stuur dat men ambtenaren kweekt die tegenspel kun
nen leveren en die ook volledig de vrijheid hebben
om iets te zeggen dat misschien niet aangenaam is in
de ogen van degenen aan wie het wordt gezegd en die
misschien liever een ander advies hadden gehad, maar
die ook de mogelijkheid hebben om een advies naast
zich neer te leggen.
De omlegging om de noord in Soesterberg is al heel
erg lang geleden gepland. Spreker meent dat ze al in
het eerste uitbreidingsplan van Soesterberg van na de
oorlog is opgenomen. Er gebeurde evenwel maar steeds
niets aan. Ongeveer vijfjaar geleden heeft het college
bij rijkswaterstaat nog eens gevraagd: Heeft het nog
wel zin om dit punt, waarvan wij niets zien gebeuren,
in de plannen op te nemen? Rijkswaterstaat heeft
daarop geantwoord: Wij wensen dat het toch gehand
haafd blijft, want het zou toch nog wel eens mogelijk
kunnen zijn, hoewel wij het nu niet zien. En nu is men
eigenlijk heel plotseling toch teruggekomen tot het
oude plan om die omlegging daar ter plaatse te leg
gen. Men heeft dus van de kant van rijkswaterstaat te
recht altijd toch dit onderdeel van het uitbreidings
plan zo gehandhaafd.
Waarom dit alles nodig is als toch binnenkort de nieuwe
rijksweg 28 zal worden aangelegd? Deze, nu door de
heer Dijkstra gestelde vraag, wordt heel vaak gesteld,
ook door de gedupeerden. Volgens de plannen zou
die nieuwe rijksweg in 1974 klaar moeten zijn. Hij had
al veel eerder klaar moeten zijn; men is er al erg lang
mee bezig, doch er is iedere keer weer wat tussen ge
komen. Maar nu is het zo, dat hij volgens de begroting
in 1974 klaar zou komen. Met het oog hierop vraagt
men zich natuurlijk af: Indien rijkswaterstaat die weg
inderdaad in 1974 klaar zal hebben en de aanleg ervan
niet weer zal uitstellen, is het dan niet mogelijk om
deze rigoureuze verbeteringen aan de rijksweg door
Soesterberg op veel kleinere schaal uit te voeren: Dat
er wel wat zal moeten gebeuren aan de laatstgenoem
de weg, is wel duidelijk, maar dat zou dan toch in
veel beperktere mate kunnen, omdat dan na 1974
toch het verkeer over die weg een heel eind zou terug
lopen en het zware en doorgaande verkeer er dan toch
voor een heel groot gedeelte af zou gaan. Spreker per
soonlijk is van mening, dat er al van een geweldige
verbetering sprake zal zijn als er een behoorlijke ver
lichting wordt aangebracht. De situatie is er nu erg on
overzichtelijk. Er is daar op het ogenblik verlichting
bij de afslag van de Van Weerden Poelmanweg, maar
verder heerst er nog altijd een Egyptische duisternis.
Tegenover de hiervoren bedoelde vraag wordt door
rijkswaterstaat gesteld: Het verkeer op die weg neemt
zeer toe, op bepaalde drukke uren zit het volledig
vast, dat vastzitten zal tot 1974 nog meer toenemen
en het is dan ook niet mogelijk om het tot 1974 op
zijn beloop te laten; daarna zal deze weg toch nog
steeds een zodanig belangrijke verbinding blijven - zij
het meer van regionaal belang, dan van nationaal be
lang - dat het verkeer op deze weg, zij het dat het in
1974 een grote daling zal vertonen, toch geleidelijk
aan weer zozeer zal toenemen, dat de weg, zoals hij
nu is, onvoldoende is en toch een verbetering zal moe
ten ondergaan. Dit is de filosofie van rijkswaterstaat
die herhaaldelijk, in het bijzonder op de zitting waar
op de bezwaarden hun bezwaren naar voren konden
brengen, verkondigd is, omdat dit punt iedere keer
door de betrokkenen werd aangevoerd.
Op de vraag van de heer Pieren of het niet beter zou
zijn geweest om het bureau Goudappel en Coffeng ad
vies te vragen ten aanzien van de omlegging in Soester
berg zegt spreker: Dat is niet gebeurd, want het is he
lemaal een rijkswaterstaatsplan en rijkswaterstaat heeft
hiervoor natuurlijk zelf wel zijn adviseurs en technici.
Rijkswaterstaat had met zijn opmerking dat die omleg
ging goed is, het gemeentebestuur wel aan zijn kant.
Ten aanzien van deze omlegging is er een uitgebreid
overleg geweest in verband met de aankoop van hui
zen en het voorzien in de woongelegenheid voor men
sen die daardoor hun huizen kwijt zouden raken. Het
college is van mening dat het voor het dorp Soester
berg, vooral wat de Rademakerstraat betreft, een ge
weldige verbetering zou zijn als al het verkeer daar
meer in de richting van het vliegveld om het dorp
wordt heengeleid en er in het dorp zelf een rust zal
komen. Maar dit is een oplossing die al twintig jaar
op het uitbreidingsplan stond en dus eigenlijk niets
nieuws is. Alleen, men ging er langzamerhand aan twij
felen of ze ooit gerealiseerd zou worden Toen de rea
lisering aan de orde kwam,was er voor het college geen
aanleiding om te zeggen: Nu moeten wij gaan kijken
of deze omlegging nog nodig is
Het nu vanuit de raad naar voren gebrachte overwe
gende, gelooft spreker dat wat het college voorstelt
van beperkte aard is. Aan de raad is een brief gericht
van een groep mensen met een bepaald idee ten aan
zien van de omlegging om de noord en daarop wordt
de reactie van de raad gevraagd. Eigenlijk wordt daar
op de prompte reactie van de raad gevraagd. Het is niet
zo, dat kan worden gezegd: Laat ons daar nu nog eens
een tijdje op gaan studeren Omdat deze zaak op het
ogenblik aan de orde is en men met spoed aan de weg
in kwestie wil doorgaan, moet er gauw gereageerd
worden indien er iets gedaan moet worden. Daarom
heeft het college de onderhavige brief ook direct in de
ze raadsvergadering aan de orde gesteld, om met een
prompte reactie te komen Het college meent dat de
omlegging verkeerstechnisch beslist bezwaren heeft;
ze loopt als verkeersweg heel wat minder gunstig dan
de weg rechtdoor Aan de weg rechtdoor zoals hij
door rijkswaterstaat ontworpen is, kleven heel bewust
bezwaren, vooral betreffende de parallelwegen. Dat
zijn wegtechnische bezwaren, maar het zijn ook be
zwaren die direct hun consequentie hebben ten aan
zien van de aanwonenden die nu met hun huis vlak
aan de weg komen te wonen en die bij een andere op
lossing, waarbij hun huis zou moeten worden afge
broken, gelegenheid zouden hebben om, aangezien
het over het algemeen zeer diepe percelen betreft,
dertig of veertig meter naar achteren een nieuw huis te
bouwen. Als rijkswaterstaat bewogen zou kunnen
worden om het probleem op de laatstbedoelde wijze
in beginsel en in grote lijnen op te lossen, zou naar de
mening van het college én voor de betrokken bewo
ners én voor de veiligheid op de weg toch wel een gro
te verbetering bereikt zijn, meer dan wanneer van ge
meentewege de zaak nog eens nader in studie zou wor
den genomen en advies zou worden gevraagd. Er zal
op deze zaak heus nog wel eens gestudeerd worden.
Er is nogal veel beweging rondom deze weg. De raad
van state bemoeit zich ermee Er zijn dus toch nog ve
le andere deskundigen die er ook nog eens hun licht
over laten schijnen. Maar wanneer aan de hand van het
advies van het college de raad nu ten aanzien van deze
naar de mening van de spreker heel logische, duidelij
ke en aansprekende punten een geluid doet horen, zal
dat misschien het meeste succes opleveren. Als nu van
de kant van de raad wordt gezegd, dat er niet honderd
procent wordt uitgehaald, aldus spreker, dan geloof ik,
dat wij misschien met ons halve ei (zij het dan anders