een enquete te zijn. Er ontstaat voor de mensen een veel duidelijker situatie wanneer het gemeentebestuur zegt: Om die en die reden gaan wij niet tot verkoop over. Wanneer men echter begint te vragen „Wat is uw inkomen? en mede te delen „Dat zal de prijs zijn" om de mensen te laten schrikken en te laten zeggen: „Nu ik dat hoor, trek ik mij terug", betekent dat een onduidelijk maken van het standpunt van het gemeentebestuur, En als de mensen zich niet tetugtrekken, wat moet men dan doen: „Ja" zeggen of „neen" zeggen? Of gaat men daar dan over een halfjaar over praten? Het is daarom beter nu meteen het harde woord „neen" te zeggen, om dan over een jaar een halfjaar is erg kort - te kijken hoe het ermee staat. Het gemeentebestuur staat op het ogenblik tegenover deze problematiek al heel anders dan een jaar geleden. Toen waren de flats in het Soesterveen nog niet gereed. Er is thans wat inzicht in de soort van woningnood en in de vraag waar de grootste knelpunten ter zake komen. Over een jaar kan - desnoods in de commissie - nog eens de balans worden opgemaakt. De heer DIJKSTRA vraagt of de kwestie van de ver koop niet beter uitgesteld kan worden tot bijv de tijd dat de huurliberalisatie ook in de provincie Utrecht van toepassing is. Zijn fractie is in ieder geval niet voor ver koop nu. De VOORZITTER voelt er meer voor zo nu en dan de thermometer aan te leggen. De duurdere woningen zullen echter in de toekomst steeds duurder worden. De verhou ding russen goedkope woningen en dure woningen wordt steeds ongunstiger. Er zal altijd een groep mensen zijn voor wie de dure woningen onbereikbaar zijn. Deze groep is dus aangewezen op de onderhavige woningen. De heer DIJKSTRA: Ik vind uw standpunt heel sterk. De heer DE BRUIN merkt op dat de voorzitter in zijn antwoord heeft gezegd dat hij de doorstroming zal trachten te bevorderen door de bewoners van goedkope woningen uit hun woningen te lokken. Dat gaat van de zijde van de bewoners dan toch wel op basis van vrijwil ligheid? Er wordt daarbij dan toch geen dwang uitgeoe fend? Spreker denkt in dit verband aan de onzalige ge dachte van minister Schut om bepaalde inkomens een huurbelasting op te leggen. De VOORZITTER: Wanneer ik iemand lok, doe ik dat met iets prettigs! Dat woord heb ik opzettelijk ge bruikt. De heer DE BRUIN: Dat hopen wij dan maar, zien doen wij het nog niet. De VOORZITTER: Men moet voor een aantrekkelijk alternatief zorgen. Een dure flat is voor sommigen, voor al oudere mensen, aantrekkelijk, maar niet voor allen. De gemeente moet dus een gedifferentieerd aantrekkelijk al ternatief geven De heer EIBERTSE vraagt of het mogelijk zou zijn aan de bewoners van alle gemeentewoningen (woningwet woningen en premiewoningen) te vragen, of zij in prin cipe voelen voor een eigen huis. Dan kan men te weten komen, hoeveel mensen behoefte hebben aan een eigen huis. Dit dan met name wat betreft de eengezinswonin gen Zou dan niet op een betere manier de doorstroming kunnen worden bevorderd? Men kan dan met de verkre gen gegevens bij het ontwerpen van nieuwe bestemmings plannen rekening houden. De gegadigden voor een eigen woning zouden dan door het particulier initiatief in bijv. een stichting bijeen kunnen worden gebracht. De VOORZITTER merkt op dat men dit pas kan doen, wanneer meer gegevens beschikbaar zijn over de kosten van een eigen woning. Hij stelt zich voor, dat wan neer deze gegevens beschikbaar zijn, het gemeentebestuur zich in de eerste plaats wendt tot degenen die hun huis wilden kopen. Tot deze mensen kan dan worden gezegd: U hebt ons indertijd laten weten belangstelling te hebben voor eigen woningbezit; hier hebt u de mogelijkheid. Een dergelijke mededeling zou spreker dan op wat ruimere schaal willen verspreiden. Hij heeft nog altijd de hoop dat dit aardig zal lopen. Dit gezien de zeer korte tijd, waarin de woningen van de firma Van Eijkelenburg aan de man zijn gebracht. Een heleboel mensen is „neen" verkocht moeten worden, omdat er niet meer van deze woningen waren. En dit is al een aantal jaren geleden. Op het ogen blik stapt men al wat gemakkelijker over een bepaald be drag heen. De financieringsmogelijkheden zijn wat rui mer geworden. Een eigen woning lijkt daarom voor een hele categorie wel een haalbare kaart. Spreker gelooft dat men daar recht op aan moet koersen, zonder zijweggetjes te bewandelen. De heer ELBERTSE begrijpt dat het college wil wach ten tot een bouwplan - bijv. het plan Klaarwater - zo ver gereed is, dat men een prijs kan noemen. Is het niet be ter zo maar eens te informeren, wie voor een eigen huis in aanmerking wil komen Dan kan men het plan daar naar inrichten. De VOORZITTER merkt op dat eerst het plan Klaar water met exploitatieopzet rond moet zijn. De grond prijs moet bekend zijn. Hij zou zich kunnen voorstellen dat men dan zegt: Nu wachten wij niet tot wij alle gronden in bezit hebben, maar wij nemen er een plukje uit om al vast met vijftig van die woningen te beginnen. Een derge lijke procedure is ook wel mogelijk, want hele stukken in het plan Klaarwater zijn al eigendom van de gemeente. De heer DE GROOT deelt mede dat de fractie van Binding-Rechts het voorstel van het college om nóg niet tot verkoop over te gaan kan steunen. Dit voornamelijk omdat het woordje „nog" is ingevoegd. Zonder dat woordje zou de fractie geen steun aan het voorstel van het college verlenen. De fractie dringt er bij het college bijzonder sterk op aan de bewoners van gemeentewonin gen voorlichting te geven en bij hen informatie in te win nen, opdat men op vrij korte termijn over concrete gege vens kan beschikken. Er is vanavond veel over deze mate rie gezegd. Dat berust echter allemaal op veronderstel lingen. De concrete gegevens ontbreken. Laat men de mensen eerst voorlichten en hun mededelen welke moge lijkheden er zijn en hoe de kostenberekening is. Daarna kan hun dan worden gevraagd: Wenst u de woning te ko pen en, zo ja, waarom? Daarna is het pas mogelijk een juist standpunt in te nemen. Spreker gelooft dat de door de voorzitter genoemde termijn van een jaar te lang is om deze zaak opnieuw aan de orde te stellen. Zelfs de door de heer Van Poppelen genoemde termijn van een halfjaar acht hij aan de lange kant. Men dient zich op deze zaak zo spoedig mogelijk nader te bezinnen op grond van concrete gegevens. Dan weet men misschien ook wat meer over de mogelijkheid om via het plan Klaarwater een goed alternatief te bieden. De heer VAN POPPELEN zegt dat de K.V.P.-fractie haar standpunt handhaaft. Zij gaat akkoord met het voor stel om op dit moment nog niet tot verkoop over te gaan, onder voorwaarde dat de raad binnen een halfjaar nader wordt geïnformeerd op grond van een juiste voorlichting aan de bewoners en een daarop volgende enquete onder de bewoners. Mevrouw POLET-MUSLER zegt dat de P. v.d. A.-frac- tie er geen behoefte aan heeft een voorwaarde aan haar stem te verbinden. Zij acht een termijn van een halfjaar te kort. Zij gelooft dat het beter is te wachten tot het plan Klaarwater klaar is. Dan kan worden begonnen met te enqueteren over het alternatief. De mensen kunnen

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1969 | | pagina 35