Nr. 8. 20 augustus 1969. NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op woensdag 20 augustus 1969 te 19.30 uur. VOORZITTER de burgemeester, de heer mr. S.P. Baron Bentinck. SECRETARIS de heer H. Borreman. Tegenwoordig de leden: J. van den Arend, G.C. van den Berg, J.W.D. Berkelbach van der Sprenkel, J.K. de Bruin, drs. L.J. Dijkstra, J.J. Ebbers, B.H.A. Elbertse, M. de Groot, K. de Haan, J.H. Hom, J.C. Korte, G.H. Oldenboom, me vrouw P.J. Oranje-Entink, P.C. Pieren, mevrouw S.M, Polet- Musler, J.R. van Poppelen, P.L.J.M. Storimans, J.N.H. Veld- huijsen, C. Verheus, mevrouw M.C.P. Walter-Van der Togt en de heer A.S Westra. Afwezig met kennisgeving de leden: P. Grift en D Chr, Stam De VOORZITTER opent de vergadering en doet voor lezing van de gebedsformule. Vervolgens deelt hij mede dat bericht van verhindering is ingekomen van de heer Stam, wegens ziekte, en van de heer Grift, die het wegens diens gezondheidstoestand nog niet aandurft om ter vergadering te komen. 177 (1) Ingekomen stukken. A. Brief d.d. 11 juni 1969 van het bestuur van de V.V.D., afdeling Soest, inzake de weg over de Eng met voorstel te antwoorden conform de ter inzage lig gende concept-brief en een voorstel van de raadsfrac ties van de Partij van de Arbeid, Katholieke Volkspar tij, Protestants-Christelijke partijen en Binding Rechts om wijziging te brengen in genoemde concept-brief. De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL zegt dat hij de onderhavige stukken heeft gevonden toen hij van vakantie terugkwam en dat hij daardoor niet eerder heeft kunnen reageren. Hij zou thans een op merking willen maken over de laatste zin van de ali nea die op verzoek van alle raadsfracties, behalve de fractie van de V.V.D., zal worden opgenomen in de concept-brief. Die zin luidt als volgt: „Als men nu meent de democratie in het geding te moeten brengen, het is een regelrechte ondermijning der democratie op onjuiste gronden de waarde van een vertegenwoordigend lichaam aan te tasten." Spreker heeft bij eerste lezing van deze zin enige moei te gehad om te begrijpen wat precies de bedoeling is. Hij stelt daarom voor deze zin te doen luiden als volgt „Als men nu meent de democratie in het geding te moeten brengen, dan is aantast ag van de waardigheid van een vertegenwoordigend lichaam een regelrechte ondermijning der democratie." Voor het overige staat spreker geheel achter de con cept-brief. Hij gelooft dat het gced is dat men duide lijk stelt wat wordt bedoeld, omdat het soms nodig is althans te trachten sommige mensen duidelijk te ma ken, dat er een verschil is tussen democratie en dema gogie. De heer DE BRUIN merkt op dat de onderhavige con cept-brief en het amendement daarop dat is voorge steld door de drie fracties die in het college van B. en W. zijn vertegenwoordigd en door een fractie die niet in het college van B. en W. is vertegenwoordigd, de vorige keer ook al ter sprake zijn geweest en dat toen op zijn verzoek de behandeling is uitgesteld tot heden avond. Dat de raad dat verzoek heeft ingewilligd, verwondert spreker niet. Hij acht het namelijk niet uitgesloten, dat de P. v.d. A.-fractie de vorige keer heeft gemeend de V.V.D.-fractie met bedoeld amendement te moeten overvallen. Als de P. v.d. A.-fractie meent dat zij de V.V.D.-fractie daarmede inderdaad heeft overvallen, dan kan hij de P. v.d. A.-fractie mededelen dat zij het mis heeft. Vóór de aanvang van de vorige raadsverga dering heeft een der raadsleden hem namelijk op de hoogte gesteld. Het is dus geen overval geweest, aldus spreker, het is alleen maar kleingeestig van de P. v.d. A.-fractie geweest om het op deze wijze te spelen en eventueel te willen spelen. De P. v.d. A,-fractie heeft bij dezen naar voren ge bracht, dat zij contact heeft gezocht met de fractie van Binding Rechts. Blijkens de notulen van de begro tingsvergadering van 20 december 1968 neemt de P. v.d. A.-fractie het de leden van de fractie van Bin ding Rechts kwalijk, dat zij tijdens de zittingsperiode van de raad die nu aan de gang is, van partij zijn ver anderd, doch desondanks hun zetels blijven bezetten. Spreker wijst erop dat het natuurlijk weinig principi eel is, dat men wanneer men vindt dat enige leden niet meer in de raad thuishoren omdat zij van partij zijn veranderd, onder bepaalde omstandigheden toch con tact met die leden gaan opnemen. De V.V.D.-fractie heeft in dezelfde begrotingsvergade ring gezegd: Als raadsleden tijdens een zittingsperiode van de raad van partij veranderen, dan vinden wij het ondemocratisch en politiek gesproken onfatsoenlijk wanneer zij hun raadszetels blijven bezetten. Het mee gaan van de fractie van Binding Rechts met het amen dement op de onderhavige concept-brief doet de V.V.D.-fractie dan ook helemaal niets. De V.V.D.- fractie vindt namelijk dat als er één fractie is die geen recht heeft om over de democratie te gaan praten of om daarover te oordelen ten aanzien van een andere partij, het zeer zeker op de eerste plaats de fractie van Binding Rechts is. Het stelt spreker teleur, dat de huidige fractievoorzit ter van de K.V P. ondanks de besprekingen die onlangs hebben plaatsgehad, ten aanzien van het amendement op de onderhavige concept-brief toch met de P. v.d. A-fractie in zee gaat. Tot slot vraagt spreker in hoeverre het college het amendement wel of niet wil overnemen en of het col lege hierop commentaar heeft. Mevrouw POLET-MUSLER zegt naar aanleiding van de opmerking van de heer De Bruin over het contact zoeken van de P. v.d. A.-fractie met de fractie van Binding Rechts: Hoewel de leden van onze fractie als zij zelf voor die beslissing waren gesteld, waarschijn lijk een andere beslissing zouden hebben genomen, vind ik het wel afgedaan als het een keer gezegd is. Spreekster meent dat men niet kan blijven omzien in wrok en dat wanneer iets openlijk is uitgesproken, er een punt achter moet worden gezet. Daarom accepte ren wij het verder, hoewel wij in dezelfde omstandig heden een andere keuze zouden hebben gedaan, al dus spreekster; zij hebben dat niet gedaan, maar dat is verder voor iemands eigen geweten en daar wordt verder mee gewerkt. Spreekster merkt op dat de heer De Bruin zich ver gist als hij denkt, dat de P. v.d. A.-fractie de fractie van de V.V.D. heeft willen overvallen. Het gaat om een brief aan de V.V.D. en het is helemaal niet nodig, tenminste vrij overbodig, om aan een fractie van een bepaalde partij waar men op een gegeven moment be- 99

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1969 | | pagina 98