en wethouders zou worden gelaten en wanneer zou worden gesteld: „Het vorige college van burgemeester en wethouders achtte het noodzakelijk, eerst in het diepste geheim een aantal ambtenaren een vooront werp te laten maken en dat vervolgens aan allerlei in stanties toe te zenden", zou hij daarmede vrede kun nen hebben. Dat zou namelijk - waarschijnlijk - een weergave zijn van de feiten. Het is evenwel wat veel van hem gevraagd om zich akkoord te verklaren met de onderhavige brief, daar hij in het verleden de brie ven van de Werkgroep Gemeentepolitiek D'66 placht te ondertekenen en te veel brieven met een dergelijke paternalistische strekking heeft moeten ontvangen. De naar zijn gevoel ideale situatie, waarin het ge meentebestuur vanaf nu zou kunnen werken, is de vol gende. Een aantal organisaties en verenigingen heeft in positieve zin op de uitnodiging van het gemeentebe stuur gereageerd. Wanneer een aantal vertegenwoordi gers van deze organisaties en verenigingen werd uitge nodigd om mee te praten over het verder ontwerpen van het plan ën wanneer deze club in volledige open baarheid zou vergaderen, zou met recht van een volle dig er bij betrekken van de gei'nteresseerde burgerij kunnen worden gesproken. Spreker kan zich echter voorstellen dat het college nog niet zo ver is en het eerst nog wat kalmer aan wil doen. Hij stelt daarom voor dat in de brief een passage wordt opgenomen, waarin wordt gezegd: Destijds heeft het toenmalige college het op die manier gedaan, maar wij kunnen ons voorstellen dat ook andere me thoden mogelijk geweest zouden zijn, Wanneer het college de brief in die geest wil aanvullen, zal de fractie van D'66 zich daarmede akkoord verkla ren. De heer OLDENBOOM moet wel bezwaar maken tegen een opmerking als „voor Soester begrippen grote open heid". Hij weet niet waarop een dergelijke opmerking gegrond kan zijn. De heer JONKER: Op jarenlange ervaring! De heer OLDENBOOM: Ik dacht dat dergelijke uit spraken toch wel ingegeven waren door gebrek aan er varing! De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT heeft de indruk dat de heer Jonker de bedoeling van het stuk niet goed heeft begrepen. Het betreft hier niet een suggestie om te antwoorden in de in het stuk aangegeven zin. De heer JONKER: Mag ik dan de laatste zin even voor lezen: „Wij stellen u voor de werkgroep in bovenstaande zin te antwoorden." De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT: Ja, in zover het het gedeelte van de brief van D'66 aan gaat, waarin deze het heeft over de wijze waarop de zaak aan de goegemeente is voorgeschoteld. De heer JONKER: Dan moet u er een gebruiksaanwij- ziging bij geven en zeggen: Het slaat alleen op dit ge deelte van de brief. De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT merkt op dat de heer Jonker heeft gezegd dat het hier om een ouderwetse gedachtengang van het vorige col lege gaat. Dat betreft dan echter niet alleen het vorige college, maar ook het gedeelte van het huidige college dat van het vorige college deel uitmaakte. Het is ge woon een algemene ervaring, dat, wanneer je in het wilde weg over een bepaalde zaak gaat praten, er een aantal ideeën naar voren komen die moeilijk te orde nen zijn. Vandaar dat men eerst een suggestie op papier heeft gezet. Dat is een heel normale gang van zaken. Ten aanzien van vele problemen stelt men eerst een praatstuk op. Degenen die worden gevraagd mee te denken, hebben dan iets voor zich op tafel liggen en kunnen dan concrete wijzigingen en aanvullingen aan geven. Deze methode zou spreekster niet gaarne ge wijzigd zien, Zoals in het stuk staat, zullen de ingekomen reacties worden gerubriceerd en ter discussie worden gesteld. De burgerij gaat dan rond de tafel zitten om over het plan te spreken, Op de in de brief van D'66 met betrekking tot het plan zelve gedane suggesties wordt dan ook nu nog niet geantwoord. De heer JONKER doet het genoegen dat - naar hij aanneemt op korte termijn - over deze zaak verder met de burgerij zal worden gesproken. Hij onder schrijft dat een zekere ordening van te voren bepaal de voordelen kan hebben, Die ordening kan je in ambtelijke kring doen. Dit is het systeem waarvoor indertijd gekozen is. Dat is het goed recht van het toenmalige college. Dat heeft spreker ook niet be twist. De vrees dat anders een chaotische hoeveelheid idee- en naar voren zou komen, die moeilijk te ordenen zouden zijn, deelt hij overigens niet zo erg. Het gaat daarbij om een kwestie van organisatievermogen en systematiek. Het aantal varianten is bovendien niet zo ontzettend groot gebleken. Als in het antwoord aan de werkgroep van D'66 de passage over de chaotische hoeveelheid ideeën in het geheel niet voorkomt, vervalt sprekers bezwaar. Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemees ter en wethouders is voorgesteld c. Brief d.d. 29 oktober 1970 van de heer L Workum, Beckeringhstraat 60 te Soest, inzake het parkeren, la den en lossen op de openbare weg door T.B.S., met voorstel deze brief om advies in handen te stellen van burgemeester en wethouders. Met betrekking tot dit stuk wordt besloten overeen komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. d. Controlerapporten van het Centraal Bureau voor Ve rificatie en Financiële Adviezen van de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten, met voorstel deze voor kennisgeving aan te nemen. De heer HOEKSTRA merkt op dat in het controlerap port met betrekking tot het natuurbad een aanteke ning is gemaakt over het feit dat de cassière op gege ven momenten bedragen van f. 40,—, f. 45,— mee naar huis moest nemen Is daarvoor al een oplossing gevon den? De wethouder DE HAAN zegt dat het geen regel is, dat de betrokken dame het kasgeld mee naar huis neemt. Dat komt bij uitzondering voor Spreker kan zich overigens voorstellen, dat de mensen van het Veri ficatiebureau hiertegen bezwaar hebben. Het is echter moeilijk een andere methode te bedenken. Wanneer de kassa van het zwembad gesloten wordt, is het ge meentehuis ook gesloten. Men zou dan het geld in een bankkluis moeten deponeren en het daar de volgende dag weer uit moeten halen. Wanneer het om een groot bedrag gaat, wordt het geld niet door de cassière mee naar huis genomen. De heer HOEKSTRA: Op zaterdag of zondag bijv.? 202

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1970 | | pagina 203