Nr. 13 19 november 1970
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op donderdag 19 november 1970, te
19.30 uur.
VOORZITTER: de burgemeester, de heer mr. S.P. Baron
Bentinck.
SECRETARIS de heer H. Borreman.
Tegenwoordig de leden: mevrouw G.G.A. Alting-Ambrosius,
W.A. Blaauw, drs. L J. Dijkstra, M.A. van Ee, J.J. Ebbers,
J.W.H. Geerlings, M. de Groot, K. de Haan, D. Hoekstra,
H.M. Jonker, J.C. Korte, mevrouw E. Korthuis-Elion, R.A.
van Logtenstein, G.H. Oldenboom, mevrouw P.J. Oranje-
Entink, P.C. Pieren, J.R, van Poppelen, A.H.F. Smit, J.C.
Smits, P.L.J.M. Storimans, mevrouw T.R. Walma van der
Molen-De Vries en mevrouw M.C.P. Walter-Van der Togt.
Afwezig met kennisgeving de leden: P. Grift, K. Levinga en
C. Verheus.
De VOORZITTER opent de vergadering en doet voorlezing
van de gebedsformule.
Vervolgens deelt hij mede dat bericht van verhindering is
ingekomen van de heren Verheus, Grift en Levinga. De he
ren Grift en Levinga zijn wegens ziekte afwezig.
295 Vaststelling notulen van 26 augustus, 1 september en
24 september 1970.
De VOORZITTER deelt mede dat van de heer Pieren
een brief is ingekomen, waarin wordt voorgesteld in
de notulen van 26 augustus 1970 op bladzijde 132,
linker kolom, regel 16, het woordje „voorin' te ver
vangen door: voorheen.
Verder veronderstelt de heer Pieren in zijn brief, dat
op bladzijde 134, rechter kolom, regel 26 van onder
e.v., iets is weggelaten en dat de gesproken woorden
uit hun verband zijn gerukt. Spreker is een andere me
ning toegedaan. Er wordt door de spreekster (de wet
houder mevrouw Walter-Van der Togt) even een ge-
dachtensprong gemaakt. Het gaat om de kwestie van
het verwerven van voortuinen voor wegverbreding. In
de notulen staat:
„De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
merkt op dat het in de door de heer Van Poppelen
bedoelde gevallen op een gegeven ogenblik een kwestie
van onteigenen zal worden, zoals dat indertijd met
betrekking tot de Van Weedestraat ook is gebeurd.
Iets anders is, aldus spreekster," (dat is een ludiekte
opmerking van de wethouder! „dat het op een gege
ven moment wel spoorloos verdwenen kan zijn;
Dat „het" is het obstakel (het hek) dat om het voor
tuintje staat. De wethouder vervolgt dan volgens de
notulen:
„thuis zegje dan dat de kaboutertjes het hebben ge
daan."
Het is wel zo gezegd. Het staat er alleen een beetje
plotseling, zonder overgang. Spreker gelooft echter dat
mevrouw Walter het ook zonder die overgang heeft
gezegd, Op dit punt zou hij de notulen dan ook onge
wijzigd willen laten.
De notulen worden daarop, met inachtneming van de
eerste, door de heer Pieren voorgestelde wijziging,
zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
296 Ingekomen stukken.
a. Afschrift van het besluit d.d. 1 september 1970
van de raad van de gemeente Hoogland, waarbij ver
zocht wordt zijn motie tot behoud van de zelfstandig
heid van de gemeente Hoogland te ondersteunen, als
mede de daarop betrekking hebbende brief van burge
meester en wethouders, met het voorstel te besluiten
overeenkomstig het daarin neergelegde advies.
De VOORZITTER deelt mede dat van de commissie
grondbedrijf en uitbreidingsplan het volgende bericht
is ingekomen:
„De commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan vere
nigt zich met dit voorstel, doch wil daar tevens aan
verbinden, dat het gewenst is dit punt op de agenda
van het Samenwerkingsorgaan Eemland te plaatsen."
De heer VAN POPPELEN wil volkomen accepteren
het door het college aangeboden excuus met betrek
king tot het zoekraken van de brief van Hoogland.
Hoogland had in zijn brief inderdaad wel iets duide
lijker mogen stellen, dat die voor de gemeenteraad
was bedoeld,
In grote lijnen kan spreker akkoord gaan met het ad
vies van het college. Hij had alleen de zaak gaarne
iets positiever gesteld gezien. Op bladzijde 2 van het
advies staat:
„Aan een wet tot samenvoeging van gemeenten lig
gen zeer belangrijke motieven ten grondslag. Daar
aan dient naar onze mening een uitvoerige studie, uit
eenvallende in een demografisch, een sociologisch en
een economisch onderzoek, te zijn vooraf gegaan. Het
is ons niet bekend of daarmede een aanvang is ge
maakt, dan wel of het geheel ontbreekt."
Spreker zou graag het laatste stuk weglaten en daar
voor in de plaats willen zetten, dat Soest, zo lang het
resultaat van bedoeld onderzoek niet bekend is, het
verzoek van Hoogland, om adhesie te betuigen aan het
behoud van Hoogland, ondersteunt.
De heer VAN EE zegt dat de fractie van de V.V.D.
het in grote trekken met de brief van het college eens
is. De fractie vindt het woord „annexatie" niet ple
zierig klinken. Zij meent dat dit gehele onderwerp
veel beter in de openbaarheid in het Samenwerkings
orgaan Eemland kan worden behandeld. Zij verzoekt
daarom het college de brief zodanig op te stellen, dat
Hoogland duidelijk zal blijken dat Soest deze kwestie
ter sprake zal brengen in het samenwerkingsorgaan.
Spreker meent dat deze zaak al eens in het samenwer
kingsorgaan ter sprake is geweest, maar dat toen niet
voldoende van de gelegenheid gebruik is gemaakt om
dit onderwerp ter dege te behandelen.
De heer PIEREN sluit zich volledig aan bij het ver
zoek van de commissie om deze zaak in het Samen
werkingsorgaan Eemland naar voren te brengen. Ook
de door de heer Van Poppelen voorgestelde wijziging
wil hij ondersteunen.
De heer OLDENBOOM zegt dat ook zijn fractie graag
de door de heer Van Poppelen voorgestelde wijziging
ziet aangebracht.
Voorts zou ook deze fractie de kwestie graag zo
spoedig mogelijk in het Samenwerkingsorgaan Eem
land ter sprake, zien gebracht. In hoeverre het nodig is
dit in de onderhavige brief te verwerken, laat spreker
in het midden.
De heer DE GROOT ondersteunt eveneens het voor
stel van de heer Van Poppelen. Hij zou gaarne zien dat
de gemeente Soest vooralsnog wat meer aan de kant
van Hoogland ging staan. En dat wordt door de door
de heer Van Poppelen voorgestelde wijziging tot uiting
gebracht.
De heer JONKER merkt op dat de brief van het colle
ge veel achtergrondinformatie geeft over het voor en
199