In de komende jaren groeit Soest naar een belangrijk grotere gemeenschap Deze schaalvergroting betekent niet alleen meer problemen, maar ook moeilijker pro blemen die wij in enkele gevallen niet alleen binnen onze gemeenschap kunnen oplossen, maar in een gro ter verband moeten behandelen. Als wij dezelfde ma nier van vergaderen blijven volgen, dan betekent dat, dat wij meer tijd, zelfs veel meer tijd nodig zullen hebben voor de vergaderingen van raad en commissies. De V.V.D.-fractie meent dat wij op deze manier niet kunnen doorgaan, niet alleen vanwege het tijdsele- ment, maar vooral omdat het steeds weer onze aan dacht afleidt van de grote beleidslijnen. Wij zien door de bomen het bos niet meer! Deze ondoorzichtigheid ervaart ook de gewone burger van de gemeente Soest. Wij wensen niet te worden geconfronteerd met de ge forceerde en ongenuanceerde spreektijdregeling die burgemeester en wethouders van Amsterdam hebben gemeend aan de raad te moeten voorstellen (ik verwijs naar het Handelsblad-NRC van 3 december j.). Ons be stuur en een nieuwe stijl van werken moeten gebaseerd zijn op duidelijke doelstellingen, gekoppeld aan realis tische streefdatums binnen onze financiële middelen en met de organisatie die wij hebben of zullen moeten creëren. Diegenen, die voor de uitvoering moeten zor gen, moeten op basis van een door de raad onderschre ven beleid met een haalbaar plan komen. Wij hebben een gemeentelijke beleidsnota voor de ja ren '70 nodig. In deze nota moet door het gemeente bestuur in eenvoudige en begrijpelijke taal een duide lijk beeld worden gegeven van zijn plannen voor de komende tien jaren. Daar hoort ook bij een opgave van wat het allemaal moet gaan kosten en waar het geld vandaan moet komen. Het reeds genoemde „Plan voor onrendabele investeringen voor de jaren 1971-1980", aan welk soort stuk reeds lang behoefte bestaat, spreekt ons in dit verband bijzonder aan. Natuurlijk moeten geregeld de prioriteiten worden herzien en moeten de plannen worden aangepast zoals in het stuk ook wordt gesteld. Hierbij hoort een goede rapportering aan de raad om de voortgang te kunnen controleren. De groei van onze gemeenschap moet gebaseerd zijn op een drietal hoofdplannen: 1. een structuurplan op langere termijn, zeg tien jaren, waarvan het ruimtelijke structuurplan een onderdeel is; 2. een financieel meerjarenplan, waarop het structuur plan steunt; 3. een jaarplan, vertaald in de begroting met begelei dende nota's, dat de basis is voor het dagelijkse beleid van het college van b. en w. in het desbetreffende jaar. Dit betekent dat het college van b. en w. weliswaar in een strakker stramien zal moeten werken, maar daar tegenover staat dat het gemakkelijker zal kunnen wer ken zolang het binnen dit beleid blijft, omdat het weet dat het door de raad gesteund wordt. De raads vergaderingen zullen dan een heel andere soort van agenda krijgen; waarop na het eerste punt van de agenda, „de notulen van de vorige vergadering", komt het punt: „Geldt ons plan nog? Wij kunnen ons voorstellen dat telkens een van de wethouders tijdens een raadsvergadering een overzicht geeft van de ontwikkeling van zaken onder zijn/haar beheer over de afgelopen maanden en deze ontwikke lingen door de raad laat toetsen aan het uitgestippel de beleid. Flexibiliteit en zinvol bijsturen zijn vanzelfsprekend noodzakelijk en de voorstellen van het college hierover zullen als onderwerpen op de nieuwe stijl-agenda moeten verschijnen. De voorbereiding van deze voor stellen in de commissievergaderingen moet een onder deel vormen van het bestuur nieuwe stijl. De raad zal op deze wijze ook meer werk kunnen delegeren aan het college van b, en w, en de diensthoofden zonder aan zijn bevoegdheden en verantwoordelijkheden te laten tornen. Een andere zaak wordt gevormd door de openbaarheid van de commissievergaderingen. Bij het overleg over de verdeling van zetels in het college van b. en w. zijn de fractievoorzitters overeengekomen, dat na een zit tingsperiode van een halfjaar wij zouden nagaan in hoeverre commissievergaderingen in het openbaar ge houden kunnen worden. Deze termijn is nog niet ver streken, maar uit onze korte ervaring is nog niet veel gebleken dat aanleiding zou kunnen zijn om de com missievergaderingen niet in het openbaar te houden; wel hebben wij vastgesteld dat somtijds in de commis sie zaken aan de orde zijn die beter in besloten kring tot hun recht komen. Wij willen op dit onderwerp thans niet verder vooruitlopen; wel menen wij nu reeds het college van b. en w. te moeten verzoeken om een nota over de wijze waarop dit onderwerp in andere gemeenten is geregeld op te stellen, dit ter voorbereiding van het Soester overleg ter zake. De fractie van de V.V.D. verzoekt het college van b. en w. om binnen afzienbare tijd, zeg drie maanden, aan de raad een nota te overhandigen waarin voorstel len worden gegeven voor een mogelijke nieuwe wijze van bestuur en beraad, in de geest zoals door ons is voorgestaan en door mij zoeven werd verwoord. Thans enige opmerkingen bij enkele hoofdstukken van de begroting. Wij houden gemakshalve de volgor de van de begroting zelve aan. OPENBARE VEILIGHEID. Dit onderwerp ligt ons na aan het hart. Wij zijn er be vreesd voor, dat de hand over hand en steeds meer toenemende noodzakelijke bemoeienis van de politie met de afwikkeling van het verkeer aan de algemene preventie - of zo u wilt: de bescherming van de bevol king en haar eigendommen - schade doet. Dit wordt nog verergerd door de ongunstige materiële en perso nele omstandigheden waaronder de politie te Soest thans moet werken. Wij zijn in principe bereid voor stellen uwerzijds ter verbetering van de uitrusting der gemeentepolitie in overweging te nemen. VOLKSGEZONDHEID. Te dezen aanzien willen wij ons beperken tot twee onderwerpen, beide van milieuhygiënische aard. Het gaat ons daarbij in de eerste plaats om de vervui ling van de Eem. De milieuverontreiniging staat in het middelpunt van de belangstelling. Niet alleen in Neder land spreken wij erover, maar wij mogen ons gelukkig achten, dat de gehele wereld erover nadenkt. Nog niet zo lang geleden werd op initiatief van de Soester Ar tiestenvereniging Artishock op een avond een gelegen heid geschapen, waarbij over de milieuhygiëne in ruime zin gesproken werd. De belangstelling voor deze avond was buitengewoon groot. Wij waren met deze opkomst bijzonder gelukkig, omdat wij hierin een be wijs zien dat het onderhavige onderwerp ook de Soes ter bevolking in beroering brengt. Terecht, wij behoe ven slechts naar de Eem te kijken om ons te realiseren wat er in de afgelopen tien jaren met de verontreini ging van een der weinige in Nederland ontspringende rivieren is gebeurd. Oppervlaktewater moet zo zuiver zijn, dat vissen en mensen er veilig in kunnen zwem men, dat planten en dieren het zonder bezwaar kun- 218

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1970 | | pagina 219