regeling is destijds in het leven geroepen, omdat de rijks overheid op dit terrein niets ondernam en omdat er een situatie was, waarin nogal vrij veel mensen in zodanige omstandigheden verkeerden, dat zonder een studiebeurs studie eenvoudig niet denkbaar was. Deze regeling is toen gaan draaien. Door de invoering van de Mammoet wet is er een wezenlijke verandering gekomen in het be grip „voortgezet onderwijs". Dit onderwijs heeft een an der karakter gekregen. Dat hield in dat men al bij de eerste klasse in.a.v.o. met een toelage zou kunnen begin nen, terwijl het rijk - door het overnemen van deze schoolsoort - zijn studiebeurzenregeling hiertoe heeft uit gebreid. Vandaar dat in de loop van het vorige jaar deze gehele materie op de helling moest worden gezet. Dat heeft geresulteerd in het onderhavige voorstel. Dit komt erop neer dat van gemeentewege voor het cursusjaar 1970/ 1971 geen studietoelagen meer zullen worden verstrekt. Het lopende cursusjaar wordt afgemaakt. Er waren vrij veel aanvragen; daarvan zijn er ook vrij veel afgewezen op de adviezen van de adviescommissie en op grond van de verordeningsregels. Spreker deelt de heer Westra mede, dat hij veronder stelt dat de in de eerste circulaire genoemde uiterste da tum van 1 oktober 1969 voor het aanvragen van een stu dietoelage van het rijk inderdaad aan de aandacht is ont snapt. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aange nomen. 59 Voorstel inzake aanleg van waterleiding op grond van de regeling betreffende bijdragen in de drinkwatervoorzie ning van super-onrendabele percelen. 60 Voorstel aan de stichting Federatieve Raad voor het be- jaardenwerk Soest voor het jaar 1970 een subsidie te ver lenen. Deze beide voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 61 Voorstel tot het verstrekken van leningen aan de Vereni ging tot voortzetting van Patrimonium's Woningbouw voor de bouw van 48 woningwetwoningen en ter vervan ging van bestaande vooroorlogse woningwetwoningen. De VOORZITTER deelt mede, dat de financiële com missie met het onderhavige voorstel akkoord gaat; ten aan zien van de bezetting van de woningen ware overleg met de gemeente te plegen. De commissie grondbedrijf en uit breidingsplan verenigt zich met het voorstel. De heer WESTRA merkt op dat het in het onderhavige geval gaat om - als hij het goed begrepen heeft - een wo ningverbetering. Deze woningverbetering gaat misschien ook gepaard met een straat- of milieuverbetering. Be staat er hier ook de mogelijkheid om gebruik te maken van maatregelen voor woningverbetering, waarbij een sub sidie verleend kan worden voor het maken van parkeer havens? Een en ander schijnt geregeld te zijn in de Staats courant 249 van 23 december van 1969. De heer DE GROOT zegt dat in de toelichting op het raadsvoorstel staat, dat de huren voor nieuw te bouwen woningen aan de Krommeweg/Korteweg voorlopig wor den geraamd op f. 97,25 per maand. In deze woningen is ook centrale verwarming aanwezig. Is het inderdaad nog mogelijk, dat er anno 1970 woningen gebouwd worden, waarvan de huur nog geen f. 100,— per maand bedraagt? Of is deze schatting er zover naast, dat dit bedrag nog zeer aanzienlijk hoger zal uitvallen? Hij verbaast zich er over, dat een dergelijk huurbedrag thans nog voor moge lijk wordt gehouden. De wethouder VAN DEN AREND merkt op, dat de grondkosten van de door de heer De Groot bedoelde wo ningbouw gevormd worden door het schuldrestant van de oude woningen en door de kosten van het bouwrijp maken. Bovendien worden deze woningen gebouwd vol gens keuzeplan, wat inhoudt dat van rijkswege voor iedere woning nog een bedrag van f. 250,- per jaar wordt vergoed. Daarnaast dient men te beseffen, dat net hier om kleine woningen gaat. Daarom is het mogelijk dat een huurbedrag van ongeveer f. 97,- per maand wordt bereikt. Een circulaire, zoals de heer Westra heeft genoemd, is spreker onbekend. De heer WESTRA: Ik wist van een dergelijke circulaire ook niets af. Toevallig kreeg ik dit bericht onder ogen. Ik heb er met de heer Borreman over gesproken, die de wet houder zou informeren. Het betreft „Maatregelen huisves- tings- en woonbuurtverbetering". De wethouder VAN DEN AREND: Dat valt wel na te gaan, maar ik kan op het ogenblik niet zeggen wat deze regeling inhoudt. De heer ELBERTSE merkt op dat het hier geen verbete ring van, maar vervanging van bestaande woningen be treft. Het valt te proberen of het gehele systeem van her bouw past in het kader van de verbetering van de wonin gen. Het zou natuurlijk welkom zijn, wanneer er voor de aanleg van parkeerhavens een subsidie uit te slepen zou zijn. Mevrouw POLET-MUSLER merkt op dat het misschien instructief zou zijn, als de wethouder kon aangeven hoe veel er in dit geval aan grondprijs betaald moet worden, in verhouding tot hetgeen er betaald moet worden voor eengezinswoningen in de nieuwe buurten. De wethouder VAN DEN AREND merkt op dat de grondkosten per woning aan de Krommeweg f. 3.250,— bedragen; aan de Pieter de Hooghlaan zijn de grondkos ten f. 3.660,— per maand, met een huurbedrag van f. 175,- per maand en aan de Insingerstraat zijn deze be dragen respectievelijk f. 7.407,- en f. 228,-. Mevrouw POLET-MUSLER: Ik bedoel eigenlijk dat de f. 3.250,- gesteld zouden moeten worden tegen de prijs van de kavel als men nieuw zou bouwen. Men kan dan zien wat een invloed de grondprijs heeft op de huur. De wethouder VAN DEN AREND: Dat zou 10 mille moeten kosten. De VOORZITTER zegt dat de opmerking van de finan ciële commissie: Ten aanzien van de bezetting van de woningen ware overleg met de gemeente te plegen, een logische zaak is, want het zijn woningen van een woning bouwvereniging. Deze woningen worden - in ieder geval zolang de Woonruimtewet geldt - in overleg met het ge meentebestuur verhuurd. Het gemeentebestuur is vol gens deze wet voor de verdeling van de woonruimte ver antwoordelijk, alhoewel natuurlijk in het onderling over leg de nodige ruimte gelaten moet worden voor de wo ningbouwvereniging. Dat overleg zal er zeker zijn. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aange nomen. 62 Voorstel tot wijziging van de rekening-courantovereen komsten met de Nederlandsche Middenstandsbank N.V. en de Coöperatieve Raiffeisenbank. De heer DE BRUIN heeft bemerkt, dat aan de onderha vige voorwaarden niets wordt veranderd. Zou de wethou der hem nu antwoord kunnen geven op zijn vraag die hij de vorige keer heeft gesteld, nl. om welke grootte van bedragen het hier eventueel gaat? De wethouder VAN DEN AREND deelt mede dat het hoogste saldo op de 2e dag van de 4 kwartalen van het

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1970 | | pagina 55