zorgd en onderhouden. Wanneer de verzorging op dezelf de wijze plaatsvindt, zal men na verloop van tijd een jong verwilderd bos krijgen, terwijl men thans beschikt over een landschappelijk fraai bos, dat is gesitueerd op een sterk aflopende helling. Wanneer het terrein wordt afgegraven, dan zal er een normalisering plaatsvinden en zal het authentieke karak ter van de hele typische grondformatie verloren gaan. Natuurlijk zijn er ook economische belangen in het ge ding. Het is voorstelbaar dat de bezitter van een groot terrein een stuk grond wil laten ontzanden om de kosten van het onderhoud van de rest van het terrein te kunnen bekostigen. In het onderhavige geval wordt echter het ge hele terrein ontzand. Het provinciaal bestuur heeft de door Soest aangevoerde bezwaren goed gepraat door te zeggen dat naast het be trokken terrein nog een stuk grond ligt dat eigendom is van defensie. Dat stuk is nog niet aangetast. Naast dat stuk grond ligt weer een terrein waarop steeds een ont gronding aan de gang is, die ter plaatse lelijke verwoestin gen aanricht. Spreker ziet helemaal niet in waarom gede puteerde staten, die rechts en links toestemming geven voor ontzandingen, geen toestemming zouden geven voor het stuk dat eigendom is van defensie. De eigenaar van dat stuk grond heeft evenveel recht om te ontzanden als de andere eigenaars. Het argument dat het stuk van de fensie niet zal worden aangetast lijkt hem dan ook geen wezenlijk argument. Het stuk van defensie is bepaald niet waardevoller dan de beide andere stukken, het stuk van defensie lijkt hem zelfs minder aantrekkelijk. De ar gumentering van het provinciaal bestuur vindt het colle ge dan ook niet juist. Het valt zeer te betreuren wanneer op de in het voorstel genoemde plaats een ontgronding zal plaatsvinden. Het terrein is inderdaad verwaarloosd. Maar dat mag nooit een reden zijn voor het verlenen van een vergun ning tot ontgronding. Jong bos kan ook worden ver waarloosd. En dan zal de situatie nog veel lelijker zijn dan op het ogenblik het geval is. De heer DE GROOT zegt dat zijn in eerste instantie naar voren gebrachte bezwaren niet zijn weggenomen. De voorzitter gaat ervan uit dat er ook in de toekomst sprake zal zijn van een verwaarlozing van het bos. Dat is een bijzonder zwak argument. Bovendien trekt de voorzitter de deskundigheid van dege nen die het plan tot ontgronding hebben opgesteld in twijfel. Deze deskundigen zullen ongetwijfeld rekening hebben gehouden met het natuurschoon ter plaatse. Het karakter van het terrein zal naar sprekers wijze van zien echt niet worden aangetast Hij meent dat het in het voornemen ligt om de natuurlijke glooiing van het ter rein te behouden Men zal zeker niet overgaan tot het ma ken van een vlak terrein. In het beroepschrift wordt het effect van het toezicht van de provincie in twijfel getrok ken Dat is niet juist. De argumentatie van het college is zwak Hij zal het voorstel dan ook niet steunen, De heer PIEREN zegt het helemaal niet eens te zijn met de heer De Groot Hij onderschrijft volledig hetgeen het college voorstelt, In het verleden heeft men wel eens meer gedacht dat alles weer netjes zou worden verzorgd en dat er een nette aanplant zou komen. Men zij eraan herinnerd dat de heer Storimans een aantal maanden ge leden heeft gezegd dat men Soesterberg beter Roester- dal" kon noemen In de omgeving van Soesterberg kan men zien welke consequenties de ontgrondingen hebben. De natuurlijke glooiing van de heuvelrug zal door de voorgenomen ontgronding in ernstige mate worden aan getast Bovendien kan men zich afvragen wat er zal ge beuren als men eenmaal aan het ontgronden is. Spreker is het dan ook volledig eens met het voorstel van het colle ge De heer DIJKSTRA zegt dat hij het voorstel van het col lege warm ondersteunt. Ontgrondingen vormen een won de in het landschap. De Utrechtse Heuvelrug is reeds ver gaand bedorven door het hakken in het terrein, Verschil lende terreinen zijn volledig mishandeld, Te hopen zij dat het in te stellen beroep succes zal ople veren. Elke gelegenheid om een ontgronding tegen te houden moet worden aangegrepen, Ook moet elke gele genheid worden aangegrepen om een bestaande ontgron ding te beëindigen, opdat het landschap op deskundige wijze kan worden hersteld. De heer EBBERS merkt op het helemaal niet eens te zijn met de heer De Groot. Deze heeft gewezen op het toe zicht dat door de provincie wordt uitgeoefend. Maar de heer De Groot moet eens kijken naar de wijze waarop de kuilen rondom Soesterberg zijn beplant. Van dat beplan ten komt niets terecht. De VOORZITTER meent dat het niet meer nodig is de heer De Groot te beantwoorden. Verschillende sprekers hebben dat antwoord reeds gegeven Het plan kan goed zijn, maar het is beter te beginnen met het bestaande bos te verplegen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aange nomen. De heren De Groot en Stam krijgen op hun verzoek aan tekening in de notulen, dat zij zich met de genomen be slissing niet hebben verenigd. 23 Voorstel tot het benoemen van leden in het bestuur van de „Stichting Openbare Leeszaal en Bibliotheek". De VOORZITTER verzoekt de heren Ebbers en Verheus met hem het stembureau te vormen. Uitgebracht worden 21 stemmen, waarvan 21 op de heer R. Bax, 17 op de heer W,G, Hilhorst en 4 op de heer A.H J. Schrijvers, zodat zijn benoemd de heren R. Bax en W.G. Hilhorst. De VOORZITTER dankt de leden van het stembureau voor de verrichte werkzaamheden. 24 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een aanvullend krediet ten behoeve van de schoolpsychologische dienst. De heer WESTRA merkt op dat in de Gooi- en Eemlander van vandaag een bericht voorkomt waarin staat dat de voorzitter, als voorzitter van een bepaalde commissie, iets heeft medegedeeld. In het bericht staat dat er geen rijks subsidie beschikbaar wordt gesteld voor de schoolpsycho logische dienst, dat burgemeester en wethouders van Baarn zich nog eens willen beraden over deze aangelegen heid en dat de begroting 1970 feitelijk niet is vastge steld De VOORZITTER zegt dat de heer Westra het oog heeft op de eerste vergadering van het bestuur van de school psychologische dienst. In een vorige vergadering, toen van gedeputeerde staten nog geen goedkeuring was verkre gen voor de samenwerkingsregeling, heeft het bestuur de begroting voorlopig vastgesteld. In de gisteren gehouden eerste officiële vergadering moest het bestuur de begro ting officieel vaststellen. Naar aanleiding van de voorlo pige vaststelling hebben burgemeester en wethouders van Baarn nog een onderhoud aangevraagd met de voorzitter van het bestuur. Aangezien de brief van het college van Baarn vlak voor de eerste officiële vergadering binnen kwam, was er geen gelegenheid meer voor het aange vraagde onderhoud. Daarop is besloten de formele 18

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1970 | | pagina 19