:ht van aan de Zeist. 202 203 de heer Schaarsbergen tot overeenstemming is geko men, b) hoe het met de kwestie Schaarsbergen zit. De VOORZITTER antwoordt dat er een procedure is geweest die de gemeente gewonnen heeft De heer PIEREN zegt dat hij het erg op prijs zou heb ben gesteld als de raad daarvan in kennis was gesteld Hij herinnert eraan dat er reeds in diverse raadsverga deringen, o a bij begrotingsbehandelingen, is ge vraagd hoe het met die zaak afgelopen is Het ver heugt hem dat de gemeente de procedure gewonnen heeft. Hij zal graag vernemen of dat lang geleden is gebeurd De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT zegt dat dat nog niet zo lang geleden gebeurd is De VOORZITTER antwoordt dat er nog een proce dure gaande is Wat het onderhavige gedeelte betreft, is de zaak evenwel rond en daarvan had inderdaad me dedeling aan de raad moeten worden gedaan Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. b. de Nijverheidsweg aan W. van Dijk. De heer EBBERS vraagt of al bekend is wat voor een soort van industrie er op deze grond moet komen De wethouder mevrouw WALTER VAN DER TOGT antwoordt dat het hier een bestaand bedrijfje betreft dat zich bezighoudt met de samenstelling van gasappa ratuur. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen c. de Van Weerden Poelmanweg aan de P U M N V De heer DE BRUIN vraagt of dit voorstel iets te ma ken heeft met de bovengrondse leidingen van Utrecht naar Amersfoort waarover in een vorige raadsvergade ring is gesproken Hij zal ook graag vernemen of het college met betrekking tot die leidingen al een reactie van de P U.E.M, heeft ontvangen De VOORZITTER antwoordt dat dit voorstel met de bovengrondse leidingen niets heeft te maken en dat het college nog geen reactie van de P U.E.M heeft ontvangen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen d de Nieuweweg aan de Stichting Gezondheidsbevor dering te Soest. Voorstel tot ruiling van grond, gelegen aan: a de Beukenlaan met mevrouw M.C Bos-Pleijsier; b. de Beukenlaan en de Dalweg met J. Timmer. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen Voorstel tot het vaststellen van een besluit als bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (voorbereidingsbesluit) voor delen van de bebouwde kom De heer WESTRA merkt op dat hij het in het ontwerp besluit onder I vermelde besluit van 19 november 1969 niet bij de stukken heeft aangetroffen, terwijl het z.i, bij het intrekken van een besluit toch aanbeve ling verdient, dat men weet wat men intrekt. Dit voorstel houdt feitelijk in een wijziging van de be staande toestand. Bij de stukken heeft een kaart gele gen waarvan een deel rood gekleurd was, maar waarop niet kon worden gezien wat deze wijziging feitelijk inhoudt. Men heeft het vandaag alweer eens over voor lichting gehad, maar een wat betere voorlichting aan 204 de raad op dit punt zou ook wel gewenst zijn. De omschrijving van dit voorstel op de agenda zegt niemand iets Spreker had liever gezien dat het was omschreven als volgt: Voorgesteld wordt om voor die en die gebieden van de gemeente een bestemmingsplan samen te stellen; dit betekent een voorbereidingsbe sluit Daarbij zouden dan natuurlijk die gedeelten met na me genoemd moeten zijn Dat zou meer aangespro ken hebben en dan zouden ook meer mensen geweten hebben op welke gedeelten van de gemeente deze zaak betrekking heeft De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT zegt dat rekening zal worden gehouden met de opmer kingen van de heer Westra. De heer DE BRUIN zegt dat dit wel een leuke belofte is, maar dat hij graag zou vernemen waarom de beno digde bescheiden niet bij de ter inzage gelegde stukken aanwezig waren De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT zegt dat zij niet weet waarom ze er niet bij waren. De heer DE BRUIN vraagt of de wethouder nu kan vertellen wat de onderhavige wijzigingen precies inhou den De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT zegt dat het een wijziging van het gebied betreft. Er zijn bepaalde delen aan toegevoegd. De VOORZITTER verleent hierna het woord aan de secretaris De SECRETARIS merkt op dat het raadsbesluit van 19 november 1969 verschillende delen van de ge meente omvat, namelijk bepaalde complexen en be paalde kleine gedeelten. Die kleine gedeelten, hier en daar een strookje, waren aangegeven met de nummers ten aanzien waarvan nu intrekking wordt voorgesteld. Verder wordt voorgesteld het gehele desbetreffende ge bied, waaronder de wijken Soestdijk en het Hart en verschillende andere wijken, in het voorbereidingsbe sluit op te nemen. Als er een voorbereidingsbesluit is, kan artikel 19 van de Wet op de ruimtelijke ordening worden toegepast, hetgeen wil zeggen dat kan worden afgeweken van het bestaande bestemmingsplan; zo doende kan uiteindelijk de artikel 20-procedure, die per 1 augustus jl. vervallen is, weer van toepassing worden verklaard, waardoor het mogelijk is bouwver gunningen te verlenen in afwijking van het bestem mingsplan en vooruitlopende op het nieuwe bestem mingsplan. Dit is de achtergrond van het nu te nemen besluit. De heer WESTRA zegt dat hij alleen heeft gevraagd om een betere voorlichting van de raad in het belang van de beoordeling van aan de raad voorgelegde za ken Hij meent dat er sprake zou moeten zijn van twee gelijke kaarten, maar hij vermoedt dat als men de twee kaarten op elkaar legt, zal blijken dat ze niet gelijk zijn. Als men op de bestaande kaart met groen aangeeft wat vervalt en wat er bijkomt, dan spreekt dat en dan weet men waarover men praat. De VOORZITTER zegt dat de mededelingen van de secretaris een antwoord op de vraag van de heer De Bruin waren Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. Voorstel tot wijzigingen van de begroting 1970. De VOORZITTER deelt mede dat de financiële com missie zich met dit voorstel kan verenigen, doch zich 135

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1970 | | pagina 136