ten: Om die en die redenen heeft de raad besloten om
niet tot verkoop over te gaan; wij hebben er nota van ge
nomen dat u graag een eigen woning wilt hebben; wij
hebben berekend dat wanneer de raad zou hebben beslo
ten de woningen wel te verkopen, u voor uw woning zo
veel had moeten betalen; wij schatten dat een nieuwe wo
ning - die u geheel naar uw eigen zin kunt inrichten - zo
veel zal kosten en dat u aan bijdragen nog zoveel kunt
krijgen, zodat de nieuwe woning u netto op zoveel zal
komen. Dan zijn deze mensen, die al in de sfeer leven
van een eigen woning, op een iets ander spoor gezet,
maar zij blijven in het spoor van die eigen woning. Spre
ker gelooft dat men dan positief werkt in een richting,
waar hij op de duur de oplossing toch wel ziet liggen.
De mensen moeten uit hun huidige woning. Anders loopt
het met de woningvoorziening voor de laagstbezoldigden
vast.
Spreker zou thans het voorstel van het college, zoals
hij het nader heeft geformuleerd, in stemming willen
brengen.
De heer DE BRUIN: Wordt het voorstel van de heer
Van Poppelen dan niet in stemming gebracht?
De VOORZITTER: Neen, want het college is het
daar niet mee eens.
De wethouder DE HAAN: Het voorstel van het col
lege is het verststrekkend.
De heer HOM: Het eerste punt dat aangeroerd
wordt, is het verststrekkend.
De VOORZITTER: Het verststrekkende voorstel is
om niet te verkopen. Uw fractie stelt voor eerst een en-
quete te houden en dan over een halfjaar nog eens over
de zaak te gaan praten.
De heer HOM: Wanneer u het zo stelt, moet ik achter
mijn fractie gaan staan. Anders zou het geheel anders
kunnen zijn.
De VOORZITTER: Ik vraag mij even af, of het voor
stel van de K. V.P. een amendement is. Het is m.i. ech
ter een geheel ander voorstel.
De heer HOM: Het voorstel van de K.V.P. houdt in
een tijdelijke verschuiving van het voorstel van het colle
ge en dat vind ik het verststrekkend.
De VOORZITTER: Was het dat, dan zou ik zeggen:
Nou ja
De heer HOM: Het is eigenlijk een aanhouding van
een halfjaar.
De VOORZITTER: Neen. U gaat dan op een bepaal
de manier bij de mensen verwachtingen wekken en
De heer HOM: Dat zit eraan vast.
De heer VAN POPPELEN: Neen, dat zit er niet aan
vast.
De VOORZITTER: dan wordt er over een half
jaar nog eens over gesproken.
De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL
zegt dat het hem nu helemaal onduidelijk begint te wor
den. Hij vindt toch al dat men hier bezig is - en dat is in
deze tijd geen deugd - een nummertje weg te geven van
bijzonder onduidelijk beleid. Wanneer er iets is waarvoor
het gemeentebestuur zich moet hoeden, dan is het dat.
Heeft spreker het goed begrepen, dan ligt de zaak op
het ogenblik aldus:
1. Van de kant van het college is een voorstel gedaan om
nog niet over te gaan tot verkoop van woningwet- en pre
miewoningen.
2. Van de kant van de K.V.P. is een ombuiging van het
voorstel van burgemeester en wethouders voorgesteld, in
deze zin dat de K.V.P. voorstelt om nog niet tot verkoop
van woningwet- en premiewoningen over te gaan, maar
tegelijkertijd vast te stellen, dat deze zaak over zes maan
den opnieuw moet worden bekeken en dat er dan ter ta
fel moet liggen de uitslag van een onderzoek naar de bij
de bewoners van woningwet- en premiewoningen bestaan
de wens om hun woning te kopen.
3. Van de kant van het college is er een soort tussenvoor
stel, misschien verduidelijkt voorstel gekomen. Dat tus
senvoorstel houdt in, dat het college zijn standpunt hand
haaft om nog niet tot verkoop van woningwet- en premie
woningen over te gaan. Het college zal de betrokkenen
berichten, dat de raad daartoe om die en die redenen
heeft besloten. Daarbij zegt het college toe met alle
kracht ernaar te zullen streven voor de betrokkenen in de
wijk Klaarwater een oplossing voor eigen woningbezit te
vinden. De betrokkenen zal worden medegedeeld, in web
ke orde van grootte de aan deze oplossing verbonden kos
ten liggen. Daarbij zal de betrokkenen worden medege
deeld, in welke verhouding deze kosten staan tot de kos
ten van aankoop van de woning waarin zij thans zijn ge
huisvest. De betrokkenen krijgen dan een indruk van de
kosten die zij zouden hebben moeten maken als de raad
wel had besloten aan hen hun huidige woning te verko
pen.
Spreker ziet deze drie dingen naast elkaar. Wanneer
men voorstander is van duidelijk beleid, dan gelooft hij
dat men aan het laatste voorstel van het college alle steun
moet geven. De wijze waarop de voorzitter - die ter zake
bij uitstek deskundig is, want de voorzitter zit tot over
de oren in deze problemen - de zaak naar voren heeft ge
bracht, is voor spreker en diens fractie volmaakt duide
lijk. Daar is geen woord Frans bij. Dat is van A tot Z ver
antwoord. Wanneer het college aan zijn voorstel toe
voegt, hetgeen de voorzitter daaraan heeft toegevoegd,
dan wordt dat voorstel daarvan alleen maar beter.
Het voorstel van de K.V.P. om te gaan enqueteren en
om daarmede inderdaad verwachtingen te wekken kan
spreker wel begrijpen. Hij kan echter niet voldoende met
de voorzitter waarschuwen, dat het wekken van verwach
tingen meteen een stap is in de richting van onduidelijk
beleid. En nogmaals: daarvoor moet men bijzonder wa
ken.
Hierna wordt het voorstel van het college van burge
meester en wethouders, zoals dat nader is geformuleerd
door de voorzitter, in stemming gebracht en aangenomen
met 11 tegen 9 stemmen.
Voor hebben gestemd de leden: Oldenboom, Dijkstra,
mevrouw Walter-Van der Togt, De Haan, Storimans,
Veldhuijsen, Pieren, Verheus, Elbertse, mevrouw Polet-
Musler en Berkelbach van der Sprenkel.
Tegen hebben gestemd de leden: Van Poppelen, De
Groot, Stam, De Bruin, mevrouw Oranje-Entink, Eb-
bers, Van den Berg, Hom en Korte.
66 (19) Voorstel tot het aangaan van een geldlening tot
een bedrag van f. 1.000.000,-.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
67 (20) Voorstel tot het garanderen van een aanvullende
geldlening ten behoeve van de stichting Dorpshuis Soes-
terberg, alsmede het beschikbaar stellen van een krediet
voor het aanbieden van een geschenk.
De heer DE GROOT vraagt of het college kan meede
len waaruit het geschenk bestaat.
De VOORZITTER: Ik kan het wel zeggen, want men
weet het toch al. Het geschenk betreft de inrichting van
een gymnastieklokaal.
De heer DE GROOTUitsluitend dus de inrichting
van het gymnastieklokaal?
De VOORZITTER: Ja, de kosten voor de inrichting
van het gymnastieklokaal zullen wel ongeveer het ge
noemde bedrag beslaan.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.