onzichtbaar zou zijn. In het vooroverleg met de
P.U.E.M. is van die zijde gezegd, dat dit om technische
redenen onmogelijk was. De P.U.E.M. zou ook het
waarom hiervan wel uit de doeken willen doen. De he
ren van de P.U.E.M hebben zich bereid verklaard om
deze voorlichting vanavond te geven. Zij kunnen dat
ongetwijfeld beter dan het college.
De heer OLDENBOOM vraagt of er een aantekening
op het stuk is gezet
De VOORZITTER: Inderdaad De commissie grond
bedrijf en uitbreidingsplan stelt voor dit punt aan te
houden tot een volgende vergadering. De financiële
commissie onderschrijft het voorstel van deze com
missie.
Voortgaande zegt spreker dat de beide commissies dus
nu nog geen beslissing over deze zaak willen nemen.
Aan de orde is nu de door de raad gevraagde voorlich
ting over deze aangelegenheid. De discussie en de be
slissing over dit agendapunt kunnen tot een volgende
vergadering worden uitgesteld. Dit zal de heren van
de P U E M wel spijten, want spreker heeft begrepen
dat zij haast met de zaak hebben. Zij kunnen het
waarom van deze haast misschien tevens duidelijk ma
ken Hij hoopt dat de raadsleden de vragen die bij hen
rijzen, onmiddellijk na de toelichting naar voren zul
len brengen Zij dienen daarmede niet te wachten tot
de volgende raadsvergadering, want het college zal
niet zo goed in staat zijn deze vragen te beantwoorden
als de heren van de P.U.E.M.
De heer VAN POPPELEN dacht dat de commissie
grondbedrijf en uitbreidingsplan ook nog een ander
bezwaar had gemaakt. Zij heeft nl. verzocht om eerst
de agenda af te werken en als laatste punt deze toe
lichting te houden,
De VOORZITTER: Dat is niet vermeld.
De heer VAN POPPELEN zegt dat er nog een vrij gro
te agenda rest. Nu wordt deze agenda om half tien on
derbroken voor een inleiding. Wanneer denkt de voor
zitter met het vergaderen gereed te zijn?
De VOORZITTER zegt dat de agenda niet wordt on
derbroken, maar dat er alleen een verandering in de
volgorde wordt aangebracht. De vergadering wordt
ook niet geschorst. De raad heeft gevraagd om een
toelichting over deze kwestie. Deze toelichting kan nu
in de raad worden gegeven Het is een kwestie van
hoffelijkheid ten opzichte van de heren van de
P.U E M dat zij niet eerst de gehele behandeling van
de agenda behoeven bij te wonen, voordat zij aan hun
toelichting kunnen beginnen. De toelichting nu in
plaats van na agendapunt 24 maakt de raadsvergade
ring niet langer of korter.
Hij zou over het verzoek van de heer Van Poppelen
niet willen discussiëren, maar de raad wel in overwe
ging willen geven, om opkomende vragen aan de he
ren van de P.U.E.M. kenbaar te maken.
De heer OLDENBOOM zegt dat er in de commissie
grondbedrijf en uitbreidingsplan duidelijk bezwaar
was tegen de procedure, om de voorlichting in een
openbare raadsvergadering te doen houden. Men wil
de de voorlichting laten plaatshebben in een inofficië
le bijeenkomst, die om overwegingen van efficiëncy na
de behandeling van de agenda zou plaatsvinden. Hij
kan zich voorstellen dat het hoffelijk is om deze inof
ficiële bijeenkomst eerder te houden, maar dan zou hij
het op prijs stellen dat - dit in de geest van de in de
commissie levende opvatting - de vergadering werd
geschorst.
De VOORZITTER: Dit lijkt mij onjuist, dan is het
geen o,penbare raadsvergadering meer.
Voortgaande zegt spreker dat het onderhavige agenda
punt in een vorige openbare raadsvergadering is behan
deld. Toen was de raad niet voldoende bevredigd door
de inlichtingen van het college. Dan laat de gemeente
wet de mogelijkheid open dat in een openbare raads
vergadering ook een niet-raadslid het woord voert om
nadere inlichtingen en voorlichting te geven Dit was
in de vergadering van juli niet mogelijk. Daarom is het
nu aan de orde gesteld. Als er in de vergadering van ju
li iemand van de P.U.E.M. aanwezig was geweest, had
het toen meteen kunnen gebeuren. De kwestie is toen
openbaar behandeld en zij moet ook nu weer open
baar behandeld worden.
Voorgesteld wordt alleen punt 25 te behandelen na
punt 12.
De heer DE GROOT heeft ernstig bezwaar tegen de
door de voorzitter voorgestelde gang van zaken. Het is
juist eerst de agenda af te werken en daarna de heren
van de P.U.E.M. het woord te geven. Anders wordt er
een precedent geschapen en kunnen ook anderen met
het verzoek komen, om in een openbare raadsverga
dering een bepaald raadsvoorstel mondeling toe te
lichten.
De VOORZITTER: U vergist zich! Het verzoek is van
de raad uitgegaan. Het college heeft zich toen tot de
P.U.E.M. gewend. De heren van de P.U.E.M. zijn nu
hier aanwezig.
Voortgaande zegt spreker dat het gewoon een kwestie
van beleefdheid is, dat men hen niet langer laat wach
ten dan nodig is. Hij ziet een projectiescherm staan en
neemt aan dat er ook nog iets vertoond zal worden.
Spreker heet de heren van de P.U.E.M. welkom en
geeft het woord aan de heer ir. F. van Koppenhagen,
technisch adjunct-directeur van de Provinciale
Utrechtse Electriciteits Maatschappij N.V., voor het
geven van een toelichting op het onderhavige voorstel.
De heer VAN KOPPENHAGEN spreekt als volgt:
Mijnheer de voorzitter. Namens de directie van de
P.U.E.M. zeg ik u dank voor de mij geboden gelegen
heid, om mondeling een en ander met betrekking tot
de onderhavige 150 kV hoogspanningslijn duidelijk te
maken. Ik wil vooropstellen dat wij - in tegenstelling
misschien tot enkele leden van de raad - de openbaar
heid niet schuwen en graag een toelichting willen ge
ven.
Wellicht is het allereerst van belang de vraag onder
ogen te zien, hoe een tracé van een bovengrondse
hoogspanningslijn in het algemeen tot stand komt.
Daarvoor is een lange procedure nodig. Eerst voeren
wij met officiële instanties, in dit geval met de ge
meente Soest, overleg over de vaststelling van het tra
cé. Daarna zijn wij volgens de wet verplicht, om het
overeengekomen tracé voor goedkeuring in te dienen
bij de Commissie Electriciteits Werken (C.E.W.). De
ze commissie is zeer breed samengesteld; zij bevat dus
geen technici alleen. In de commissie is vertegenwoor
digd het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en het
Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk
Werk, de Rijksplanologische Dienst, Staatsbosbeheer,
het Landbouwschap, de Contactcommissie voor Na
tuur- en Landschapsbescherming, het Nederlands In
stituut voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting;
bovendien zit in de commissie zowel iemand die de be
langen van de elektriciteitsbedrijven in Nederland be
hartigt als een deskundige op het gebied van de elek
triciteitsvoorziening. Men ziet dat in de C.E.W. ten
aanzien van de vaststelling van een tracé door de in
breng van velerlei deskundigheid breedvoerig aan-