Nr. 3 16 maart 1970 NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op maandag 16 maart 1970, te 19.30 uur. VOORZITTER: de burgemeester, de heer mr. S.P. Baron Bentinck. SECRETARIS: de heer H. Borreman. Tegenwoordig de leden: J. van den Arend, J.W.D. Berkel- bach van der Sprenkel, J.K, de Bruin, drs. L.J. Dijkstra, J.J. Ebbers, B.H.A. Elbertse, P. Grift, M. de Groot, K. de Haan, J.H. Hom, J.C. Korte, G.H. Oldenboom, mevrouw P.J. Oranje-Entink, P.C. Pieren, mevrouw S.M. Polet-Musler, J.R. van Poppelen, D.Chr. Stam, P.L.J.M. Storimans, J.H.N. Veldhuijsen, C. Verheus, mevrouw M.C.P. Walter-Van der Togt en A.S. Westra. Afwezig met kennisgeving het lid: G.C. van den Berg. De VOORZITTER opent de vergadering en doet voor lezing van de gebedsformule. Vervolgens deelt hij mede dat bericht van verhindering is ingekomen van de heer Van den Berg. 52 Ingekomen stukken. a. Brief d.d. 19 februari 1970 van de heer G.C. van den Berg, waarin deze mededeelt, dat hij zich door bijzonde re omstandigheden genoodzaakt ziet voor het raadslid maatschap te bedanken, met voorstel deze brief voor kennisgeving aan te nemen. De VOORZITTER zegt dat de onderhavige brief de za kelijke afdoening is van een aangelegenheid, waaraan een zeer persoonlijke en ook wel een verdrietige kant zit. De heer Van den Berg is in 1962 lid van de raad geworden. Hij heeft zijn taak als raadslid steeds met grote belang stelling en met grote ijver vervuld. Hij heeft zich steeds verdiept in de problemen die aan de orde waren. Onge twijfeld heeft hij zijn loopbaan als gemeenteraadslid an ders voorgesteld dan deze nu is geworden door het feit, dat zijn gezondheid het niet meer toestaat dat hij lid van de raad blijft. De raad ziet hem node uit zijn midden vertrekken. De raad heeft er volledig begrip voor dat dit vertrek voor de heer Van den Berg een persoonlijk leed betekent. Spreker is er zeker van dat hij de gevoelens van de raad vertolkt, wanneer hij zegt dat de raad met de heer Van den Berg in diens tegenslag meeleeft. Te ho pen valt, dat het met de gezondheidstoestand van de heer Van den Berg, die gelukkig op het ogenblik beterende is, zo goed zal gaan dat deze zich over enige tijd gaat afvra gen, of het wel noodzakelijk was geweest, om deze stap te nemen. De heer Van den Berg was lid van verschillende commis sies. Hij had zitting in de brandweercommissie, in de slachthuiscommissie, in de commissie voor sociale zaken. Daarnaast zat hij als lid van de raad in het bestuur van de sportstichting en in het college voor de verlening van de bijstand, dus in twee lichamen met een eigen bestuur lijke bevoegdheid. Juist op deze terreinen is de heer Van den Berg heel erg actief geweest, Bovendien was hij buiten de raad nog aan meerdere organisaties verbonden. Dit al lemaal, met zijn normale werk, is kennelijk toch een te grote belasting voor hem geweest. De dank en de beste wensen van de raad vergezellen de heer Van den Berg. De brief wordt aangenomen voor kennisgeving. b. Besluit d.d. 27 februari 1970 van de voorzitter van het centraal stembureau, waarbij de heer A.J. van Vloten is benoemd verklaard tot lid van de gemeenteraad, met voorstel dit besluit voor kennisgeving aan te nemen. De VOORZITTER deelt mede, dat de heer Van Vloten zijn benoeming niet heeft aanvaard en dat mevrouw E.A. Spoelstra-Schröder en de heren A.J. van den Dijssel en L.W.A Lisman al medegedeeld hebben, dat zij een benoe ming ook niet zullen aanvaarden. Ter zake is ook een brief ingekomen van de voorzitter van het centraal stembureau, waarin de heer J.G. Hil- horst, Birkstraat 123, benoemd is verklaard tot lid van de raad in de vacature G.C. van den Berg. Het schrijven van de voorzitter van het centraal stembu reau wordt voor kennisgeving aangenomen. c. Brief d.d. 12 september 1969 van de werkgroep H.L.K waarbij een plan wordt ingediend ter oplossing van de verkeersproblemen te Soest in verband met de vervanging van Rijksweg lb, met voorstel deze werkgroep nader te informeren overeenkomstig het voorstel vermeld onder agendapunt 3. Deze brief wordt aangehouden tot na de behandeling van punt 3 van de agenda. d. Brief d.d. 10 februari 1970 van de heer C. Verheus met antwoord van het college inzake een bedrijfsvestiging aan de Amersfoortsestraat te Soesterberg. Deze stukken worden aangenomen voor kennisgeving. e. Brief d.d. 16 februari 1970 van de heer W. van den Engel inzake onhoudbare toestanden met betrekking tot de woningen Bakkersweg 6-8-10. De heer Van den Engel zal worden beantwoord conform het advies van 6 maart 1970, afdeling I, nummer 6586. f. Verslag en rekening van het Gasbedrijf Centraal Neder land over het jaar. 1968. De raad gaat met deze stukken akkoord. De VOORZITTER deelt mede dat er nog een paar stuk ken zijn ingekomen die hij nu niet zou willen laten be handelen. Het college is van mening dat de raad ten aan zien van ingekomen stukken dezelfde gedragslijn moet volgen als met betrekking tot de stukken voor de raads- agenda geldt. Op uitdrukkelijk verzoek van de raad is be sloten om na het uitgaan van de gedrukte agenda niet dan bij grote noodzaak een stuk nog aan de agenda toe te voegen. De tot nu toe gebezigde methode, om ook de op het laatste moment nog ingekomen stukken aan de raad voor te leggen, is toch wel bijzonder onbevredigend, zowel voor het college die nauwelijks gelegenheid heeft om de stukken in behandeling te nemen, als voor de raadsleden die geen behoorlijke gelegenheid hebben om van de stukken kennis te nemen. Na verzending van de agenda zullen de dan ingekomen stukken voor een vol gende raadsvergadering worden bewaard. De heer WESTRA merkt op dat in de lijst van ingekomen stukken één brief van de heer C. Verheus vermeld wordt. Spreker meent dat er de vorige keer twee brieven waren. Dat is niet meer te controleren, omdat de notulen van de laatste vijf vergaderingen nog niet gereed zijn. De VOORZITTER zegt dat er de vorige keer twee inge komen stukken waren van de heer Verheus. De raad heeft besloten een brief direct in behandeling te nemen. Het andere stuk was niet zo onmiddellijk af te doen en is dus in deze vergadering gekomen. De heer WESTRA verzoekt de voorzitter of de notulen met meer frequentie kunnen worden gereed gemaakt en toegezonden. De VOORZITTER: Dat proberen wij zoveel mogelijk te bevorderen. 31

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1970 | | pagina 32