den wij de zes kabels moeten uitbreiden tot twaalf ka bels Het kabelbed wordt dan zeer breed en de kosten bedragen het dubbele van het eerste gedeelte van het project. Voor de eerste fase zouden wij, wat betreft de kosten- vergelijking tussen bovengrondse lijn en ondergrondse kabel, te maken hebben met een verhouding van 1 5. Maar gelet op de toekomst - de ontwikkelingen gaan heel snel, gezien het feit dat de P.U.E.M en andere elektriciteitsbedrijven per jaar een toename in het af genomen vermogen van 10% hebben - zitten wij in de kostenverhouding 1 8. Bij het verkabelen van 1 km zou de gemeente f. 1 miljoen meer op tafel moeten leggen dan voor de aanleg van 1 km. lijn; voor de dub bele uitvoering kost het de gemeente f. 2 miljoen meer. Gaat het om een verkabeling van 2 km., dan zal de gemeente f. 2 miljoen tot f. 4 miljoen hoger uit zijn. Men begrijpt dat dit voor ons bijzonder grote be dragen zijn. Daarom staan wij heel erg huiverig tegen over verkabeling. Een belangrijk punt is nog het esthetische bezwaar en de kwestie van de beschadiging van het landschap. Over deze aangelegenheden bestaan bij verschillende mensen verkeerde denkbeelden. Men denkt dat als een hoogspanningslijn door een bos gaat, er eerst een grote brandgang moet worden vrijgemaakt, dan de masten worden opgebouwd, de draden worden gelegd en opgetrokken. De brede gleuven van 10 tot 15 me ter treft men echter niet aan bij de lijnenbouw, maar bij de aanleg van kabels voor zeer hoge spannin gen Net als bij de inleg van gaspijpen dient men bij het inbrengen van de kabels de ruimte te hebben. Over een bepaalde breedte gaat dus de hele zaak te gen de vlakte. Bij de bovengrondse lijn behoeft alleen op de plaats van de masten een ruimte vrijgemaakt te worden en blijft het gebied tussen de masten - ongeveer 300 meter - onaangetast. Het is de wens van Staats bosbeheer dat er zoveel mogelijk bomen worden ge spaard Het is juist dat men zomin mogelijk schade aan andermans bezit toebrengt. Om nu een beeld te geven van het verschil in aantas ting van het landschappelijk schoon zal er nu een aan tal dia's worden vertoond. U zult dan zien dat het aantal bomen dat verdwijnt door de aanleg van een ka bel veel groter is dan bij de aanleg van een bovengrond se lijn. Hierna wordt het licht in de zaal gedoofd en geeft de heer Van Koppenhagen commentaar bij de op een projectiescherm vertoonde dia's. Nadat het licht wederom is ontstoken, merkt de heer Van Koppenhagen nog het volgende op: Dames en heren. Zoals ik reeds heb opgemerkt, zijn alle wettelijke wegen bewandeld en verkeren wij nu in het stadium dat met het werk kan worden begon nen, Wanneer het voorbereidende werk zou worden stopgezet of vertraagd - doordat de Soester raad zich niet achter dit voorstel zou scharen - dan kan dit bete kenen dat de elektriciteitsvoorziening in de provincie Utrecht (waaronder Soest) gevaar gaat lopen. Het be treft hier de veilige voorziening - reservemogelijkhe den in geval van storing - die anders niet gegarandeerd kan worden. Het gaat hier dus om een provinciaal en om een Soester belang. De VOORZITTER dankt de heer Van Koppenhagen voor zijn toelichting en voor de vertoning van de dia's. Hierna stelt hij de raadsleden in de gelegenheid om de heer Van Koppenhagen vragen te stellen. De heer PIEREN zegt dat de heer Van Koppenhagen heeft medegedeeld dat men in principe de bovengrond se lijn hanteert, behoudens bijzondere omstandighe den. Is het juist dat de P.U.E.M. bij Amersfoort wel met een kabel gaat werken? Zo ja, wat is hiervan dan de reden? De heer VAN KOPPENHAGEN: Daarop kan ik kort antwoorden: dat is niet juist. De heer HOEKSTRA zegt dat de heer Van Koppenha gen op een snelle beslissing ter zake heeft aangedron gen. Spreker stelt zich voor dat de desbetreffende dra den niet alleen door de gemeente Soest lopen, Is door alle andere betrokken gemeenten al overeenstemming met de P.U.E.M. bereikt en gaat het nu alleen nog maar om de gemeente Soest? De heer VAN KOPPENHAGEN deelt mede dat de zaak met alle belanghebbende particulieren en gemeen ten bijna rond is. Het is een kwestie van enkele dagen dat de schadevergoeding geregeld zal zijn. De heer VERHEUS vraagt of er ten aanzien van de masten in het vrije natuurgebied geen gevaar bestaat dat klimgrage kinderen de masten inklauteren. Is daartegen voorzien? De heer VAN KOPPENHAGEN zegt dat in de masten voor de eigen mensen klimijzers zijn aangebracht, maar dat deze altijd hoog beginnen. Verder staan er bordjes bij de masten dat het levensgevaarlijk is, om er in te klauteren wegens de hoogspanning. Wanneer de kinderen bij de aanleg van de lijnen zien,dat de uit voerders van de werkzaamheden met een zeker ge mak de masten inklimmen, krijgen zij inderdaad het gevoel dat het geen kwaad kan om dit na te volgen. Daarom wordt er bij alle wegkruisingen ter plaatse een papier aangebracht, waarop wordt aangegeven wanneer de lijn in bedrijf gaat en dat zij dan onder 150.000 volt komt te staan. Vermeld wordt dat het bijzonder gevaarlijk is om een vliegertouw uit de dra den te verwijderen. Misschien kan het onderwijzend personeel op de scholen attent maken op de levensge vaarlijke lijn en onder de aandacht brengen, dat het niet de bedoeling is om in de masten te klimmen. Dit laatste komt wel eens voor. Zo wandelden op een mooie avond een jongeman en zijn meisje eens in het veld. De maan scheen helder. Zij voelden de neiging opkomen bm in een hoogspanningsnet te klimmen. Het verhaal wil dat het meisje gezegd zou hebben: ,,Je durft die mast niet in." Hoe dan ook, zij klom men er beiden in, hebben een tijdje op een dwarstra- verse gezeten en zijn er toen weer heelhuids uitgeko men. Men ziet het, ook volwassenen maken zich aan deze waaghalzerij wel eens schuldig. De heer BLAAUW vraagt of - in geval van breuk bijv. - het gevaar voor bosbrand bij bovengrondse lijnen niet groter is dan bij verkabeling. De heer VAN KOPPENHAGEN deelt mede dat er geen groter gevaar bestaat bij bovengrondse lijnen. Dit is daarom een belangrijk aspect. Misschien is het nog eens goed te stellen, dat men van de bovengrondse lijn niet meer af kan. Het gaat hier om een democratisch genomen besluit. Er is inspraak geweest. Besloten is dat het een bovengrondse lijn zal worden. Daaraan kan niets meer veranderd worden. De VOORZITTER dankt de heer Van Koppenhagen hartelijk voor de moeite om vanavond in de raad aan wezig te zijn en voor de gegeven toelichting. De heer PIEREN zegt dat hij een voorstel van orde wil doen, nl. om de raadsvergadering voor ongeveer drie

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1970 | | pagina 168