het moet het niet, het moet beperkt blijven tot de ruim te die daarvoor is aangewezen Als antwoord aan de heer Jonker zegt spreker dat, als het bestuur van de bibliotheek niet volledig op de hoogte is van wat er allemaal zo incidenteel is gebeurd, het weinig betoog behoeft dat er nog geen verpach tingsregeling is getroffen Zo n regeling gaat men pas dan treffen wanneer alles r egulier verloopt en werke lijk behoorlijk kan gebeuren Voorshands wordt er gewerkt met vergoedingen voor het gebruik van de keuken, Wat er voor de rest met deze zaak gebeurt, is voor de conciërge, die daarmede dan op eigen wijze zijn eigen risico's probleert te dekken Dat is in we zen fout, want daarmede komt inderdaad om de hoek kijken het bekende concurrentiepunt van het horeca bedrijf, dat aan een aantal eisen moet voldoen en be paalde zaken op een andere wijze moet registreren en administreren Het is dus fout dat het zo is gebeurd. Maar pas wanneer er hier eventueel sprake zal zijn van een reguliere vergunning, zal er ook een reguliere ver pachting komen De heer SMIT zegt dat het geenszins zijn bedoeling is geweest om een lans te breken voor het horecabedrijf. Hij is zelf meermalen geconfronteerd met het feit dat op een bepaalde avond nergens in Soest een zaal kan worden verkregen Het is dan ook helemaal niet zijn opzet geweest om zonder meer te zeggen: Nu wil ik helemaal geen vergadering meer in de bibliotheek zien. Spreker vindt het betreurenswaardig, dat het in het ge val in kwestie een beetje uit de hand gelopen is. Het verheugt hem dat de wethouder het wat dit betreft met hem eens is. Hij heeft er overigens volkomen be grip voor, dat het een beetje uit de hand gelopen is Aan het adres van de heer Jonker zegt spreker, be slist niet de opzet te hebben gehad om welke vereni ging dan ook, die gebruik zou maken van een lokali teit van de bibliotheek, 's avonds op een droogje te zetten Voor zijn fractie en in het bijzonder voor hem heeft het zwaarst gewogen het aldaar serveren van een lunch. Hij vindt dit een zeker giensgeval en iets waar van hij zou willen zeggen: Moet het of moet het niet? Hij gelooft evenwel dat hierop nu niet verder behoeft te worden ingegaan. Naar aanleiding van de vraag van de heer Pieren zegt spreker Soesterberg te hebben genoemd omdat z.i. Soesterberg rijker met horecabedrijven is gezegend dan Soest en uiteindelijk een deel van de gemeente Soest uitmaakt Aangezien wij hier spreken als raadsleden, aldus spreker, mogen wij toch wel onze hele gemeen te daarin betrekken. De heer PIEREN: Ik dacht dat u het dorpshuis Soes- teiberg bedoelde, maar daar ligt de zaak wel wat an ders De wethouder DIJKSTRA stelt er prijs op, nog iets aan het gesprokene ten aanzien van deze zaak toe te voegen. De openbare bibliotheek valt tot morgenavond onder de portefeuille van wethouder De Haan, Morgen zal, Deo Volente, in een bestuursvergadering het voorzit terschap aan spreker worden overgedragen, Om deze reden is spreker nu nog niet verantwoordelijk voor de gang van zaken waarop de heer Smit welsprekend de aandacht heeft gevestigd Niettemin wil spreker graag zeggen, dat hij de woorden en het beleid van wethou der De Haan volkomen onderschrijft en dat de gemaak te fout ook door hem zou zijn gemaakt. Ik zou er ook niet op hebben gelet, aldus spreker, en ik heb er ook niet op gelet; wij zijn zo bezig geweest met de financie ring, met de samenvoeging van de beide delen waaruit deze bibliotheek is samengesteld en vooral met de sa menvoeging van balansen, begrotingen en rekeningen (waaraan het vroegere raadslid de heer Westra ook een enorme bijdrage heeft geleverd), dat wij ons eenvou dig niet hebben opgehouden met wat achter het kop je koffie en het glaasje sherry zit. Het is te hopen dat kan worden voorkomen, dat in de toekomst een gang van zaken als die, welke zich nu heeft voorgedaan, zich nog eens voordoet. Maar menselijk werk zit vol fou ten. Met betrekking tot de beide stukken wordt hierna be sloten overeenkomstig hetgeen daaromtrent door bur gemeester en wethouders is voorgesteld, f Brief d d 21 september 1970 van de N.V. Chemi sche Industrie Randstad met betrekking tot agenda punt 16a van de raadsvergadering van 24 september 1970 en de brief d.d, 13 oktober 1970, afdeling I, nummer 9643, met voorstel genoemde N.V, te be richten overeenkomstig de laatstgenoemde brief. De heer VAN EE zegt dat zijn fractie met belangstel ling van deze beide stukken kennis heeft genomen. De fractie acht deze zaak van groot belang. Zij kan het beleid dat het college zich voorstelt te voeren, in grote lijnen onderschrijven Het in het verleden ge voerde beleid kan zij, zoals een harer leden tijdens de vorige raadsvergadering heeft gesteld, niet zeer be wonderen. Bij dat beleid heeft het aan doortastend heid en duidelijkheid zeer ontbroken. Voor de toe komst dringt de fractie te dezen aanzien met klem op verbetering aan Gezien het feit dat aan het onderha vige vraagstuk nogal wat delicate facetten zitten, lijkt het haar niet opportuun thans diep op een en ander in te gaan. Zij zal met belangstelling de verdere stap pen en voorstellen van het college tegemoet zien en wenst het college doortastendheid en veel wijsheid toe, met name op het juridische vlak. De heer HOEKSTRA merkt op dat hij zich graag on geveer wil aansluiten bij de woorden van de heer Van Ee, Na het in de vorige raadsvergadering genomen raads besluit zijn er alweer twee tanks gebouwd met daar bovenop machines die de hele dag staan te dreunen, hetgeen in de betrokken omgeving nogal enige herrie veroorzaakt Spreker heeft zich bovendien laten ver tellen, dat er ook reuk bij te pas komt. Hij verzoekt het college om, na de door de raad genomen beslui ten, de zaken op korte termijn zo aan te pakken, dat deze aangelegenheid inderdaad tot een einde wordt gebracht, De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT antwoordt dat het college op het ogenblik zo spoedig mogelijk iets moet gaan doen. De zaak is vrij ingewik keld en moet op al haar juridische facetten goed wor den bekeken. Spreekster dankt de heer Van Ee voor diens goede wensen op dit gebied en de heer Hoekstra voor diens tips aangaande activiteiten die haar nog niet bekend waren, die kennelijk van zeer recente da tum zijn en die het college onmiddellijk zal laten con troleren. Het college zal trachten de zaak zo spoedig mogelijk af te wikkelen voor zover de hinderwetpro cedure, die haar beloop moet hebben, het college daarvoor gelegenheid biedt. Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten overeenkomstig hetgeen daaromtrent door b. en w. is voorgesteld De heer VAN POPPELEN zegt dat hij had verwacht, dat in deze raadsvergadering ook zou worden behan deld een brief die de gemeenteraad van Hoogland aan 181

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1970 | | pagina 182