baar wel het geval is geweest, als een donderslag bij heldere hemel is gekomen. Via sprekers oude-fractie- voorzitter, mevrouw Polet, die regelmatig verslag uit bracht over de diverse commissievergaderingen, is het spreker gebleken dat het bedrijf in het verleden meer malen in diverse commissievergaderingen onderwerp van bespreking heeft uitgemaakt, Deze onderwerpen betroffen dan een vergunning voor het plaatsen van een benzinepomp en de door het bedrijf veroorzaakte rioolverontreiniging, die nogal wat kosten heeft ver oorzaakt bij de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Zowel stedebouwkundig als juridisch acht de P v .d. A,-frac tie het onderhavige voorstel volkomen juist Spreker zou het op prijs stellen als voortaan de rap porten van zeer ernstige overtredingen van de hinder wetvergunning, opgemaakt door de ambtenaren, be last met het toezicht op de naleving daarvan, direct in de diverse commissievergaderingen worden behandeld. De heer JONKER zegt dat, toen de leden van de frac tie van D'66 zich naar deze vergadering begaven, zij nog niet wisten hoe zij ten aanzien van het onderha vige voorstel zouden stemmen Dat hing af van de toe lichting die de wethouder zou geven. Als men het onderhavige preadvies leest, kan men zeggen dat het een redelijke zaak is, dat aan de door de N.V Randstad veroorzaakte luchtverontreiniging enz, zo snel mogelijk een einde wordt gemaakt, Als men de brief van de N.V Randstad leest, kan echter de vraag rijzen of de gemeente dit bedrijf in het verle den wel zo netjes heeft behandeld; dit dan afgezien van de vraag of het bedrijf de gemeente in het verle den netjes heeft behandeld en voorgelicht. In het pre advies staat dat er op het terrein van de N,V. Rand stad allerlei opstallen staan die geen ontheffing „Zoneverordening Hinderwet" of hinderwetvergun ning hebben. In de brief van de N.V, Randstad staat echter dat men voor deze opstallen wel bouwvergun ningen heeft gekregen. Had de gemeente het bedrijf toen niet op de situatie kunnen attenderen? Spreker meent daarom dat in het verkeer met de N.V. Rand stad door de gemeente niet altijd goed is gehandeld. Maar dit betreft het verleden. De wethouder heeft in haar toelichting de bespreking gememoreerd die zij met directieleden van de N.V. Randstad in februari van dit jaar heeft gehad. Met het bedrijf is toen een bepaalde overeenstemming bereikt over de afbouw van de zaak Het feit dat het bedrijf daarna nog gronden heeft aangekocht, doet vermoe den dat het bijzonder moeilijk zal zijn met het bedrijf afspraken te maken, waaraan het zich zal houden. Dit heeft voor de fractie de doorslag gegeven, om het voor stel van het college te steunen De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT merkt op dat het hier om een nogal complexe aangele genheid gaat, waarin verschillende zaken verweven zijn. De N.V. Randstad merkt in haar brief op dat de woon wijk is aangelegd, nadat het bedrijf er reeds was geves tigd Dit is inderdaad juist, maar dit geldt dan voor het bedrijf, zoals het daar aanvankelijk was toege staan. Voor het toen bestaande bedrijf was een onthef fing van artikel 1 van de „Zoneverordening Hinderwet" en een hinderwetvergunning verleend. Als het bedrijf zich aan deze regels had gehouden en niet had uitge breid, had het ter plaatse kunnen blijven, Het bedrijf is echter steeds verder gegaan met zijn uitbreidingen. Het vervelende van de praktijk van de hinderwet is, dat kwesties op dit gebied altijd achterafzaken zijn. Men moet eerst ervaren hoe hinderlijk een en ander is, voordat men aan de vergunning de nodige voorwaar den kan verbinden. In de commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan is ook al eens verzucht, dat men ei genlijk zou moeten weten hoe hinderlijk een bedrijf zal zijn. Dan zou er letterlijk en figuurlijk geen vuiltje aan de lucht zijn. Wat de door de heer Jonker te berde gebrachte bouw vergunning betreft, merkt spreekster op dat de bouwvergunning in dezen los staat van de hinderwet Men kan op een bedrijfsterrein een loods bouwen voor bijv. jute zakken. Bouw en hinderwetplicht heb ben natuurlijk wel met elkaar te maken, maar men kan ze niet zonder meer aan elkaar koppelen De heer JONKER: Ik had uit het beraad in de com missie grondbedrijf en uitbreidingsplan begrepen, dat als een bedrijf eenmaal hinderwetplichtig is, het ten aanzien van alles wat er gebouwd en ondernomen wordt een hinderwetvergunning moet hebben Dus ook in het geval als er een loods voor jute zakken ge bouwd zou worden De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT Nu juist. De heer De Groot heeft reeds opgemerkt dat men tegen een bedrijf niet moet zeggen dat het een vergunning moet aanvragen, als men weet dat men deze vergunning toch niet geeft. Men moet iemand eerst in de gelegenheid stellen aan te tonen wat er allemaal is. Men kan er wel gaan kijken, maar men zal toch op papier een overzicht moeten heb ben van hetgeen er allemaal geschiedt, voordat men kan vaststellen wat voor een bedrijf het is Als men dus adviseert om een hinderwetvergunning aan te vra gen, wil dit nog niet zeggen dat men deze aanvraag kan honoreren. Men zal moeten weten waarom het gaat. Voortgaande zegt spreekster dat in zaken als het on derhavige betrokkenen in den regel voor de behande ling in de raad worden ingelicht over het in te dienen voorstel. Zij heeft begrepen dat dit nu is verzuimd Er zal op worden toegezien dat dit in het vervolg niet meer zal voorkomen. Strikt genomen gaat het om een verzoek om ontheffing, waarover de raad zijn oor deel moet uitspreken en waarvan de betrokkene dan mededeling wordt gedaan. Het behoeft dus niet altijd een voorstel van het college te zijn, om een ontheffing te verlenen. De vorige keer had het college toevallig wel contact met de betrokken partij gehad en toen kwam er uit de raad de opmerking: Waarom heeft het college de betrokkene op de hoogte gesteld; hij is nu met een nieuw voorstel gekomen? De heer DE GROOT merkt op dat hij het voorstel niet zal kunnen steunen. Hij is niet van mening dat het bedrijf in zijn huidige vorm en in de huidige om standigheden gehandhaafd dient te worden, maar hij vindt het niet reëel nu reeds een beslissing te nemen, Het bedrijf heeft zich in een schrijven tot de raad ge wend, in verweer tegen het door de raad te nemen be sluit. Het college heeft de raad toegezegd dat het in een volgende raadsvergadering een concept-antwoord zal voorleggen. Spreker acht een beslissing over deze kwestie nu niet correct. Dit geldt zowel ten opzichte van het bedrijf als ten opzichte van het college. De vi sie van het college zou als mosterd na de maaltijd ko men. Hij heeft daarom reeds voorgesteld om dit punt aan te houden. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen, waarbij op zijn verzoek wordt aangetekend dat de heer De Groot geacht wenst te worden te heb- 173

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1970 | | pagina 174