Met name het Kort End, de Boerenstreek en Overhees zijn nog lang niet zo ver dat men hiermede al bezig is en die worden toch allemaal in die structuurnota genoemd. In die nota worden ook eventuele uitbreidingen tot aan de spoor lijn en de Wieksloterweg genoemd; dat alles ook in samen hang met het streekplan, waaraan de gemeente natuurlijk min of meer gebonden is. Dit neemt niet weg dat de structuurnota 1966 een zeer ver ouderde indruk maakt. Met name de daarin verwerkte basis gegevens betreffende de werkgelegenheid, de winkelvoor zieningen en dergelijke zijn op bepaalde punten wezenlijk achterhaald. Dat bewijst eens te meer dat men voorzichtig moet zijn met lange-termijnplanningen. Bepaalde ideeën en inzichten kunnen in korte tijd onbegrijpelijk snel verande ren. Er is reeds enige tijd geleden met de stedebouwkundige overlegd om te komen tot een werkelijk structuurplan in de zin van de wet, een plan waarin de toekomstige ontwikke ling is aangegeven. Dat is een planologisch stuk waarin het tijdsbeeld wel wordt aangegeven, maar dat naar behoefte uitgerekt en gecomprimeerd kan worden. Spreekster heeft het idee dat in Soest op het ogenblik vooraf wordt ontbeerd een inzicht in datgene wat men in een bepaald jaar op het stuk van de voorzieningen gaat realiseren, hoe ver het erme de staat en wanneer de voltooiing van bepaalde onderdelen kan worden tegemoet gezien. Het college heeft ook grote behoefte aan zo'n inzicht. De begeleiding van de kant van het Bureau Berenschot met betrekking tot deze materie en de inzichten die daardoor bij het ambtenarenkorps aan het ontstaan zijn, zullen er ongetwijfeld toe kunnen bijdragen, dat het gemeentebestuur tot een dergelijk inzicht en een dergelijk overzicht kan komen Het is te hopen dat het ge meentebestuur dat inzicht en dat overzicht op korte termijn zal kunnen hebben. Een dergelijk structuurplan bevat behalve de planologische ontwikkeling ook de basis waarop die tot stand komt. De werkgelegenheid wordt daarin wel degelijk onder de loep genomen, evenals bijv. het onderwijs en het forensisme. Ook aan de structuurnota 1966 is nog wel het nodige soci aal-economische onderzoek voorafgegaan. Dat zal voor het nieuwe structuurplan voor een deel opnieuw moeten gebeu ren. Spreekster dacht dat daarbij ook een zekere inspraak van de bevolking mogelijk zal zijn. Dit moet overigens niet worden overschat. Onlangs is er door het instituut voor ruimtelijke ordening een dag georganiseerd waarop aan de inspraak en de hearing aandacht is besteed. Daarbij bleek dat de ervaringen hierme de zeer uiteenlopend zijn en niet allemaal even gunstig en succesvol zijn. Het houden van enquetes is een zaak die sterk wetenschappelijk moet worden begeleid; wanneer dat niet gebeurt, biedt de uitslag ervan in de praktijk weinig houvast. Wat de begeleiding door het daarvoor door de gemeente in geschakelde stedebouwkundige bureau betreft zegt spreek ster ten aanzien van het door de heer Van Ee bedoelde ge rucht, dat de medewerker die de gemeente Soest ter zake voornamelijk bijstond (een medewerker die nu enige jaren voor Soest heeft gewerkt, die eindelijk Soest gaat voelen, wat toch wel verwacht mag worden van iemand die deze ontwikkelingen moet begeleiden; zo'n begeleider moet zich inleven, hij moet in de gemeente rond gelopen hebben en al les gezien hebben), het bureau gaat verlaten en dat er een ander komt. Het college betreurt deze onderbreking van de continui'teit zeer. Juist op het stuk van de begeleiding van de stedebouwkundige ontwikkelingen is continui'teit een vereiste. Er zal nu worden bekeken hoe het hiermede verder moet en in hoeverre hieraan een andere wending kan worden gegeven. Het college zou graag zien dat het op een enigszins andere manier zou gaan, bijv. zo, dat er iemand wordt gede tacheerd in Soest, die hier dan zou wonen en zich hier beter zou kunnen inleven in datgene wat er hier omgaat. B. en w. weten niet of dit mogelijk is en of er andere oplossingen zijn. Zij zijn hiermede doende, omdat een andere gang van zaken dan de huidige hun wenselijk lijkt. Ook intern is de begeleiding van de stadsontwikkeling een zaak die wel enige aanpassing vraagt. Het Bureau Berenschot, dat in Soest de werkgroepen begeleidt, stuit bij zijn be moeienissen ook op bepaalde werkwijzen die efficiënter zouden kunnen zijn wanneer ze anders werden georgani seerd. B. en w. zijn doende om in samenwerking met dit bu reau te komen tot een zo goed mogelijke begeleiding van de interne behandeling van de plannen, die ongetwijfeld het geheel ten goede zal komen. De samenhang tussen de verschillende plannen is geweldig groot. Ook Empeo, dat doende is om het centrum van Soest van de grond te krij gen, is hiermede bezig. Dat centrum is nodig in verband met de nieuwe wijken, om een evenwichtige ontwikkeling van het winkelapparaat tot stand te brengen. Het centrum zelfheeft behoefte aan wo ningen, aan verkeersvoorzieningen, aan de nieuwe centrum- weg. Die centrumweg wordt geënt op de Engweg. Het plan Kerckenlandt zal ook de nodige koopkracht en de nodige inwoners moeten hebben die het centrum body geven. Een en ander zal zozeer een zaak van fasering worden, dat het college grote behoefte heeft aan een goed inzicht in deze materie. In de aanbiedingsbrief vindt men een lijst van de bestem mingsplannen die de raad in 1971 ter vaststelling zullen worden aangeboden. Wat de plannen van Soest betreft die momenteel bij de provinciale overheid liggen, zal ten aanzien van de plannen betreffende de Engweg en het centrum hopelijk in mei de uitslag bekend worden. Het plan Wieksloterplas, dat ook bij dat stapeltje ligt, is bij nader inzien voor enige herziening vatbaar, wegens het feit dat het kerkhof eruit kan worden gelaten. Men was er van provinciale zijde helemaal niet gelukkig mee, dat het kerkhof daar gesitueerd was. Wanneer het plan zodanig kan worden veranderd, dat het kerkhof er niet meer in is en ook rekening wordt gehouden met de nieuwe plan nen voor de provinciale weg van de Bilt naar Trier, dan zou dat het geheel ten goede komen. Het plan Kerckenlandt is in een dusdanig stadium dat het wegbeloop daarin niet meer kan worden gehandhaafd. Het globale plan omvat een vrij rechte ontsluiting van het ge bied. Die wordt geheel anders. Het plan zal moeten worden gewijzigd. Wanneer dat op korte termijn wordt gedaan, kan in overleg met de provinciale griffie worden gekomen tot een gang van zaken, waarbij het gewijzigde plan in Utrecht wordt bekeken op een tijdstip waarop het anders ook zou zijn bekeken; dat zal de hele procedure vergemakkelijken. Het werken met de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Orde ning, die het globale plan mogelijk maakt, is landelijk nog een problematische zaak. De wet heeft de mogelijkheid van het globale plan ingevoerd om een flexibele werkwijze mogelijk te maken. Er staat in de wet, dat de bestemmingen voor zover nodig moeten worden aangegeven. In de memo rie van toelichting staat, dat ze niet te gedetailleerd mogen zijn en dat de basis waarop ze worden vastgesteld, geen prognoses mogen bevatten die een te lange termijn betref fen. Naar spreeksters gevoel en ook naar het gevoel van de stedebouwkundige is de wet er werkelijk op uit de moge lijkheid van snelle aanpassingen aan ontwikkelingen in het milieubesef, aan inspraak en aan overleg van de planners met het publiek en met de bestuurders gemakkelijker te kunnen realiseren in de plannen. Het is voor spreekster nog de vraag in hoeverre dit gevoel ook aanwezig is bij de provinciale overheid. Het aantal in stanties waarmede het vooroverleg moet plaatsvinden - tot nu toe een zevental -, wordt uitgebreid. Het is niet ondenk baar dat er in de toekomst misschien wel met twaalf, der-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1970 | | pagina 240