De heer EBBERS: Mijnheer de voorzitter, mag ik nog
een kort woord?
De VOORZITTER: Ik wil het bij twee instanties laten,
Als ik u nog het woord toesta, dan kan ik niet weigeren
dat er voor iedereen een derde ronde mogelijk is
De heer DE BRUIN U kapt daarmede toch wel een be
langrijke discussie met twee rondes af. Dat is nu juist
mijn bezwaar, dat ik in eerste instantie naar voren heb
gebracht Door de agenda met vier belangrijke agenda
Ïmnten te belasten, wordt te kort gedaan aan de moge
ijkheid, om over de zaken te discussiëren. De klok tikt
voort en derhalve krijgen wij in derde instantie geen ge
hoor meer. Het is toch een veel te belangrijk onderwerp,
om nu een einde te maken aan de beraadslaging?
De VOORZITTER: Beraadslaging in twee instanties is
conform het reglement van orde. Dit heeft dus niets met
de voortschrijdende tijd te maken. In eerste instantie
zeggen de raadsleden wat zij op het hart hebben, Zij wor
den dan beantwoord door het college Dan is er een
tweede instantie, om op de kwestie terug te komen en
dan rondt het college de bespreking af. Men kan niet blij
ven praten. Als er een derde ronde wordt toegestaan,
waarom dan geen vierde ronde enz.?
De heer DE BRUIN: U haalt het reglement van orde aan.
In artikel 16 staat evenwel, dat een derde ronde mogelijk
is, wanneer de raad daartoe verlof verleent. De heer De
Groot heeft in het begin van de avond terecht gezegd, dat
al van het reglement van orde is afgeweken, doordat de
raadsleden niet van hun plaats spreken, maar van een ka
theder.
De VOORZITTER: Behalve u nu!
Spreker merkt op, dat er een voorstel van de heer De
Bruin is, om een derde ronde te openen Wordt dit voor
stel ondersteund?
Nadat het de voorzitter is gebleken, dat het voorstel vol
doende wordt ondersteund, brengt hij het in stemming
Het voorstel wordt met 15 tegen 7 stemmen aangeno
men.
Voorgestemd hebben de leden: Mevrouw Oranje-Entink,
Westra, Grift, Storimans, mevrouw Polet-Musier, Veld-
huijsen, Korte, De Groot, Stam, Hom, Pieren, mevrouw
Walter Van der Togt, Van Poppelen, De Bruin en Ebbers.
Tegen gestemd hebben de leden: Elbertse, De Haan, Ol-
denboom, Berkelbach van der Sprenkel, Dijkstra, Van den
Arend en Verheus.
De heer EBBERS merkt op dat het college in zijn beant
woording op een van de bezwaren heeft gesteld, dat het
grootste deel van het toekomstige verkeer dat zich in
Soest zal voordoen, in hoofdzaak verkeer zal zijn van en
naar Soest zelf, In dit verband heeft het college opge
merkt, dat de weg die wordt aangelegd van Amersfoort
naar de weg Amsterdam-Hoevelaken een ontlasting zal
betekenen voor het verkeer dat, komende van Amers
foort richting Hilversum en Amsterdam, door Soest zal
gaan. Spreker meent aan deze zienswijze te moeten twij
felen, gewoon op grond van gegevens van de dagelijkse
praktijk. Hij is wel geen verkeersdeskundige, maar als
sprekend voorbeeld kan hij noemen de z.g. Zuiderzee
straatweg, die aangelegd is van Hoevelaken naar Zwolle,
waarbij voorheen het knelpunt altijd zeer sterk heeft ge
legen tussen Hoevelaken, Nijkerk en Harderwijk In de
eerste periode gaf de nieuwe weg inderdaad een verlich
ting voor het verkeer voor Nijkerk, maar op het ogen
blik vertoont het verkeer door Nijkerk reeds de tenden
tie om te stijgen naar het getal auto's dat vroeger door de
gemeente ging. Vermoedelijk zal dan ook in de toekomst
het interlokale verkeer door Soest weer belangrijk toene
men, Dit zal mede tot gevolg hebben een vluchten van
het woonwerkverkeer en wel in de richting van de Biltse-
straat, de Koningsweg De Koningsweg is in de planning
reeds bestemd voor tweemaal twee rijstroken met fiets
en voetpaden, waarvoor de ruimte volop gereserveerd is.
Deze weg die in het hart van Soest - waar rond 35 000
mensen komen te wonen zal komen te liggen, zal dan
het vluchtverkeer moeten opvangen. Deze tendentie
wordt nog versterkt door de verkeerslichten bij het
kruispunt Trier en in de toekomst bij het Nieuwerhoek-
plein. Het is belangrijk om in dit stadium, ongeacht welk
besluit men neemt met betrekking tot de weg over de Eng,
in overleg met de provinciale overheid te zorgen voor een
behoorlijke aansluiting Koningsweg-Biltseweg, Spreker
voorziet dat daar straks een bijzonder zwaar knelpunt zal
komen te liggen van het woonwerkverkeer.
De heer De Groot heeft opgemerkt dat hij de weg over
de Eng gaarne diep ingegraven ziet. Spreker kan zich
voorstellen dat dit niet kan, omdat er dan van het park
helemaal niets meer overblijft. Het ingraven werd door
het college gemotiveerd met het argument, dat de ge
luidshinder dan minder zal zijn. Nu is het ingraven maar
betrekkelijk, want de diepte varieert van 2.5 tot 4 meter
met enkele plaatselijke uitschieters bij de Vrijheidsweg
en de toekomstige Centrumweg, waar de viaducten ont
staan. Het ingraven is dus maar zeer betrekkelijk. Grote
transportwagens zal men overal zien rijden. Bovendien
zal er een zeker glooiend talud nodig zijn, cm de zijweg
niet te laten inkalven, zodat het gehele effect van de ge
luidsverhindering door het ingraven praktisch verloren
zal gaan.
Bij het Nieuwerhoekplein met zijn stoplichten en met de
daarop volgende vrij steile klim zal bovendien door het
optrekken van de auto's voor de mensen op het eerste ge
deelte van de weg in het bijzonder milieuverontreiniging
plaatsvinden.
De heer DE GROOT merkt op dat hij voor de derde ron
de heeft gestemd, omdat hij zodoende de mogelijkheid
heeft, om een toelichting te geven op het door de fractie
Binding Rechts ingediende amendement. Hij is er overi
gens van overtuigd, dat de voorzitter hem daarvoor wel
het woord zou hebben verleend,
Na enig overleg met de fractieleider van de K.V P wil
de fractie van Binding Rechts een kleine wijziging voor
stellen op het door haar ingediende amendement. Vol
gens dit amendement zou artikel 4, lid a, thans als
volgt luiden:
„zal kunnen bestaan uit tweemaal twee rijstroken, al
dan niet gescheiden door een middenberm".
Om alle misverstand te voorkomen, merkt spreker op
dat het beslist zijn bedoeling niet is, om hiermede te stel
len dat deze weg smaller zal moeten zijn, bestaande uit
slechts twee rijstroken Het is ook beslist niet de bedoe
ling om te stellen, dat er geen middenberm zou mogen
worden aangelegd Het is de bedoeling om de komende
raad niet te binden aan een bepaald besluit dat door deze
raad nu wordt genomen. Er moet straks volledige vrij
heid zijn, om de weg uit te voeren volgens het oude arti
kel 4, of op een andere wijze en er moet volledige vrijheid
zijn om de middenberm aan te brengen. Spreker kan zich
voorstellen dat mevrouw Walter van mening is, dat de
weg van een middenberm voorzien moet worden. Maar als
de komende raad een andere mening is toegedaan, dan
moet deze niet vastgekluisterd zitten aan een door deze
raad genomen besluite.
Men dient de zaak te beperken door het reserveren van
een strook grond voor het aanleggen van een weg. Hoe de
ze weg zal worden, is ter competentie van de nieuwe raad.