelijk met mevrouw Polet heeft
gevraagd.
De fractie van de V.V.D, zou het op prijs stellen,
wanneer het college bij het nader bekijken van het
voorstel nagaat, of het mogelijk is met betrekking tot
de hondenbelasting een inkomensgrens toe te passen,
zoals die in allerlei wetten eveneens voorkomt.
Verder zou spreker gaarne de door hem reeds ge
vraagde opgave ontvangen van het aantal honden ten
opzichte waarvan de belasting is verviervoudigd in vei
band met het feit dat geen of een foutieve opgave is
daan.
he
m<
te
scl
tij,
de
He
288
(2!
tra
en
g»
289
(3(
Ni<
lin<
290
(31
We
291
(3<
De
cus
292
(32
gel
var
var
De
mis
bijf
Hei
gen
Op
gen
293 (34
f.4
ten
mei
294 (35
plai
leni
Deï
cus,
164