cultuurdraagster is in de ruimste zin des woords? On ze fractie denkt aan rijksmuseums, gemeentelijke museums, concertgebouwen etc. en noemt u maar op. Deze zin is wel zo onduidelijk, dat wij toch wel gaar ne een meer uitvoerige toelichting wensen. Wat wordt er bedoeld met „Ons college meent een maximum aan vrijheid te kunnen laten, doch het moet staan op de grenzen van de wet en de openbare orde? Het lijkt ons zeer moeilijk met elkaar te rijmen. Aan de ene kant afschuiven, anderzijds alles binnen die openbare orde vastprikken Gaarne zouden wij zien, dat uw col lege deze gehele passage maar terugneemt. In dit ver band begrijpen wij ook niet de inhoud van het schrij ven van het college d.d. 27 augustus 1970 aan de le den van de werkgroep ter oprichting van de culturele raad Soest. In dit schrijven stelt het college onder meer, dat het college het niet van belang acht een ambtenaar voor dit werk ter beschikking te stellen. Naar de mening van onze fractie moet dit nu juist in een zo snel groeiende gemeente als Soest wel gebeuren om daarmede het algemeen welzijn in onze woon- en leefgemeenschap te bevorderen. Inmiddels is uit de werkzaamheden rond de culturele raad in oprichting het initiatief voortgekomen om te komen tot oprich ting van de Soester Gemeenschap. Onze fractie ver wacht, dat uw college dit initiatief op alle manieren zal steunen. Uw college meent dus een maximum aan vrijheid te kunnen laten, doch het moet staan op de grenzen van de wet en de openbare orde. Uw college moet er echt voor waken, dat het niet te veel aan te weinig mensen in het vrije verenigingswerk en stichtingswerk over laat. Bij de Federatieve Raad voor het Bejaardenwerk zal, gelukkig, een projectleider worden aangetrokken. Maar zo zijn er nog meer stichtingen die in feite op een dergelijke manier gesubsidieerd zouden moeten worden. Ik wil toch even hierbij het Dorpshuis Soester- berg noemen Deze stichting mogen wij toch ook wel een cultuurdraagster noemen, maar helaas, te weinig mensen moeten te veel werk in de avonduren, die he laas zo schaars zijn, verrichten, ten koste van gezinsle ven en zelfs gezondheid. Op 7 november jl. overleed plotseling aan een hartaanval de secretaris, de heer Van de Wel, Ds. Van Boven heeft bij de uitvaartdienst duidelijk gesteld, dat door langs de kant te blijven staan en te weinig mensen te veel werk te laten doen, men ook een mens kan doden. Een van de geboden is: Gij zult niet doden Maar dat geldt ook voor de over heid. Multatuli zei reeds: Er is veel werk te doen, het aantal werkers is gering. Men kan en mag als overheid ook niet verlangen, dat ieder uurtje vrije tijd door mensen moet worden opgeofferd. Onzes inziens is de overheid cultuurdraagster en schakelt zij daarbij de burgers in. Juist daarom achten wij het gewenst, dat op korte termijn wordt onderzocht in hoeverre bij be paalde stichtingen zekere administratieve werkzaam heden door de gemeente kunnen worden verricht. Wij achten het gewenst dat dan zo nodig maar een aantal ambtenaren wordt aangetrokken voor deze cul- tuurdragende taak van de overheid. Ten aanzien van de Stichting Dorpshuis Soesterberg ware te onderzoe ken in overleg met het stichtingsbestuur in hoeverre een andere basis gevonden kan worden voor bepaalde beheers- en administratieve werkzaamheden, die nu helaas tot twee uur 's nachts worden verricht. Het is onze fractie volkomen duidelijk, dat deze materie zeer moeilijk is. Maar juist daarom achten wij het ge wenst in het kader van de toekomstvisie van uw colle ge, met inschakeling van burgers, commissies ex arti kel 61 te benoemen, zodat deze problematiek kan worden aangepakt en bestudeerd, In dit kader past tevens onze wens uw college voor te stellen te bezien of het mogelijk is, dat er ook, zoals wij bij het hoofd Sportzaken hebben gevraagd, een meer gericht subsidiebeleid in de toekomst zal worden gevoerd. Wij menen dat het gewenst is deze zaken nu reeds aan de orde te stellen. Het bestuderen en onder zoeken kost veel tijd en onze fractie meent, dat er in de loop van deze zittingsperiode van de raad nog wel het een en ander moet gebeuren. DEMOCRATISERING VAN HET GEMEENTELIJK BESTUURSAPPARAAT. Onze fractie is er zeer verheugd over, dat op de be groting een post is geplaatst voor een voorlichtings ambtenaar, ten einde daarmede te bereiken dat de burgers meer bij het te voeren beleid worden betrok ken en daarover worden voorgelicht. Wij stellen daar bij echter ook, dat het gemeentebestuur een democra tisering moet ondergaan door het meer instellen van commissies ex artikel 61 van de gemeentewet. Een goede verhouding tussen overheid en burgerij is naar de mening van onze fractie een basis voor het alge meen welzijn in een gemeente en het bevorderen van een goede woon- en leefgemeenschap. Soest is een prachtige gemeente en wij hopen dat uw college alles zal doen om deze woon- en leefgemeenschap te bevor deren in het belang van de gemeentenaren Ten slotte willen wij uw college en de dames en heren ambtenaren danken voor de goede samenwerking. Deze raad staat nog aan het begin van zijn zittingspe riode, Wij zijn ten opzichte van elkaar nog een beetje aan het terrein verkennen. Dit is de eerste ronde van een bokswedstrijd,maar onze fractie hoopt in alle openheid, duidelijkheid, eerlijkheid en vriendschap met eerbied voor elkanders standpunt met de andere fracties samen te werken in het belang van de ge meente Soest. De heer JONKER zegt hierna het volgende: Mijnheer de voorzitter! Met uw goedvinden zullen de algemene beschouwingen van D'66 gedeeltelijk door mij en gedeeltelijk door de vice-voorzitster van onze fractie, mevrouw Walma van der Molen, worden uitgesproken. In mijn betoog valt een drietal kernthema's te onder scheiden, te weten: openheid, groei en stagnatie. OPENHEID. In een gemeente met zo'n 37,000 inwoners is het, he laas, geen vanzelfsprekende zaak meer, dat het beleid een duidelijke weerslag is van de wil van de burgers. Ook hier dreigt de macht een onpersoonlijk gegeven te worden, ongrijpbaar en onzichtbaar, ver buiten de greep van de burger. Ook hier neemt het vertrouwen in de democratische instellingen af en treden onver schilligheid en wantrouwen ervoor in de plaats. De te geringe belangstelling voor de stembus is in dezen illustratief, men ziet de mogelijkheid om invloed te hebben op de gang van zaken veelal niet meer. Wat kunnen wij hier als gemeenteraad van Soest aan doen? Ik wil duidelijk stellen dat het streven, de burgerij er meer bij te betrekken, bepaald niet alleen bij ons leeft, doch dat, zoals vanavond ook al weer is gebleken, de ze wens door velen der raadsleden gedeeld wordt. Ik verwacht dan ook, dat in de komende maanden een vruchtbaar overleg zal kunnen plaatsvinden om tot de nodige verbeteringen te komen. Op ons verlanglijstje - om nog even in de St.-Nicolaassfeer te blijven - komen o.a. de volgende suggesties voor: 228

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1970 | | pagina 229