an de axi- bui- ïaxi- sft de /orens eveling wordt rdigers :ehuis n of er rerzoe- llen it een d van ren ver- Soes- paal t de nood- a uit- i is ver- n die- 'an de- d Bar- TOGT anneer aar n dat d heeft zonder :kend is liting :erleiding. :n tot p de hui- jefenen n? ncie e stuur rerzoek :iale èn leeft het ;en. Er is er blik heeft >edrag. rijg ik :tje of iterloopt aanma- je te be- igkrij- verwach- tingen zijn dat dat geld zal worden terugbetaald, om dat er reeds een bepaalde kostenverdeling is gemaakt. Het rijk heeft echter niet zelf een regeling ontworpen, zodat er niets valt te eisen. De heer DIJKSTRA: Is er hoop naar u weet? De VOORZITTER: Er is zeker hoop. Noch de pro vincie, noch de gemeente heeft deze zaak lichtvaar dig De heer DIJKSTRA: Ik bedoel hoop in de moderne zin, namelijk verwachting. De VOORZITTER: Jazeker. Hoofdstuk IV wordt, wat de uitgaven betreft, zonder hoofdelijke stemming voorlopig vastgesteld. HOOFDSTUK V. VOLKSHUISVESTING. Mevrouw POLET-MUSLER zegt nog geen antwoord te hebben gekregen op vanmorgen reeds gestelde vra gen. Is het mogelijk om in de nieuwjaarsrede het aan tal woningzoekenden te splitsen naar inkomen? (De indruk bestaat namelijk dat de cijfers zullen aantonen dat de situatie ongunstig is voor de lagere inkomens). Is het mogelijk de doorstromingsregeling van de ge meente Rheden ter inzage te leggen en eventueel te bespreken? Wellicht is het mogelijk deze regeling in Soest over te nemen. De VOORZITTER zegt dat de doorstromingsregeling van de gemeente Rheden zal worden opgevraagd. On bekend is wat deze regeling inhoudt. Voor zover er gegevens voor handen zijn (deze gege vens zijn enigszins globaal) is spreker bereid ze te verwerken in zijn nieuwjaarsrede. Recentelijk zijn er enige onderzoekingen op het door mevrouw Polet be doelde gebied gedaan, zodat er waarschijnlijk wel iets te vertellen valt. De heer WESTRA sluit zich gaarne aan bij de vraag van mevrouw Polet, omdat de V.V.D,-fractie dezelfde vraag reeds enige jaren achtereen heeft gesteld. Het eigenaardige verschijnsel doet zich voor dat de ge reedgekomen woningen wel worden ingedeeld naar inkomensklassen. Nu het Samenwerkingsorgaan Eemland ook om de door mevrouw Polet en spreker bedoelde gegevens heeft gevraagd (toegezegd is dat de gegevens zullen worden verstrekt), lijkt het hem dat het heel gemak kelijk is om ook de raad bedoelde gegevens te ver strekken. De VOORZITTER merkt op dat er een commissie is gevormd om de betrokken gegevens te verzamelen. De gegevens zijn er echter nog niet. De heer WESTRA: Zij zijn toegezegd. De VOORZITTER merkt op dat is afgesproken dat de gegevens zouden worden verzameld. Daarop is voor het verzamelen van de gegevens een commissie be noemd. Het zal wel een tijdje duren voordat de gege vens er zijn. Er is thans gevraagd om het verstrekken van de gegevens op korte termijn (mevrouw Polet heeft namelijk gesproken over de nieuwjaarsrede). De voorhanden zijnde gegevens zullen worden overgelegd. De heer WESTRA: Ik blijf hopen, hoewel ik al vier jaar hoop. De VOORZITTER zegt dat de vragenstellers wonder veel van de te verstrekken gegevens verwachten, maar zij dienen er rekening mede te houden dat er sprake is van een materie die iedere dag verandert. Op het mo ment dat de gegevens worden verstrekt, zijn zij reeds verouderd. De heer WESTRA: Dat is met alle statistieken het geval. De wethouder DE HAAN: Inderdaad, een statistiek is een momentopname. De heer WESTRA vraagt of onder het hoofdstuk volkshuisvesting ook kan worden gesproken over uit breidingsplannen. De VOORZITTER: Nee, dat is heel wat anders. De heer WESTRA: Waar behandelt u de uitbreidings plannen dan bij? De VOORZITTER: Wij zijn erg ruim van opvatting; u kunt uw vragen dan ook nu wel stellen. De heer WESTRA merkt op dat door het college blij kens eerder gedane mededelingen een bestemmingsplan pas bekend wordt gemaakt op het moment dat het rijp is om openbaar gemaakt te worden. Een bestem mingsplan openbaar maken staat gelijk aan het ter inzage leggen van dat plan. Op dat moment gaat de be roepstermijn spelen. Dan is er geen sprake meer van inspraak, maar van beroepsrecht. Inspraak dient plaats te vinden voordat het bestemmingsplan naar hogere instanties gaat, want wanneer het plan van deze hogere instanties terugkomt, is het feitelijk onmogelijk om nog wijzigingen aan te brengen. Op dat moment is het bestemmingsplan eigenlijk reeds in het stadium van vaststelling. Het is dan niet meer mogelijk om te gemoet te komen aan bepaalde wensen. Het is begrij pelijk dat het college zegt dat een bestemmingsplan eerst rijp moet zijn, maar wanneer is zo'n plan rijp? De VOORZITTER stelt zich voor dat het door de heer Westra bedoelde moment dient te liggen in het stadium vóór de openbare tervisielegging De heer WESTRA: Ja. De VOORZITTER: maar na de behandeling in de commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan. Hij meent dat deze commissie allereerst in de gelegenheid moet worden gesteld om opmerkingen te maken en eventu ele wijzigingen voor te stellen. Na de behandeling in de commissie - dan is er nog geen sprake van het offici ële stadium van tervisielegging, zodat het plan nog ge makkelijk kan worden geweigerd - kan het bestem mingsplan in de openbaarheid worden gebracht. Dan kan iedereen kennis nemen van het bestemmingsplan. De heer VERHEUS herinnert eraan in de eerste afde ling de veronderstelling te hebben geuit, dat de Stich ting Interlokale Woningruilcentrale niet meer bestaat. Is deze kwestie nog onderzocht? De VOORZITTER antwoordt dat het best mogelijk is dat de heer Verheus gelijk heeft. Het onder post 5.42 vermelde subsidiebedrag is over 1969 nog niet uitbetaald. Wanneer de stichting niet bestaat, dan houdt de gemeente het op de begroting vermelde be drag over. Hoofdstuk V wordt, voor wat de uitgaven betreft, zonder hoofdelijke stemming voorlopig vastgesteld. HOOFDSTUK VII. EIGENDOMMEN, NIET VOOR DE OPENBARE DIENST BESTEMD. De heer DE GROOT zegt in de tweede afdeling het college in overweging te hebben gegeven enkele bos percelen te beplanten met kerstsparren. Daardoor is het z.i. mogelijk om het tekort op het gemeentelijk bosbezit te verminderen. Deze tak van bosbouw is nog de enige vorm die rendabel is te noemen. Het college heeft de suggestie echter met een paar korte argumenten van de hand gewezen. Is de zaak werkelijk onderzocht of heeft het college gemeend de sugges tie zonder meer van de hand te moeten wijzen? De door het college aangevoerde bezwaren zijn niet erg steekhoudend. 205

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1969 | | pagina 204