worden omdat er voldoende ruimte was in de gewone dienst. De gemeente Soest heeft vanaf 1945, toen ze er in financieel opzicht relatief slecht voorstond, altijd sober ge leefd en zich vele beperkingen opgelegd. Het resultaat is geweest, dat het mogelijk is geweest om voor de inwoners allerlei belangrijke investeringen te doen waar van nu profijt wordt getrokken. Het resultaat is ook geweest, dat Soest, in tegenstelling met veel andere gemeenten, een financieel gezonde gemeente is Spreker gelooft dat het juist daardoor mogelijk is, dat Soest ook in de toekomst de nodi ge investeringen doet en de uitbreiding van de gemeente be geleidt met allerlei noodzakelijke voorzieningen waarvan de rente en de aflossing toch weer moeten worden betaald. Daarom zou hij het voldoen aan de verschillende verzoeken om nota's toch wel heel kritisch willen bekijken en willen afwegen of de desbetreffende financiële consequenties ver antwoord zouden zijn. Het instellen van commissies ex artikel 61 van de gemeente wet is maandagavond naar voren gebracht in deze geest: Dat zouden wij nu toch eens moeten gaan doen, dat zou de oplossing kunnen betekenen voor diverse vraagstukken en problemen. Het college staat positief achter deze gedachte wanneer er ontwikkelingen, problemen of behoeften zijn die door de instelling van zo'n commissie op de beste wijze kun nen worden behartigd Het college wordt in deze opvatting gesterkt door het feit dat de gemeente Soest in het verleden op deze manier ook veel en met vrucht gewerkt heeft, zij het niet op basis van artikel 61 van de gemeentewet (omdat dat toen niet mogelijk was), maar door de oprichting van stichtingen met een bestuur waarin raadsleden en niet-raads leden zitting hebben Bijv. de stichting tot het beheer van het Soester Natuurbad en de sportstichting werken als een commissie ex artikel 61 van de gemeentewet. De werkwijze als zodanig is dus niet nieuw; ze is in Soest in het verleden ook toegepast, zij het met een andere juridische structuur. Wanneer er andere sectoren zijn die zouden kunnen worden gediend door de instelling van een commissie ex artikel 61 van de gemeentewet met een bepaalde opdracht en met be paalde bevoegdheden, staat het college daar positief tegen over. Het moet dan alleen duidelijk zijn, dat er in dit op zicht een bepaalde behoefte is, het moet een concrete zaak zijn, het moet niet een mode worden om nu ineens maar commissies ex artikel 61 van de gemeentewet te gaan instel len. Ze hebben in Soest bijzonder goed, nuttig en bevredi gend gewerkt. Ten aanzien van het verzoek om een ambtenaar ter beschik king te stellen ten behoeve van bepaalde activiteiten die uit het particulier initiatief naar voren komen en een aspect van de samenleving belichten en misschien bevorderen, waardoor het algemeen belang wordt gediend, zegt spreker dat het college het onjuist acht wanneer ambtenaren die hun taak in het gemeentelijke bestel hebben, een tweede baas krijgen in de vorm van een bestuur of een stichting waaraan zij worden toegevoegd. Het is, zoals ook in het verleden tel kens weer is gebleken, duidelijk dat particuliere groepen die wat willen ondernemen, maar niet goed op de hoogte zijn van alle voorschriften, mogelijkheden, circulaires van minis teries enz. en zich daarom tot de gemeente wenden, van het gemeentebestuur en het gemeentelijk apparaat alle hulp, medewerking en voorlichting krijgen, opdat hun het werk mogelijk zal zijn en opdat zij dat werk op de meest efficiën te en doeltreffende wijze zullen kunnen verrichten. Maar het lijkt het college een organisatorisch onjuiste gang van zaken dat ambtenaren uit het verband van de secretarie worden gelicht en een tweede baas krijgen, Zo'n gang van zaken zou bovendien bestuurlijk verwarring kunnen geven, aangezien dat dan toch ambtenaren zouden zijn die op de hoogte zijn van de betrokken materie. Hierbij zij te denken aan het vol gende: de vereniging in kwestie, de organisatie in kwestie of wat die tweede baas ook zou zijn, zal zich tot het ge meentebestuur wenden; de desbetreffende brief zal dan wel moeten worden opgesteld door zo'n ambtenaar; diezelfde ambtenaar moet dan vervolgens b. en w. van advies dienen over die brief. Dan ontstaan er een vermenging van bevoegd heden en een onduidelijkheid bij de oordeelsvorming die ongewenst zijn. Spreker weet niet of het zo bedoeld is, maar hij kreeg maandagavond af en toe de indruk dat men deze gedachte toch wel had Hij acht het niet uitgesloten dat men ook iets anders op het oog had Hij denkt dan met name aan hetgeen de heer Pieren heeft gezegd over het dorpshuis. Het is natuurlijk ook mogelijk dat een organisa tie, zoals het dorphuis, behalve haar bestuurssecretariaat nog zoveel ander administratief werk te doen heeft, dat niet verwacht kan worden van het bestuur dat het dat allemaal in zijn eigen tijd kan doen, vooral als dat bestuur wat be heert. Dat heeft men gezien bij de Federatieve Raad voor het Bejaardenwerk Soest; daar werd het voor het betrokken bestuur te zwaar en moest er iemand voor worden aange trokken Het is voorstelbaar dat andere organisaties die in het algemeen belang werken, zoals het dorpshuis er duidelijk een is, behoefte hebben aan een hulpkracht die administratief werk doet, die misschien de boekhouding bijhoudt en der gelijke. Dan moet een zodanige administratieve kracht als een onderdeel van de kosten van het bedrijf dat men voert, worden aangemerkt. Kan dat bedrijf dat niet betalen, dan is het veel juister dat er eens met het gemeentebestuur over wordt gesproken of er misschien hulp kan worden verleend, maar dan een financiële hulp en niet een hulp in die zin dat er een van de ambtenaren van de gemeente Soest, die toch al allemaal op het randje van hun werkkracht leven, voor moet worden uitgetrokken Dan worden de verhoudingen zuiver gehouden. Wanneer de een of andere maatschappelijke orga nisatie te kort zou komen bij de uitoefening van haar bedrijf, hetgeen kan liggen in de omvangrijke administratieve bezig heden, dan is het veel zuiverder dat men tegen de gemeente zegt: Dit gaat ons zoveel geld kosten, kunt u daar niet wat aan doen? En daar kan dan overleg over worden gevoerd. De door verschillende sprekers naar voren gebrachte wens van de openbaarheid der commissievergaderingen is heel be grijpelijk en ligt ook erg in de lijn van het moderne denken. De vervulling van deze wens heeft ook wel enige nadelen. Velen der raadsleden hebben nu ongeveer drie maanden het werk der commissies gadegeslagen. Spreker stelt zich voor dat men daar nog eens drie maanden mee doorgaat en dat men dan bijv. in het seniorenconvent deze kwestie en, wanneer men er voor voelt, ook de verschillende voorwaarden die er aan verbonden moeten worden, eens bespreekt. Hij zou dit probleem dus nog even willen uitstellen totdat de raad ter zake nog wat meer ervaring heeft Wat de door de heer Van Ee gevraagde beleidsnota voor de zeventigerjaren betreft, zegt spreker dat een beleidsnota voor tien jaar wel wil zeggen, dat voor elk jaar dat verderaf ligt het speculatieve element in die nota groter wordt. Wan neer men zich zou voorstellen dat men vijf jaar geleden een beleidsnota zou hebben gemaakt en wanneer men die nota nu op tafel zou leggen, zou men hartelijk moeten lachen, omdat er zo ontzettend veel veranderd is, terwijl vijfjaar geleden die nota toch serieus en met zorgvuldigheid zou zijn samengesteld. Tien jaar is dan nog weer twee keer zo ver en het speculatieve wordt daardoor veel groter. Toch is de gedachte van deze beleidsnota op zich zelf juist, zij het dat het college het niet ziet en het ook niet mogelijk acht, dat dat één nota is. Het college meent dat moet worden gekomen tot een serie beleidsnota's op de onderscheidene deelaspecten. Een belangrijk onderdeel van het beleid wordt gevormd door de stedebouwkundige planning Men werkt in Soest in. Oc ba ref er$ tei hit ha er He fu: 236

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1970 | | pagina 237