Nr. 7. 23 juli 1969. NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op woensdag 23 juli 1969 te 19.30 uur. VOORZITTER de burgemeester, de heer mr. S.P. Ba ron Bentinck. SECRETARIS de heer H. Borreman. Tegenwoordig de leden: J. van den Arendfï.C. van den Berg, J.K. de Bruin, drs. L.J. Dijkstra, J.J. Ebbers, B H.A. Elbert- se, M. de Groot, K. de Haan, J.H. Hom, J.C. Korte, G.H. Oldenboom, mevrouw P.J. Oranje-Entink, P.C. Pieren, me vrouw S.M. Polet-Musler, J.R. van Poppelen, D.Chr. Stam, P.L.J.M. Storimans, J.H.N. Veldhuijsen, mevrouw M.C.P. Walter-Van der Togt en A.S. Westra. Afwezig met kennisgeving de leden: J.W.D, Berkelbach van der Sprenkel, P. Grift en C. Verheus. De VOORZITTER opent de vergadering en doet voor lezing van de gebedsformule. Vervolgens deelt hij mede dat bericht van verhinde ring is ingekomen van de heren Grift, Berkelbach van der Sprenkel en Verheus die allen met vakantie zijn. Voorts deelt hij mede dat hem uit een kleine enquete is gebleken dat de aanwezige dames er geen bezwaar tegen zullen hebben, wanneer de heren raadsleden in verband met de enigszins onnederlandse warmte hun jasjes uittrekken. Men zal begrijpen dat hij tegen deze handelwijze dan ook geen bezwaar zal kunnen hebben. 155 (1) Vaststelling van de notulen van de raadsvergade ringen, gehouden op 19 februari, 19 maart, 16 april, 21 mei en 18 juni 1969. Deze notulen worden zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld. 156 (2) Ingekomen stukken. a. Jaarverslag over het schooljaar 1967-1968 van de stichting Amersfoortse Muziekschool, met voorstel dit jaarverslag voor kennisgeving aan te nemen. De heer WESTRA maakt erop opmerkzaam dat het aantal leerlingen op de Amersfoortse muziekschool 1375 bedraagt, van wie er uit Amersfoort 1119 en uit Soest 228 komen, een verhouding derhalve van onge- ongeveer 5:1. Het tekort van de muziekschool be loopt een 283 duizend gulden; daartoe draagt de ge meente Amersfoort f. 227.184,- bij en de gemeente Soest f. 55.821,-. De verhouding van deze getallen is 4 1. In de stukken wordt geen grondslag genoemd, waarop de genoemde bijdragen van Amersfoort en Soest zijn gebaseerd. Voor Amersfoort komen de kos ten per leerling neer op ongeveer f. 203,- en voor Soest op ongeveer f. 245,-, hetgeen een verschil uit maakt van f. 42,- per leerling. In het tekort van de muziekschool is onder meer op genomen f. 18.000,- voor huur voor de gemeente Amersfoort, f. 24.000,- voor centrale boekhouding, f. 7.000,— voor accountantsdienst en f. 3.000,- voor aandeel algemeen bestuur, te zamen f. 52.000,-. De vraag rijst of hetgeen ten laste van de gemeenten Amersfoort en Soest wordt gebracht, wel in goede verhouding tot elkaar staat. De gemeente Soest zal hieraan wel weinig meer kunnen doen, maar de frac tie van de V.V.D. meent er toch op te moeten aan dringen dat er nauwlettend op wordt toegezien dat de gemeente Soest in verhouding tot hetgeen de ge meente Amersfoort betaalt, niet te veel bijdraagt. Spre ker weet dat in de aanstaande gemeenschappelijke re geling een andere verdeelsleutel wordt toegepast, maar zoals de stukken nu uitwijzen, past Soest een vijfde van het tekort bij, terwijl het aantal leerlingen uit Soest een zesde bedraagt. De wethouder DE HAAN merkt op dat het een on juiste methode is om in het geval van de kostenbepa- ling van de stichting Amersfoortse Muziekschool te gaan redeneren vanuit het aantal leerlingen. Een leer ling van de muziekschool is geen leerling van een lage re school. Leerlingen van lagere scholen zijn in wezen gelijk. Zij krijgen per klas dezelfde leermiddelen. Dit is met leerlingen van een muziekschool niet het ge val. Alleen al het verschijnsel dat er op de Amers foortse Muziekschool grotere aantallen leerlingen aan groepsonderwijs deelnemen, die praktisch qua extra subsidie geen geld kosten, heeft tot gevolg dat - als men per leerling zou gaan rekenen - Amersfoort daar door een lager bedrag per leerling uitgeeft dan Soest. Er wordt voornamelijk op kostprijsbasis van de lessen gewerkt. Juist de groepen, zoals die voor het algemeen vormend muziekonderwijs, het ballet, de koorzang,heb- ben uit Amersfoort een relatief veel grotere deelname dan uit Soest. Waaraan dit precies ligt, is moeilijk te achterhalen. Het feit ligt er echter Dit is er mede oorzaak van dat wanneer men de lijn gaat volgen van de aantallen leerlingen ten opzichte van de bedragen die aan subsidie betaald worden, men niet tot een ge lijke som komt. Dat kan ook niet. Er wordt per leer ling becijferd, wat het tekort is, na aftrek van subsidie, lesgeld enz. Dat wordt in rekening gebracht. De ac- countantskosten worden door Amersfoort betaald. Deze kosten worden dus niet omgeslagen, de andere wel. De heer WESTRA zeg': dat hij heeft gesteld dat er in de stukken geen basis wordt gegeven, waarop de be rekening van de vorengenoemde bedragen stoelt. Er ontbreekt iedere aanduiding van hoe en waarom deze bedragen zijn verkregen en berekend. Als die aandui ding ontbreekt, is er voor een leek als spreker maar één uitgangspunt: de leerling. Het verslag is niet volle dig en heeft onvoldoende inzicht in de materie. De wethouder DE HAAN merkt op dat het hier een verslag betreft van de stichting Amersfoortse Muziek school. Daarin heeft de gemeente Soest niet de hand gehad. De gemeente Soest kan ten aanzien van de sa menstelling van dit verslag wel enige invloed uitoefe nen, maar strikt en formeel genomen niet. Men is er van uitgegaan dat als er in de raad van Soest vragen gesteld zouden worden, de waarnemer in het bestuur van de muziekschool informaties zou kunnen ver strekken. Dat is dan bij dezen gedaan. Het stuk wordt aangenomen voor kennisgeving. b. Verslag en rekening over het jaar 1968 van het Kom- postbedrijf Soest-Baarn, Het stuk wordt aangenomen voor kennisgeving. c. Brief d.d. 18 juni 1969 van mevrouw R. Kamphorst- Van Stijn te Soest, inzake een kwestie met betrekking tot de uitvoering van de Bijstandswet, met voorstel deze brief ter afdoening in handen te stellen van de di recteur van de gemeentelijke sociale dienst. De heer WESTRA heeft zich afgevraagd of het staats rechtelijk wel verantwoord is om de onderhavige brief in handen te stellen van de directeur van de ge meentelijke sociale dienst. Het is bekend dat in de aan vang van de uitvoering van de Algemene Bijstandswet diverse directeuren van sociale diensten beslissingen hebben genomen, die door de Kroon vernietigd zijn. Alleen het college van burgemeester en wethouders of 81

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1969 | | pagina 80